Retorica - effectief spreken en schrijven

Deze woordenlijst kan afkomstig zijn van een online bron die niet meer beschikbaar is, of kan zijn samengesteld door externe bronnen. De informatie kan sinds de oorspronkelijke publicatie zijn veranderd. We raden aan om kritisch te zijn bij het beoordelen van de waarde en actualiteit ervan.
Categorie: Taal en literatuur > Retorica
Datum & Land: 17/11/2012, NL offline
Woorden: 2239


Superlatief
(Superlatief, Superlativus) De overtreffende trap Vergelijk met positief, comparatief en elatief.
Bijvoorbeeld: `grootst`, `langst`.
In het Latijn heeft deze trap twee betekenissen: `het langst` en `zeer lang`

Superlativus
(Superlatief, Superlativus) De overtreffende trap Vergelijk met positief, comparatief en elatief.
Bijvoorbeeld: `grootst`, `langst`.
In het Latijn heeft deze trap twee betekenissen: `het langst` en `zeer lang`

Superstraat
De (taalkundige) bovenlaag

Supinum
De Latijnse nominale werkwoordsvorm, vooral gebruikelijk bij werkwoorden van beweging om het doel van de beweging aan te duiden Afgeleid van het Latijnse supinum (achterovergebogen).
Bijvoorbeeld: `cubitum ire` (gaan slapen)

Suppletie
Een toevoeging; een aanvulling.
Het verschijnsel van onregelmatige vormen
Bijvoorbeeld: de comparatief van `goed` is niet `goeder`, maar `beter`

Supplicatie
Een verzoekschrift

Suppressie
Zie detractie 2

Surrealisme
De richting in de literatuur (en andere kunstvormen) die van het denkbeeld uitgaat dat de dingen niet zijn wat zij schijnen, maar een bovenverstandelijke betekenis hebben Om deze (onbewuste) verbanden op te roepen combineert men voorwerpen of woorden zonder (waarneembaar) onderling verband

Svarabhaktivocaal
Een vocaal die niet geschreven, maar wel uitgesproken wordt.
Bijvoorbeeld: in `wilg` (uitgesproken als: willüg) is de `ü` een svarabhaktivocaal

Syllogisme
Een sluitrede; het trekken van een conclusie uit twee oordelen Het is een deductieve manier van bewijsvoering.
Bijvoorbeeld: `mensen zijn sterfelijk` (de major term), `een koning is een mens` (de minor term), dus: `een koning is sterfelijk.`
Een aanduiding; zinspelen op iets

Synchoresis
De spreker geeft degenen die hem ondervragen toestemming hem te beoordelen

Synchrone verklaring
Een verklaring die is gebaseerd op gegevens betreffende de taalstudie die de bouw van een taal op een bepaald ogenblik van haar bestaan bestudeert, zonder rekening te houden met de ontwikkeling van de taalverschijnselen in de loop der tijden.
Antoniem: diachrone verklaring

Sygkysis
Een onduidelijke hyperbatos

Sygnome
Het vergeven van onrecht tijdens een rede

Syllabe
Een lettergreep

Syllepsis
Een constructie waarin de congruentie van twee elementen niet door de formele, maar door de semantische kenmerken wordt bepaald Ook constructio ad sensum of constructio ad sententiam genoemd Vergelijk synesis.
Bijvoorbeeld: `het meisje liet haar pop vallen`.
De stijlfiguur waarbij één of meer woorden worden weggelaten Het is een vorm van de ellips Vergelijk zeugma.
Bijvoorbeeld: `Jij loopt op de stoep en ik op het gras`, waarbij `loop` is weggelaten.
Het gegroepeerd zijn van anachronieën in een verhaal, bijvoorbeeld op grond van verwant motief, etc Vergelijk met achronie

Synchisis
Het verhaspelen van woorden of de woordvolgorde in een zin

Symploke
Zie bij complexio

Synaeresis
Zie syneresis (hieronder)

Synaloefe
Een grammatische figuur waarbij twee opeenvolgende klanken (van verschillende woorden) samensmelten Een vorm van syncope Vergelijk elisie, hiaat, syneresis en synizesis (beide hieronder)

Symboliek
Een zinnebeeldige voorstelling Zie ook bij allegorie

Symmetrie
Het gelijk verlopen van zinnen

Syncope
De uitstoting van een klank midden in een woord Gebruikt als stijlmiddel is het een vorm van detractie Afgeleid van het Griekse kôpto (stoten) Vergelijk met afaeresis, apocope en elisie.
Bijvoorbeeld: `broeder` werd `broer`; `kermis` ontstond uit `kerkmis`

Syncretisme
De samensmelting van de naamvallen van een taal

Syncrisis
Het vergelijken van tegengestelde elementen in contrasterende clausula`s

Syndetisch
Verbindend

Synecdoche
Een metonymische vergelijkingsbeeldspraak: aanduiding door de naam van een deel (= pars pro toto) of het tegenovergestelde: het noemen van het geheel (= totum pro parte) Afgeleid van het Griekse ekdôche (van een ander krijgen).
Bijvoorbeeld: `Even de neuzen tellen`, waarbij de aanwezigen bedoeld worden

Syneresis
Een samentrekking van twee vocalen in een lettergreep Ook synaeresis gespeld Vergelijk synizesis (zie hieronder).
Antoniem: diëresis

Synesis
Een constructie waarin de betekenis voorrang krijgt boven de strikt grammaticale vorm Zie syllepsis 1

Synesthesie
Een metaforische vergelijkingsstijl: het verbinden van zintuigen bij een indruk Overgenomen van het Griekse sunesthesie (samen waarnemen).
Bijvoorbeeld: `schreeuwende kleuren` of `bittere spot`

Synizesis
Het versmelten tot één klank van twee klanken die tot verschillende lettergrepen behoren Vergelijk syneresis (zie hierboven)

Synoniem
(Synoniem, synonymia) Verschillende woorden met (bijna) dezelfde betekenis.
Bijvoorbeeld: `stoep` / `trottoir` of `concept` / `ontwerp`.
Antoniem: antoniem

synonymia
(Synoniem, synonymia) Verschillende woorden met (bijna) dezelfde betekenis.
Bijvoorbeeld: `stoep` / `trottoir` of `concept` / `ontwerp`.
Antoniem: antoniem

Synonymie
Het gebruik van synoniemen binnen één uitdrukking

Synonymiek
De leer der synoniemen

Synopsis
Een korte schets of overzicht van een boek

Syntagma
Een syntactische groep; een woordgroep

Syntaktische homonymie
Het verschijnsel waarbij zinnen wat hun bouw betreft op verschillende manieren kunnen worden opgevat Vergelijk lexikale homonymie.
Bijvoorbeeld: `De derde heeft Jan gisteren een andere plaats gegeven.`

Syntaktische struktuur
De zinsbouw

Syntaxis
De leer van de woordengroepen of zinsbouw van een taal; ordening van de woorden

Synthetisch drama
De dramavorm waarbij de (voorgenomen) handelingen centraal staan vanuit de vraag: wie wil wat? Vergelijk analytisch drama

Systole
De dichterlijke vrijheid die bestaat in het als kort gebruiken van een lange lettergreep Antoniem: diastole

Systrofe
Het opsommen van beschrijvingen van een ding zonder het te definiëren

Syzygie
Een dipodie; een juk tussen twee woorden

Tanka
Een 31-lettergrepig Japans gedicht, met respectievelijk vijf, zeven, vijf, zeven en zeven lettergrepen per regel Overgenomen van het Japanse tanka (kort gedicht) Vergelijk haiku

Taaluniversale
Een algemene eigenschap van natuurlijke talen.
Bijvoorbeeld: alle talen hebben vocalen

Tableau vivant
Zie bij toog

Tagmeem
Het kleinste taalelement met een autonome vorm en betekenis

Taaleigen
Zie bij idioom

Taalkundige ontleding
De ontleding naar de woordsoorten Vergelijk redekundige ontleding

Tapinosis
Onwaardige taal die een persoon of voorwerp vernedert

Tautogram
Een tekst waarin de frequentie van een bepaalde letter kunstmatig is verhoogd.
Bijvoorbeeld: `Lentelied` van H de Flines.
Antoniem: lipogram

Tautologie
Synonymie; het herhalen van hetzelfde denkbeeld met een ander woord Juist gebruikt intensiveert de tautologie een mededeling Vergelijk epitheton (ornans) en pleonasme.
Bijvoorbeeld: `lint` en `worm` in het woord `lintworm`.
Een ander voorbeeld: `Ik heb hem gesmeekt en bezworen het niet te doen`, waarbij `smeken` en `bezweren` ongeveer dezelfde betekenis hebben.
Een verkeerd gebruikte tautologie verzwakt de kracht van de mededeling door overbodigheid van één of meerdere woorden.
Bijvoorbeeld: `Wij zijn genoodzaakt u te moeten ontslaan.` Personen die genoodzaakt zijn iets te doen, moeten iets doen Juist zou zijn: `Wij zijn genoodzaakt u te ontslaan` of `Wij moeten u ontslaan.`
Een uitspraak die vanwege de vorm altijd waar is Vergelijk met contingente uitspraak.
Bijvoorbeeld: `Het regent of het regent niet`.
Antoniem: contradictie.

Tautosyllabisch
Behorend tot dezelfde lettergreep.
Antoniem: heterosyllabisch

Technopaignion
Zie carmen figuratum

Teichoskopie
De techniek om een toneelspeler een verslag te laten geven vanaf een uitkijkpost (een toren, heuvel, etc.) van gebeurtenissen die niet of moeilijk op het toneel uit te voeren zouden zijn, bijvoorbeeld een brandende stad of een zeeslag

Tekstverandering
Een bewerking van een bestaand literair werk

Telestichon
De vorm van acrostichon waarbij de eindletters of -woorden een woord, naam, zin gedicht of het alfabet vormen

Temporeel
Tijdaanduidend

Temporeel accent
Zie bij ritme

Tempus
De tijd van het werkwoord, in het Grieks zijn de tempora bijvoorbeeld in te delen in de vier hoofdtijden (presens, futurum, perfectum en futurum exactum) en de drie historische tijden (imperfectum, aoristus en plusquamperfectum)

Tendensroman
Een eenzijdige strekkingroman Ook roman à these genoemd

Tenues
Een stemloze of scherpe plofklanken Afgeleid van het Latijnse tenuis (fijn, helder (van geluid)).
Bijvoorbeeld: de `p`, `t` en `k`.
Antoniem: media

Tenzone
Een dispuut- of strijdgedicht, een vorm van troubadourspoëzie Belangrijk dichter in dit genre is Adam de la Halle

Ternaire
Een drieregelige strofe of een gedicht met drie versregels met het rijmschema aaa

Terze rime
Een drieregelige strofe Ze heeft omarmend rijm (aba); de eerste regel van de volgende strofe rijmt op de middelste van de voorgaande (aba bcb cdc etc.) Vergelijk terzine (zie hieronder)

Terzet
Een drieregelige strofe die de tweede helft van een sextet vormt Op de laatste strofe van het gedicht volgt nog één regel, die op de middelste van de laatste strofe rijmt

Terzine
Een drieregelige strofe van vijfvoetige jamben Ze heeft omarmend rijm (aba); de eerste regel van de volgende strofe rijmt op de middelste van de voorgaande (aba bcb cdc etc.) Vergelijk terze rime (zie hierboven)

Testament
Een gedicht dat is ingekleed als een testament

Tetragram(maton)
Een woord van vier letters Wanneer over Het Tetragram(maton) wordt gesproken, wordt daarbij verwezen naar de letters sjsk (JHWH) uit het Hebreeuwse alfabet, die de naam van God (mogelijk Jahweh) voorstellen

Tetralogie
Vier samenhangende toneelstukken, zoals bij de Griekse klassieken: drie tragedies met een daaropvolgend saterspel

Tetrameter
Een viervoetige jambe, zoals bijvoorbeeld het vers van Scott (waarbij - een geaccentueerde en U een ongeaccentueerde lettergreep voorstelt):
The way was long, the wind was cold
U - ¦ U - ¦ U - ¦ U -
In balladen vindt men dikwijls een afwisseling van jambische tetrameters en trimeters, zoals in het voorbeeld van Byron:
I am the Rider of the Wind
U - ¦ U -¦U - ¦U - ¦
The Stirrer of the storm
U -¦U - ¦U - ¦
The Hurricane I left behind
U -¦ U - ¦ U - ¦ U - ¦
Is yet with Lightning warm
U - ¦ U - ¦ U - ¦
Deze maat, in het Engels ballad measure genoemd, is uit de middeleeuwse Latijnse septenarius, in de vagantenpoëzie, ontstaan:
Meum est propositum in taberna mori
-U ¦ - U ¦-U- ¦ - U¦ - U¦ - U
(¦ stelt de cesuur voor.)

Tetrapodie
Een vers van vier enkele voeten

Thema
De stam

Thaumasmus
Een uitroep van verbazing tijdens een rede

Thematische klinker
De klinker na de wortel die daarmee samen de stam vormt, waarachter de uitgangen komen

Theogonie
Een werk waarin de oorsprong en afstamming van goden verhaald wordt.
Bijvoorbeeld: Theogonie van Hesiodus

Theorema
Een grondstelling, gebaseerd op andere (geaccepteerde) uitspraken

Thesis
Een toondaling; het onbeklemtoonde deel van een versvoet.
Antoniem: arsis.
Een op abstractheden gericht onderwerp van een redevoering Ook quaestio infinita genoemd Vergelijk hypothesis.
Threnos,

Threnodie
Een klaaglied of dodenklacht, een lyrische zang met klacht over de dood van een dierbaar familielid of een vriend, aansporend tot vertroosting in het lijden Ook als onderdeel van een rede.Afgeleid van het Griekse threnôs (lijkzang) en ôide (lied).
Simonides van Keos evolueerde de threnos tot een koorlied, waarin geklaagd wordt over de snelle en pijnlijke wendingen die zich in een mensenleven kunnen voordoen en een mensenleven onverwachts doen eindigen Simonides heeft ook de zin van de threnos met die van het enkomion verbonden Van klaaglied werd het een loflied (bijvoorbeeld voor de gevallenen in de Thermopylen), waarin de dood als roemvol wordt geprezen.
Volgens sommigen vormen threnoi de oorspronkelijke kern van de Ilias van Homeros

Tmesis
Een snijding; een scheiding van een samengesteld woord door een ertussen geplaatst woord Letterlijk overgenomen van het Griekse tmesis (snijding).
Bijvoorbeeld: `quem fors dierum cumque dabit...` (alle dagen die het lot zal geven) uit Oden, I, 9, 14 van Horatius

Toekomstroman
Het episch genre waarbij de schrijver een beeld geeft van hoe hij denkt dat leven en denken in de toekomst zullen zijn Zie science fiction.
Bijvoorbeeld: Nineteen Eighty-four (1949) van George Orwell

Toneem
Een intonatieverschijnsel met woordonderscheidende functie

Tongklank
Een klank, voor de vorming waarvan de tong een grote rol speelt.
Bijvoorbeeld: `l` en `r`

Tonisch
Betrekking hebbend op de toon

Toog
De uitbeelding door levende personages van een historische of bijbelse gebeurtenissen, zinspreuken of schilder- en beeldhouwwerken

Toonloos
Onbeklemtoond

Toontaal
Een taal waarbij de toonhoogte en de contour van de toon waarmee een woord wordt uitgesproken, bepalend is voor de betekenis van het woord.
Bijvoorbeeld: in het Chinees kent men vier `tonen` (gelijk, dalend, stijgend en dalend-en-stijgend)

Topica
De leer van de gemeenplaatsen of topoi (meervoud van topos (zie hieronder))

Topografie
De plaatselijke verbreiding (van taalverschijnselen).
De beschrijving van plaatsen

Toponiem
Een plaatsnaam; een woord afgeleid van een plaatsnaam

Topos
Een gemeenplaats, een vaste gedachtewending of uitdrukking in de retorica en literatuur

Topothesia
Het beschrijven van denkbeeldige, niet-bestaande plaatsen

Toppenvers
Het verschijnsel waarbij elke versregel een gelijk aantal toppen heeft, dat wil zeggen een gelijk aantal beklemtoonde lettergrepen Het aantal lettergrepen tussen de toppen kan variëren, maar de tijdsafstand tussen twee accenttoppen is bij het lezen gelijk (isochronisme), wat tot gevolg heeft dat, indien er meer onbeklemtoonde lettergrepen staan, deze sneller gelezen worden dan wanneer er bijvoorbeeld slechts één staat.
Vrijwel het gehele Middelnederlandse vers is een toppenvers.
Ook heffingsvers of alternerend vers genoemd

Topwoord
Een adjectief waarin een soortnaam is opgenomen om de aard van de eigenschap te versterken, maar waarbij tevens een klankovereenkomst is tussen beide delen De standaard-verzameling van deze woorden werd samengesteld door Egbert Beijk.
Bijvoorbeeld: `gortdroog` en `glashard`

Tornada
L`envoi in een canso of chanson

Totum pro parte
Zie bij metonymie

Tragedie
Een treurspel De benaming `tragedie` is een samenstelling van de Griekse woorden tragôs (bok) en ôide (zang) De letterlijke betekenis is dus `zang van de bokken` Er zijn verscheidene mogelijke redenen voor deze benaming Eén daarvan is, dat de leden van het koor in de oudste stukken bokkenhuiden droegen, of rond een geofferde bok dansten Een andere verklaring die geopperd is, is dat de koorleden wellicht een bok als prijs of beloning voor hun prestaties kregen De latere en ook de huidige betekenis van het woord is een gevolg van het gegeven of de lotgevallen van de personages uit de stukken, die meestal ten onder gingen of werden bestraft vanwege hun hoogmoed of voor misdrijven.
De tragedie stamt uit de Griekse cultuur en is gegroeid uit rituele dansen en zangen, tijdens ceremoniën ter ere van vruchtbaarheidsgoden, processies en smeektochten om de bevolking voor plagen, epidemieën en andere rampen te beschermen Sommige daarvan waren occasioneel, andere kwamen terug met het seizoen of als een fase in de werkzaamheden (zaaiing of oogst) naderbij kwam Aanvankelijk deed elke bewoner van het dorp of de stad aan het ritueel mee Later werden de samenstellende delen van de ceremonie gestileerd en werden enkele leden van de gemeenschap uitgekozen en geoefend in dans en zang, terwijl de overige bewoners toekeken De verering van Dionysos ging een steeds prominentere plaats opeisen, tot deze zich ontwikkelde tot de tragedie.
Bij het ritmisch dansen kwamen dan vertolkingen en uitbeeldingen van de belevenissen van hun goden, zoals ze deze zich voorstelden in hun mythen De Grieken waren er immers van overtuigd dat hun goden ooit op aarde hadden geleefd en dat zij, na door de mensen te zijn verdreven, zich schuilhielden op de top van de Olympus.

Tragi-komedie
Het drama waarbij het tragische en het komische met elkaar verweven zijn.
Bijvoorbeeld: De kersentuin (1904) van Anton Tsjechov, en De wijze kater (1917) van Herman Heijermans

Transcriptie
De weergeving in (andere) lettertekens.
Bijvoorbeeld: `¶` wordt getranscribeerd tot `p`