Retorica - effectief spreken en schrijven

Deze woordenlijst kan afkomstig zijn van een online bron die niet meer beschikbaar is, of kan zijn samengesteld door externe bronnen. De informatie kan sinds de oorspronkelijke publicatie zijn veranderd. We raden aan om kritisch te zijn bij het beoordelen van de waarde en actualiteit ervan.
Categorie: Taal en literatuur > Retorica
Datum & Land: 17/11/2012, NL offline
Woorden: 2239


Transformatie
De omzetting van de dieptestructuur van een taaluiting in een oppervlaktestructuur

Transformeren
Het herleiden van woorden.
Het omzetten van dieptestructuren in oppervlaktestructuren.

Transitief
Een werkwoord dat een actie uitdrukt ten opzichte van iets of iemand; een overgankelijk werkwoord.
Bijvoorbeeld: `nemen` of `houden van` kunnen niet op zichzelf staan, maar zullen altijd door iets of iemand worden gevolgd.
Antoniem: intransitief

Translatie
De vorm van de hoofdvraag van een strafproces, waarbij wordt gevraagd of de aanklacht, het rechtsgeding wel juridisch gegrond is (an actio iure intendatur) Vergelijk coniectura, finitie en qualitas

Transliteratie
Het letter voor letter weergeven van tekens uit het ene schrift in het andere

Transmutatie
Een tekstveranderingscategorie waarbij er een herschikking plaatsvindt van woorden of zinnen in een tekst Ook conversie of permutatie genoemd Vergelijk adiectie, detractie 2, immutatie en repetitie 2

Transpositie
De toelaatbare omzetting van woorden, dat wil zeggen: een taal waarbij de verwisseling van woorden geen betekenisverschil met zich meebrengt.
Bijvoorbeeld: Latijn

Trap
De verschillende vormen van adjectieven die aangeven in welke graad de hoedanigheid aanwezig is Men onderscheidt: positief, comparatief, superlatief en elatief

Travestie
Een nabootsing van een ernstig literair werk waarbij de inhoud wordt behouden, maar de vormgeving veranderd Afgeleid van het Italiaanse travestire (verkleden) Het is een tegenhanger van de parodie.
Bijvoorbeeld: Le Vergile Travesty van Scarron (±1650).
Een acteur die een vrouwelijke rol speelt of een actrice die een mannelijke rol speelt De hieruit voortvloeiende misverstanden en situaties komen vaak voor in het blijspel.
Bijvoorbeeld: The comedy of Errors van Shakespeare (1592).

Trema
Het deelteken: ¨

Triad
Een Welse aforistische literaire vorm

Trialis
De (oude) grammaticale vorm van het getal (naast enkelvoud en meervoud) die betrekking heeft op drie personen of zaken

Tribrachys
Een versvoet van drie korte lettergrepen: U U U

Triftong
Een drieklank; drie klinkers in één syllabe

Trigraaf
Een door drie letters voorgestelde klank

Trigram
Een woord dat bestaat uit drie letters.
Een veel voorkomende combinatie van drie letters.

Trilogie
Een samenhangend drietal zelfstandige literaire werken

Trimeter
Een drievoetig vers.
Een zesvoetig jambisch vers; een uit drie jambische dipodieën bestaand vers.

Triolet
Een acht-regelige strofe van achtlettergrepige versregels met het rijmschema: ABaAabAB of ABbAbaAB De eerste regel komt dus terug als vierde en zevende, terwijl de tweede regel als laatste regel terugkeert.
Zie ook bij rondeel

Triplet
Een strofe van drie rijmende regels

Tripodie
Een metrische periode die uit drie voeten bestaat

Trispondiacus
Zie bij cursus

Tristichon
Een drieregelig vers

Trisyllabel
Een drielettergrepig woord

Tritagonistes
De derde acteur Bij de tragedie introduceeren Thespis en Aishylos een eerste acteur (hypokritès of protagonistes) en een tweede acteur (deuteragonistes) Sophokles volgde in hun voetsporen en deed hetzelfde met een derde speler, de tritagonistes

Trithemimeres
De cesuur na de derde halve voet Ook semiternaria genoemd

Trivium
De groep van de drie vrije kunsten: grammatica, dialectica en retorica

Trochaeus
(Trochee, Trochaeus) Een versvoet met de vaste combinatie: - U Ook choree genoemd In de tijd van de Renaissance zijn de klassieke versmaten in West-Europa overgenomen Daar in de Westeuropese talen de lengte van de lettergreep geen duidelijke rol speelt, kon men de afwisseling kort : lang niet overnemen Men verving die door een afwisseling van geaccentueerde en ongeaccentueerde lettergrepen, als in het volgende Nederlandse voorbeeld van P.C Hooft (waarbij - een geaccentueerde en U een ongeaccentueerde lettergreep voorstelt):
Galathea, siet den dach comt aen
- U¦ -U¦ - U ¦ - U ¦ -

Trochee
(Trochee, Trochaeus) Een versvoet met de vaste combinatie: - U Ook choree genoemd In de tijd van de Renaissance zijn de klassieke versmaten in West-Europa overgenomen Daar in de Westeuropese talen de lengte van de lettergreep geen duidelijke rol speelt, kon men de afwisseling kort : lang niet overnemen Men verving die door een afwisseling van geaccentueerde en ongeaccentueerde lettergrepen, als in het volgende Nederlandse voorbeeld van P.C Hooft (waarbij - een geaccentueerde en U een ongeaccentueerde lettergreep voorstelt):
Galathea, siet den dach comt aen
- U¦ -U¦ - U ¦ - U ¦ -

Trocheïsche cesuur
De cesuur na de trochee (zie hierboven) van de derde voet, dat wil zeggen na de eerste korte van de dactylus

Troop
(Troop, Trope, Tropos) Een figuurlijke uitdrukkingswijze om een mededeling op te smukken Afgeleid van het Griekse trepo (keren)

Trope
(Troop, Trope, Tropos) Een figuurlijke uitdrukkingswijze om een mededeling op te smukken Afgeleid van het Griekse trepo (keren)

Tropologie
De leer van de beeldspraak, in het bijzonder met betrekking tot de bijbel

Truïsme
Een weinig origineel benaderde (voor de hand liggende) waarheid

Tussenwerpsel
Een op zichzelf staande uiting, meestal als gevoelsuiting Ook interjectie genoemd.
Bijvoorbeeld: `tjonge`, `och`

Ultima
De laatste lettergreep

Ulevellenrijm
Zie bij kreupelrijm

Umlaut
Een klankwijziging van een vocaal onder invloed van een andere klank (meestal `i` of `j`) in een volgende lettergreep, waarbij de klank zich wijzigt in de richting van die volgende klank

Understatement
Een vorm van ironie door het gebruik van litotes

Universalia
De taalwetten die geldig zijn voor alle talen en taalverschijnselen die voorkomen in alle talen

Unciaal
De grote middeleeuwse lettertekens in boeken en handschriften, in de vierde eeuw G.T in gebruik gekomen Afgeleid van het Latijnse uncia (een twaalfde deel (van een voet))

Usueel
Gebruikelijk.
Antoniem: occassioneel

Uvulair
De huig betreffend

Vagantenpoëzie
De poëzie die door de groep rondtrekkende studenten in de dertiende eeuw werd vervaardigd Zie goliard.
Bijvoorbeeld: Carmina Burana

Val
Een treffende gedachte of wending in de laatste regels van een sonnet

Valentie
De grammatische waarde, de mogelijkheden van gebruik Men onderscheidt: morfologische valentie (het vermogen van woorden om samenstellingen en afleidingen te vormen) en syntactische valentie (de mogelijkheden om met andere woorden een woordgroep te vormen)

Valtoon
Een stoottoon

Variatie
Het stijlmiddel waarbij gebruik wordt gemaakt van een omschrijvende herhaling Vergelijk polyptoton en paronomasia.
Het literaire beginsel waarbij van variatie wordt uitgegaan.

Variorum
Een geannoteerde uitgave; een uitgave met commentaar van verscheidene critici of geleerden.
Een uitgave van een literair werk met verschillende tekstuitvoeringen.

Vaudeville
Een luchtig muzikaal toneelstuk met vrolijke melodieën en komische liedjes, vaak van satirische inhoud

Velaar
Een spraakklank gevormd dicht bij of tegen het zacht verhemelte; gutteraal of uvulair

Velddicht
Een éénstrofig gedicht waarin op speels-ondeugende wijze een avontuurtje wordt verhaald waarbij een meisje door haar minnaar wordt verrast Het bestaat uit negen verzen van vier trocheeën met wisselend rijmschema.
Bijvoorbeeld: Rozemond die lag en sliep van P.C Hooft

Verba contracta
De werkwoorden die:
1 eindigen op `ao`;
2 eindigen op `eo`;
3 eindigen op `ôo`.

Verba liquida
De werkwoorden die eindigen op een vloeiende consonant (liquidae)

Verba muta
De werkwoorden die eindigen op een stemloze consonant (mutae)

Verba pura
De werkwoorden die voor de `?` van de eerste persoon een tweeklank hebben

Verbaal
Werkwoordelijk

Verbaal substantief
Een van een werkwoord afgeleid substantief.
Bijvoorbeeld: `de val` van `vallen`

Verbaalabstractum
Een substantief dat een handeling aanduidt.
Bijvoorbeeld: `doop` bij `dopen`

Verbaaladjectief
Een adjectief gevormd bij een werkwoord.
Bijvoorbeeld: `-baar` is een verbaaladjectief bij het Germaanse werkwoord `beran-` voor `dragen` in bijvoorbeeld `vruchtbaar`

Verbaalnomen
Een substantief primair gevormd naast een werkwoord.
Bijvoorbeeld: `schot` naast `schieten`

Verbatim
Woordelijk; van woord tot woord Ook ad verbum of in extenso genoemd

Verbicide
Een verdraaiing of verkrachting van woorden

Verbid
Een subjectief gebruikt werkwoord.
Bijvoorbeeld: `Het scheiden doet mij pijn

Verbinding
Een (vaste) syntactische combinatie van woorden Men onderscheidt: werkwoordelijke verbinding (een vaste verbinding met een werkwoord als kern) en bijwoordelijke verbinding (een vaste verbinding met de waarde van een bijwoord).
Bijvoorbeeld: `op zijn jan boerenfluitjes`

Verbuigen
De uitgang van een woord veranderen Ook declinatie genoemd.
Bijvoorbeeld: `slechte` is een declinatie van `slecht`

Verbum
Een (werk)woord

Verbum finitum
De vervoegde vorm van het werkwoord

Verbum infinitum
De onbepaalde wijs; zie infinitief

Vergelijking
Een vorm van beeldspraak waarbij een zaak of begrip met iets anders in verband wordt gebracht door middel van een analogiserend woord (als, zoals, gelijk,etc.) Vergelijk homerische vergelijking en metafoor

Verlan
De Nederlandse vorm voor de Franse vorm l`inverse, een onder de in Parijs studerenden populair taalspel, waarbij de volgorde van de lettergrepen in elk woord wordt verwisseld Vergelijk antistrofe 1, paragram, parallellisme en spoonerisme.
Bijvoorbeeld: `Dozat je oziets als zede zin spruiteekt plinaats van iets mornaals.`

Verleden tijd
De vormen van het werkwoord die de werking als volledig in het verleden plaats hebbend of gehad hebbend voorstellen

Vers
Eén regel van een gedicht

Vers commun
Een alternerend tienlettergrepig, berijmd vers dat veel voorkwam in de Franse heldendicht en lyriek van de vijftiende en zestiende eeuw Wanneer de laatste lettergreep onbeklemtoond was, kon het vers ook elf lettergrepen bevatten

Verschleierte Rede
Zie erlebte Rede

Versmaat
De indeling van de verzen in lange en korte of beklemtoonde en onbeklemtoonde lettergrepen Zie bij metrum

Verspringend rijm
De rijmvorm met het rijmschema: abcabc

Versvoeten
De vaste combinaties van lange lettergrepen afwisselend met een bepaald aantal korte Het klassieke vers kende bijvoorbeeld (lees hierover bij de gelijknamige onderwerpen) de: jambe (U -)
trochee (- U)
anapest (U U -)
dactylus (- U U)
amfibrachys (U - U)
spondee (- -)
choriambus (- U U -)
creticus (- U -)
In de tijd van de Renaissance zijn de klassieke versmaten in West-Europa overgenomen Daar in de West-Europese talen de lengte van de lettergreep geen duidelijke rol speelt, kon men de afwisseling kort : lang niet overnemen Men verving die door een afwisseling van geaccentueerde en ongeaccentueerde lettergrepen

Versvormen
Zie bij: isosyllabisch of lettergreepvers
heffings- of toppenvers
woordvers
woordgroepvers

Vertelling
Een episch verhaal in dichtvorm betreffende één of meer samenhangende gebeurtenissen.
Bijvoorbeeld: De hoofdige Boer door Staring

Vervoeging
De werkwoordsvorm naar modus, tijd en persoon schikken Ook conjugatie genoemd

Verwoording
De derde van de vijf pijlers van de retorica Ook wel stijl genoemd In het Latijn elocutio genoemd; in het Grieks lexis

Vie romancée
Het episch genre waarbij het leven van een beroemd persoon in de vorm van een roman geschilderd wordt.
Bijvoorbeeld: Het korte leven van Jaques Perk (1957) van Garmt Stuiveling

Villanella
Een landelijk lied dat rond het einde van vijftiende eeuw vooral populair was in Italië In de zestiende eeuw kreeg de villanella de vaste structuur: vijf drieregelige strofen (terzinen) en een vierregelige eindstrofe (een kwatrijn) De eerste en de laatste regel van de eerste terzine worden afwisselend als keerrijm in de andere strofen herhaald Afgeleid van het Italiaanse villano (landelijk).
Bijvoorbeeld: Fladderende vlinders van Pol de Mont (1885)

Virelai
Een Franse variant van de lai Het bestaat uit drie strofen van negen versregels, metrisch in tweeën gedeeld door twee rijmklanken Vergelijk chanson balladeé

Visieve poëzie
De maatschappijkritische concrete poëzie-vorm die bestaat uit een collage van knipsels, foto`s en tekst Ook poesia visiva genoemd

Visueel rijm
De rijmvorm met homografen

Visuele poëzie
Zie concrete poëzie

Vituperatio
Het houden van een afkeurende rede als klassieke oefening aan de retorenscholen De andere oefeningen waren chrie, declamatio, controversia, suasoria en laudatio

Vloeiklank
Een liquida (`l` of `r`)

Vocalisatie
Het aangeven van de bij geschreven consonanten behorende vocalen (zie hierboven) Ook punctuatie genoemd.
Bijvoorbeeld: de Masoretische vocalisatie in de Hebreeuwse Geschriften van de Bijbel

Vocaal
(Vocaal, Vocalis) Een klinker.
Bijvoorbeeld: `a`, `e`, `i`, `o` en `u`

Vocabulaire
Een woordenlijst; een woordenschat

Vocalis
(Vocaal, Vocalis) Een klinker.
Bijvoorbeeld: `a`, `e`, `i`, `o` en `u`

Vocalise
Een gedicht dat geheel berust op klankassociaties.
Bijvoorbeeld: Vera Janacopoulos van Engelmans

Vocatief
(Vocatief, Vocativus) De vijfde naamval; de naamval van de aangesproken persoon.
Bijvoorbeeld: `Quid est, medice?` (Wat is er, dokter?)

Vocativus
(Vocatief, Vocativus) De vijfde naamval; de naamval van de aangesproken persoon.
Bijvoorbeeld: `Quid est, medice?` (Wat is er, dokter?)

Voegwoord
Een indeclinabel woord dat het verband legt tussen zinnen of gelijksoortige zinsdelen.
Bijvoorbeeld: `want`, `omdat`

Voegwoordgroep
Een woordgroep waarvan de kern een voegwoord (zie hierboven) is.
Bijvoorbeeld: `een dag voordat`

Volapük
Een kunstmatige wereldtaal.
Zie meer informatie op deze pagina