Retorica - effectief spreken en schrijven

Deze woordenlijst kan afkomstig zijn van een online bron die niet meer beschikbaar is, of kan zijn samengesteld door externe bronnen. De informatie kan sinds de oorspronkelijke publicatie zijn veranderd. We raden aan om kritisch te zijn bij het beoordelen van de waarde en actualiteit ervan.
Categorie: Taal en literatuur > Retorica
Datum & Land: 17/11/2012, NL offline
Woorden: 2239


Patois
Een dialect; onbeschaafd taalgebruik

Patriarchade
Het genre van epische poëzie in de letterkunde van de achttiende eeuw waarin de figuur van een oudtestamentische personage wordt bezongen Patronymicum,

Patroniem
Een van de naam van de vader, de familie of het geslacht afgeleide naam.
Bijvoorbeeld: Huygens, Jansen, Pietersen

Pentameter
Een jambische vijfvoet van twee maal 2½ dactylen Soms komen er in de eerste helft van de pentameter ook spondeeën en trocheeën voor Hij komt geregeld in de sonnetten van de tachtigers voor, zoals in het voorbeeld van W Kloos (waarbij - een geaccentueerde en U een ongeaccentueerde lettergreep voorstelt):
Nauw zichtbaar wiegen op een lichten zucht
- - ¦ U - ¦U - ¦ U - ¦ U - ¦
De witte bloesems in de schemering - ziet,
U -¦U - ¦ U - ¦U - ¦ U - ¦
Hoe langs mijn venster nog, met ras gerucht,
U - ¦ U - ¦ U - ¦ U - ¦ U - ¦
Een enkele, al te late vogel vliedt.
U - ¦U - ¦U -¦U -¦U - ¦
Uit dit voorbeeld blijkt dat de dichter - in overeenstemming met het zinsritme - soms van het maatschema afwijkt (of lettergrepen zelfs volledig negeert), waardoor een woord bijzondere kracht krijgt Volsterkte regelmaat zou bovendien in een dreun ontaarden

Pentagram
Een woord dat bestaat uit vijf letters

Pejoratief
Een ongunstige of negatieve associatie gekregen.
Bijvoorbeeld: `collaborateur`.
Antoniem: melioratief

Penthemimeres
De cesuur na de vijfde halve lettergreep Ook semiquinarius genoemd

Penultima
De voorlaatste lettergreep

Percontatie
Een imaginaire dialoog van een redenaar met de tegenstander van zijn stelling of zijn publiek Ook exquisitie genoemd Het is een vorm van sermocinatie

Percursie
Een opsomming van feiten of gegevens zonder dat daarbij in details getreden wordt Vergelijk brachylogie

Perfectief
Een verbaal aspect waarbij men de grenzen van het verbale gebeuren (begin, einde) ziet; de voltooide handeling aanduidend.
Bijvoorbeeld: `krijgen` of `sterven`.
Antoniem: duratief

Perfectum
De voltooid tegenwoordige tijd; de werkwoordsvorm die aangeeft dat een handeling in het verleden voltooid is of plaats heeft gevonden; het geeft tevens aan, dat er na het aflopen van een handeling een nieuwe toestand is ingetreden.
Bijvoorbeeld: `hij heeft gelopen`.

Perfectum historicum
De Latijnse benaming voor de aoristus

Performaal
Met betrekking tot het feitelijke taalgebruik (in tegenstelling tot het taalvermogen (zie competence) ofwel mogelijke taalgebruik)

Performance
(Performance, Performantie) Het actuele taalgebruik (als deel van het gedrag).
Antoniem: competence

Performantie
(Performance, Performantie) Het actuele taalgebruik (als deel van het gedrag).
Antoniem: competence

Performatief
De eigenschap van een werkwoord dat een handeling aanduidt die plaatsvindt tijdens de uitspraak.
Bijvoorbeeld: `ik waarschuw je voor...`

Periegese
Een klassieke voorloper van de reisgids met een beschrijving van landen en hun bezienswaardigheden (monumenten, kunstwerken, etc.) Vergelijk hodoeporicon en periplous

Perifrase
De omschrijving (soms overbodig, soms ter verfraaiing of uitbreiding van een uitdrukking) Het omvat ook andere stijlfiguren, zoals de adynaton en antonomasia Ook circumlocutie genoemd Afgeleid van het Griekse peri (rond).
Bijvoorbeeld: `het azuren gewelf` in plaats van `de hemel`

Perifrastische tijd
De (grammaticale) tijd gevormd met een hulpwerkwoord

Periode
Een breed opgebouwde volzin met voor-, tussen- en nazinnen; de verbinding van meerdere kola (= meervoud van kolon).
Een ritmische eenheid, bestaande uit twee of meer leden Ze valt vaak samen met één versregel.

Peripetie
Een drastische, onvoorziene keer in de gebeurtenissen in een literair werk, vooral in een klassieke tragedie

Periplous
Een klassieke beschrijving van reizen langs verre kusten, kan bedoeld zijn als reisgids of als avonturenrelaas Vergelijk hodoeporicon en periegese

Perispomene
De circumflex (~)

Perispomenon
Een woord met de circumflex (~) op de laatste lettergreep

Peristate
Het benadrukken door het gedetailleerd beschrijven van de omstandigheden

Peristrofe
Het aanwenden van de argumenten van de opponent voor eigen gebruik

Permutatie
Zie bij transmutatie

Peroratie
Een pakkende (hartstochtelijke) slotrede waarin een samenvatting van het voorgaande werd gegeven Ook conclusie genoemd Vergelijk exordium en corpus.
Zie meer informatie over de indeling van een klassieke op de pagina over Ordening

Perseverende articulatie
De voortzettende articulatie die assimilatie als gevolg heeft Afgeleid van het Latijnse perseverus (zeer streng) Ook analeptische articulatie genoemd

Personaal
Het stijlmiddel waarbij het verhaal wordt verteld door één van de personages.
Vergelijk: auctoriaal

Personale
Een persoonlijk voornaamwoord

Personificatie
Zie bij antropomorfiseren

Persoon
Degene die spreekt (eerste persoon), aangesproken wordt (tweede persoon) of derde zelfstandigheid van het onderwerp is (derde persoon)

Persoonlijk werkwoord
Een werkwoord dat in alle grammatische personen gebruikt wordt

Perspicuitas
Het gebruik van duidelijke en correcte taal Ook puritas genoemd Een onderdeel van de elocutie

Persuasie
De overreding van het publiek door middel van een redevoering Dit kan getracht worden door aan de rede van de toehoorders te appelleren of een beroep te doen op de gevoelens van het publiek

Pes
Een versvoet

Petite histoire
De geschiedenis van de kleine, anekdotische voorvallen

Petrarkisme
Liefdeslyriek op de manier van Petrarca (1304-1374), voorloper van de Renaissance

Philophronesis
Een poging woede te verzachten door vriendelijke spraak en nederige onderworpenheid tijdens een rede.

Pherecrateus
Een klassieke versmaat gebaseerd op twee trocheeën en één dactylus, genoemd naar de Griekse blijspeldichter Pherecrates

Phalaecisch vers
Zie bij hendekasyllabe

Picareske roman
Zie schelmenroman De naam picareske roman is afkomstig van het Spaanse woord voor schelm: pícaro

Pie quebrado
Een korte regel van gewoonlijk vier, maar in elk geval ten hoogste vijf, lettergrepen in de Spaanse prosodie Overgenomen van het Spaanse pie quebrado (gebroken voet)

Plethorisch
Een hoogdravende stijl; gezwollen taal.

Plagiaat
De letterdieverij

Platitude
Een platte, zeer alledaagse opmerking

Pleonasme
De stijlfiguur waarbij een deel van de betekenis wordt herhaald Afgeleid van het Griekse pleiôn (meer) Als het pleonasme goed wordt gebruikt, verhoogt het de zeggenschap van een mededeling Vergelijk tautologie 1 en epitheton (ornans).
Bijvoorbeeld: `pas geboren baby`, een héél jonge baby.
De nodeloze herhaling van wat al gezegd of begrepen is

Ploce
De figuur waarin een woord wordt afgezonderd of herhaald om het te benadrukken, waarmee het woord niet alleen wordt gebruikt om het individuele object (of de persoon) aan te duiden, maar ook een specifieke eigenschap of kwaliteit Zie ook epizeuxis.
Bijvoorbeeld: `Then why not lips on lips, since eyes in eyes?` (Venus and Adonis van Shakespeare, regel 120).
Het herhalen van een woord met een nieuwe betekenis na de interventie van een ander woord of woorden

Plofklank
Een occlusief

Plurale tantum
Een woord dat alleen in het meervoud voorkomt Afgekort als: pl.t.
Bijvoorbeeld: `hersenen`.
Antoniem: singulare tantum

Pluralis
Het meervoud.
De meervoudsvorm.

Pluralis majestatis
Het gebruik van eerste persoon meervoud in plaats van eerste persoon enkelvoud in officiële stukken.
Bijvoorbeeld: `Wij, Beatrix, Koningin...`

Pluralis modestiae
Het gebruik van eerste persoon meervoud in plaats van eerste persoon enkelvoud uit bescheidenheid

Pluri-interpretabiliteit
De stijlvorm van de Atonale Dichtkunst, waarbij de schrijver zijn woorden bewust een dubbele bodem wil geven, wil dat een bepaald woord, een bepaalde regel voor meer dan één uitleg vatbaar is

Pluri-literaal
Een (Hebreeuws) woord met meer dan drie letters in de stam

Plusquamperfectum
Voltooid verleden tijd.
Bijvoorbeeld: `Ik had geprezen` (Plusquamperfectum activum) en `Ik was geprezen` (Plusquamperfectum passivum).

Pnigos
Zie bij makron

Poesia visiva
Zie visieve poëzie

Poiciologia
Een onhandige, ongrammaticale rede

Polemiek
Een pennenstrijd of twistgeschrift Afgeleid van het Griekse pôlemikôn (strijdkreet)

Poëticisme
(Poëtica, Poëticisme, Poëtiek) De leer der dichtkunst

Poëtica
(Poëtica, Poëticisme, Poëtiek) De leer der dichtkunst

Poëzie
De dichtkunst

Polymetrisch
De eigenschap van een strofe waarvan de verzen van verschillende structuur zijn Ook heterometrisch genoemd.
Antoniem: isometrisch

Polyptoton
De herhaling van hetzelfde woord in één zin, maar in een andere naamval of zinsfunctie Vergelijk paronomasia, figura etymologica en variatie 1.
Bijvoorbeeld: `homo homini lupus` (de ene mens is een wolf voor een andere) van Plautus

Polysemie
De meerduidigheid, het verschijnsel waarbij hetzelfde woord meerdere betekenissen heeft Vergelijk: homoniem en homofoon

Polysyllabisch
Met veel lettergrepen; met meer dan drie lettergrepen

Polysyndeton
Afgeleid van het Griekse sundeo (aaneenschakelen) De verbinding door vele voegwoorden, met name bij een enumeratie.
Bijvoorbeeld een zin uit Vondels Palamedes: `Die zorght, en waeckt, en slaeft, en ploegt, en zwoegt, en zweet,`.
Antoniem: asyndeton.
Het gebruik van een verbinding tussen elke clausula

Polysynthetisch
Incorporerend; onlichamelijk

Polytonie
Het verschijnsel dat talen vocalen hebben met stijgende en vallende accent- of toonbeweging, of met al-of-niet afbreking van de expiratiestroom door een sluiting der stembanden, door welke het tweede deel van de vocaal duidelijk ten opzichte van het eerste wordt gedifferentieerd (zie differentiatie).
Antoniem: monotonie

Popularisme
Een woordvorming of uitdrukking die uit de volkstaal is overgenomen

Portmanteau(woord)
Een vlechtwoord; een mengwoord Ook hypogram genoemd Verwant aan de contaminatie, met als verschil dat de woorden bij een portmanteau niet persé verwant hoeven te zijn Geïntroduceerd door Lewis Caroll in Alice in Wonderland

Positie
De plaats van een klank in een woord ten opzichte van de omgevende klanken.
De plaats van een korte vocaal voor twee consonanten.

Positief
(Positief, Positivus) De stellende trap.
Bijvoorbeeld: `lang`, `groot`.
Vergelijk: comparatief, superlatief en elatief

Positivus
(Positief, Positivus) De stellende trap.
Bijvoorbeeld: `lang`, `groot`.
Vergelijk: comparatief, superlatief en elatief

Possessief
Bezittelijk; in de tweede naamval

Possessief compositum
Een samenstelling die het bezit en de bezitter aanduidt van hetgeen de leden samen noemen.
Bijvoorbeeld: `roodborstje`

Possessief pronomen
(Possessivum, Possessief pronomen) Een bezittelijk voornaamwoord

Possessieve genetief
De tweede naamval die een bezitsrelatie uitdrukt.
Bijvoorbeeld: `vaders jas`

Possessivum
(Possessivum, Possessief pronomen) Een bezittelijk voornaamwoord

Postpositie
Een achteropplaatsing Zie bij anastrofe

Postulaat
Een hypothese

Postverbaal
Een woord dat is afgeleid van een werkwoord.
Bijvoorbeeld: `draf` is postverbaal, dat wil zeggen: het is secundair ten opzichte van `draven`

Potentialis
De mogelijkheiduitdrukkende modus

Poulter`s measure
Een gedicht met afwisselend 12 en 14-lettergreperige verzen

Praecognitio
Latijnse term voor de narratie

praedicatum
(Predikatief, praedicatum) Tot het gezegde behorend; als (deel van het) gezegde fungerend.
Antoniem: attributief

praepositio
(Prepositie, praepositio) Een voorzetsel

Pragmatiek
De taalkunde met het oog op de praktische toepasbaarheid; het onderzoek naar hoe de context invloed heeft op de manier van het interpreteren van zinnen

Pragmatografie
Het levendig beschrijven van een actie of gebeurtenis

Preambule
Een inleidende zin; een uitweiding vooraf

Preciositeit
Een gemaakt verfijnde stijl Een vorm van maniërisme Vergelijk euphuïsme, gongorisme, marinisme en Schwulst

Predicabel
Van een subject kunnende worden; autologisch

Predikaat
Het gezegde.
Dat wat in een oordeel van het subject gezegd wordt

Predikaatsnomen
Het naamwoordelijk deel van het gezegde

Predikatief
(Predikatief, praedicatum) Tot het gezegde behorend; als (deel van het) gezegde fungerend.
Antoniem: attributief

Prefigeren
Van een prefix (zie hieronder) voorzien

Prefix
Een voorvoegsel; zie bij affix