PatoisEen dialect; onbeschaafd taalgebruik
PatriarchadeHet genre van epische poëzie in de letterkunde van de achttiende eeuw waarin de figuur van een oudtestamentische personage wordt bezongen Patronymicum,
PatroniemEen van de naam van de vader, de familie of het geslacht afgeleide naam.
Bijvoorbeeld: Huygens, Jansen, Pietersen
PentameterEen jambische vijfvoet van twee maal 2½ dactylen Soms komen er in de eerste helft van de pentameter ook spondeeën en trocheeën voor Hij komt geregeld in de sonnetten van de tachtigers voor, zoals in het voorbeeld van W Kloos (waarbij - een geaccentueerde en U een ongeaccentueerde lettergreep voorstelt):
Nauw zichtbaar wiegen op een lichten zucht
- - ¦ U - ¦U - ¦ U - ¦ U - ¦
De witte bloesems in de schemering - ziet,
U -¦U - ¦ U - ¦U - ¦ U - ¦
Hoe langs mijn venster nog, met ras gerucht,
U - ¦ U - ¦ U - ¦ U - ¦ U - ¦
Een enkele, al te late vogel vliedt.
U - ¦U - ¦U -¦U -¦U - ¦
Uit dit voorbeeld blijkt dat de dichter - in overeenstemming met het zinsritme - soms van het maatschema afwijkt (of lettergrepen zelfs volledig negeert), waardoor een woord bijzondere kracht krijgt Volsterkte regelmaat zou bovendien in een dreun ontaarden
PentagramEen woord dat bestaat uit vijf letters
PejoratiefEen ongunstige of negatieve associatie gekregen.
Bijvoorbeeld: `collaborateur`.
Antoniem: melioratief
PenthemimeresDe cesuur na de vijfde halve lettergreep Ook semiquinarius genoemd
PenultimaDe voorlaatste lettergreep
PercontatieEen imaginaire dialoog van een redenaar met de tegenstander van zijn stelling of zijn publiek Ook exquisitie genoemd Het is een vorm van sermocinatie
PercursieEen opsomming van feiten of gegevens zonder dat daarbij in details getreden wordt Vergelijk brachylogie
PerfectiefEen verbaal aspect waarbij men de grenzen van het verbale gebeuren (begin, einde) ziet; de voltooide handeling aanduidend.
Bijvoorbeeld: `krijgen` of `sterven`.
Antoniem: duratief
PerfectumDe voltooid tegenwoordige tijd; de werkwoordsvorm die aangeeft dat een handeling in het verleden voltooid is of plaats heeft gevonden; het geeft tevens aan, dat er na het aflopen van een handeling een nieuwe toestand is ingetreden.
Bijvoorbeeld: `hij heeft gelopen`.
Perfectum historicumDe Latijnse benaming voor de aoristus
PerformaalMet betrekking tot het feitelijke taalgebruik (in tegenstelling tot het taalvermogen (zie competence) ofwel mogelijke taalgebruik)
Performance(Performance, Performantie) Het actuele taalgebruik (als deel van het gedrag).
Antoniem: competence
Performantie(Performance, Performantie) Het actuele taalgebruik (als deel van het gedrag).
Antoniem: competence
PerformatiefDe eigenschap van een werkwoord dat een handeling aanduidt die plaatsvindt tijdens de uitspraak.
Bijvoorbeeld: `ik waarschuw je voor...`
PeriegeseEen klassieke voorloper van de reisgids met een beschrijving van landen en hun bezienswaardigheden (monumenten, kunstwerken, etc.) Vergelijk hodoeporicon en periplous
PerifraseDe omschrijving (soms overbodig, soms ter verfraaiing of uitbreiding van een uitdrukking) Het omvat ook andere stijlfiguren, zoals de adynaton en antonomasia Ook circumlocutie genoemd Afgeleid van het Griekse peri (rond).
Bijvoorbeeld: `het azuren gewelf` in plaats van `de hemel`
Perifrastische tijdDe (grammaticale) tijd gevormd met een hulpwerkwoord
PeriodeEen breed opgebouwde volzin met voor-, tussen- en nazinnen; de verbinding van meerdere kola (= meervoud van kolon).
Een ritmische eenheid, bestaande uit twee of meer leden Ze valt vaak samen met één versregel.
PeripetieEen drastische, onvoorziene keer in de gebeurtenissen in een literair werk, vooral in een klassieke tragedie
PeriplousEen klassieke beschrijving van reizen langs verre kusten, kan bedoeld zijn als reisgids of als avonturenrelaas Vergelijk hodoeporicon en periegese
PerispomeneDe circumflex (~)
PerispomenonEen woord met de circumflex (~) op de laatste lettergreep
PeristateHet benadrukken door het gedetailleerd beschrijven van de omstandigheden
PeristrofeHet aanwenden van de argumenten van de opponent voor eigen gebruik
PermutatieZie bij
transmutatie
PeroratieEen pakkende (hartstochtelijke) slotrede waarin een samenvatting van het voorgaande werd gegeven Ook conclusie genoemd Vergelijk exordium en corpus.
Zie meer informatie over de indeling van een klassieke op de pagina over Ordening
Perseverende articulatieDe voortzettende articulatie die assimilatie als gevolg heeft Afgeleid van het Latijnse perseverus (zeer streng) Ook analeptische articulatie genoemd
PersonaalHet stijlmiddel waarbij het verhaal wordt verteld door één van de personages.
Vergelijk: auctoriaal
PersonaleEen persoonlijk voornaamwoord
PersonificatieZie bij
antropomorfiseren
PersoonDegene die spreekt (eerste persoon), aangesproken wordt (tweede persoon) of derde zelfstandigheid van het onderwerp is (derde persoon)
Persoonlijk werkwoordEen werkwoord dat in alle grammatische personen gebruikt wordt
PerspicuitasHet gebruik van duidelijke en correcte taal Ook puritas genoemd Een onderdeel van de elocutie
PersuasieDe overreding van het publiek door middel van een redevoering Dit kan getracht worden door aan de rede van de toehoorders te appelleren of een beroep te doen op de gevoelens van het publiek
PesEen versvoet
Petite histoireDe geschiedenis van de kleine, anekdotische voorvallen
PetrarkismeLiefdeslyriek op de manier van Petrarca (1304-1374), voorloper van de Renaissance
PhilophronesisEen poging woede te verzachten door vriendelijke spraak en nederige onderworpenheid tijdens een rede.
PherecrateusEen klassieke versmaat gebaseerd op twee trocheeën en één dactylus, genoemd naar de Griekse blijspeldichter Pherecrates
Phalaecisch versZie bij
hendekasyllabe
Picareske romanZie schelmenroman De naam picareske roman is afkomstig van het Spaanse woord voor schelm: pícaro
Pie quebradoEen korte regel van gewoonlijk vier, maar in elk geval ten hoogste vijf, lettergrepen in de Spaanse prosodie Overgenomen van het Spaanse pie quebrado (gebroken voet)
PlethorischEen hoogdravende stijl; gezwollen taal.
PlagiaatDe letterdieverij
PlatitudeEen platte, zeer alledaagse opmerking
PleonasmeDe stijlfiguur waarbij een deel van de betekenis wordt herhaald Afgeleid van het Griekse pleiôn (meer) Als het pleonasme goed wordt gebruikt, verhoogt het de zeggenschap van een mededeling Vergelijk tautologie 1 en epitheton (ornans).
Bijvoorbeeld: `pas geboren baby`, een héél jonge baby.
De nodeloze herhaling van wat al gezegd of begrepen is
PloceDe figuur waarin een woord wordt afgezonderd of herhaald om het te benadrukken, waarmee het woord niet alleen wordt gebruikt om het individuele object (of de persoon) aan te duiden, maar ook een specifieke eigenschap of kwaliteit Zie ook epizeuxis.
Bijvoorbeeld: `Then why not lips on lips, since eyes in eyes?` (Venus and Adonis van Shakespeare, regel 120).
Het herhalen van een woord met een nieuwe betekenis na de interventie van een ander woord of woorden
PlofklankEen occlusief
Plurale tantumEen woord dat alleen in het meervoud voorkomt Afgekort als: pl.t.
Bijvoorbeeld: `hersenen`.
Antoniem: singulare tantum
PluralisHet meervoud.
De meervoudsvorm.
Pluralis majestatisHet gebruik van eerste persoon meervoud in plaats van eerste persoon enkelvoud in officiële stukken.
Bijvoorbeeld: `Wij, Beatrix, Koningin...`
Pluralis modestiaeHet gebruik van eerste persoon meervoud in plaats van eerste persoon enkelvoud uit bescheidenheid
Pluri-interpretabiliteitDe stijlvorm van de Atonale Dichtkunst, waarbij de schrijver zijn woorden bewust een dubbele bodem wil geven, wil dat een bepaald woord, een bepaalde regel voor meer dan één uitleg vatbaar is
Pluri-literaalEen (Hebreeuws) woord met meer dan drie letters in de stam
PlusquamperfectumVoltooid verleden tijd.
Bijvoorbeeld: `Ik had geprezen` (Plusquamperfectum activum) en `Ik was geprezen` (Plusquamperfectum passivum).
PnigosZie bij
makron
Poesia visivaZie visieve poëzie
PoiciologiaEen onhandige, ongrammaticale rede
PolemiekEen pennenstrijd of twistgeschrift Afgeleid van het Griekse pôlemikôn (strijdkreet)
Poëticisme(Poëtica, Poëticisme, Poëtiek) De leer der dichtkunst
Poëtica(Poëtica, Poëticisme, Poëtiek) De leer der dichtkunst
PoëzieDe dichtkunst
PolymetrischDe eigenschap van een strofe waarvan de verzen van verschillende structuur zijn Ook heterometrisch genoemd.
Antoniem: isometrisch
PolyptotonDe herhaling van hetzelfde woord in één zin, maar in een andere naamval of zinsfunctie Vergelijk paronomasia, figura etymologica en variatie 1.
Bijvoorbeeld: `homo homini lupus` (de ene mens is een wolf voor een andere) van Plautus
PolysemieDe meerduidigheid, het verschijnsel waarbij hetzelfde woord meerdere betekenissen heeft Vergelijk: homoniem en homofoon
PolysyllabischMet veel lettergrepen; met meer dan drie lettergrepen
PolysyndetonAfgeleid van het Griekse sundeo (aaneenschakelen) De verbinding door vele voegwoorden, met name bij een enumeratie.
Bijvoorbeeld een zin uit Vondels Palamedes: `Die zorght, en waeckt, en slaeft, en ploegt, en zwoegt, en zweet,`.
Antoniem: asyndeton.
Het gebruik van een verbinding tussen elke clausula
PolysynthetischIncorporerend; onlichamelijk
PolytonieHet verschijnsel dat talen vocalen hebben met stijgende en vallende accent- of toonbeweging, of met al-of-niet afbreking van de expiratiestroom door een sluiting der stembanden, door welke het tweede deel van de vocaal duidelijk ten opzichte van het eerste wordt gedifferentieerd (zie differentiatie).
Antoniem: monotonie
PopularismeEen woordvorming of uitdrukking die uit de volkstaal is overgenomen
Portmanteau(woord)Een vlechtwoord; een mengwoord Ook hypogram genoemd Verwant aan de contaminatie, met als verschil dat de woorden bij een portmanteau niet persé verwant hoeven te zijn Geïntroduceerd door Lewis Caroll in Alice in Wonderland
PositieDe plaats van een klank in een woord ten opzichte van de omgevende klanken.
De plaats van een korte vocaal voor twee consonanten.
Positief(Positief, Positivus) De stellende trap.
Bijvoorbeeld: `lang`, `groot`.
Vergelijk: comparatief, superlatief en elatief
Positivus(Positief, Positivus) De stellende trap.
Bijvoorbeeld: `lang`, `groot`.
Vergelijk: comparatief, superlatief en elatief
PossessiefBezittelijk; in de tweede naamval
Possessief compositumEen samenstelling die het bezit en de bezitter aanduidt van hetgeen de leden samen noemen.
Bijvoorbeeld: `roodborstje`
Possessief pronomen(Possessivum, Possessief pronomen) Een bezittelijk voornaamwoord
Possessieve genetiefDe tweede naamval die een bezitsrelatie uitdrukt.
Bijvoorbeeld: `vaders jas`
Possessivum(Possessivum, Possessief pronomen) Een bezittelijk voornaamwoord
PostpositieEen achteropplaatsing Zie bij anastrofe
PostulaatEen hypothese
PostverbaalEen woord dat is afgeleid van een werkwoord.
Bijvoorbeeld: `draf` is postverbaal, dat wil zeggen: het is secundair ten opzichte van `draven`
PotentialisDe mogelijkheiduitdrukkende modus
Poulter`s measureEen gedicht met afwisselend 12 en 14-lettergreperige verzen
PraecognitioLatijnse term voor de narratie
praedicatum(Predikatief, praedicatum) Tot het gezegde behorend; als (deel van het) gezegde fungerend.
Antoniem: attributief
praepositio(Prepositie, praepositio) Een voorzetsel
PragmatiekDe taalkunde met het oog op de praktische toepasbaarheid; het onderzoek naar hoe de context invloed heeft op de manier van het interpreteren van zinnen
PragmatografieHet levendig beschrijven van een actie of gebeurtenis
PreambuleEen inleidende zin; een uitweiding vooraf
PreciositeitEen gemaakt verfijnde stijl Een vorm van maniërisme Vergelijk euphuïsme, gongorisme, marinisme en Schwulst
PredicabelVan een subject kunnende worden; autologisch
PredikaatHet gezegde.
Dat wat in een oordeel van het subject gezegd wordt
PredikaatsnomenHet naamwoordelijk deel van het gezegde
Predikatief(Predikatief, praedicatum) Tot het gezegde behorend; als (deel van het) gezegde fungerend.
Antoniem: attributief
PrefigerenVan een prefix (zie hieronder) voorzien
PrefixEen voorvoegsel; zie bij affix