verwonden werkw. Uitspraak: [ vər'wɔndə(n) ] Afbreekpatroon: ver·won·den Vervoegingen: verwondde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft verwond (volt.deelw.) een wond of wonden veroorzaken bij Voorbeelden: 'Het vuurwerk verwondde acht omstanders.' , 'Hij verwondde zich aan zijn vinger.' Synoniemen: bezeren blesseren krenken kwetsen pi... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/verwonden