Edu Actief - Schonenvaart begrippen

Categorie: Algemeen of niet ingedeeld
Datum & Land: 27/01/2014, NL
Woorden: 1437

horn-effect
Bij het horn-effect overheerst één negatief element de beoordeling van een medewerker.

horizontale taakverruiming
Ook wel: job-enlargement. De medewerker krijgt meer taken op hetzelfde niveau.

horizontale presentatie
Artikelen die naast elkaar worden gepresenteerd.

horizontale compositie
Bij horizontale compositie lopen de belangrijkste lijnen van de etalage in horizontale richting.

horizontale actie
Deze acties zijn erop gericht nieuwe klanten te trekken voor een artikel of een winkel.

hoog BTW-tarief
19% van de verkoopprijs. Hier vallen de meeste artikelen onder.

hoofddoelstellingen
Hoofddoelstellingen kunnen we indelen in de primaire hoofddoelstellingen (de reden waarom het bedrijf bestaat) en de verder liggende hoofddoelstellingen (bijvoorbeeld winst maken).

homeshopping
Bij homeshopping worden de producten via de televisie in namaaktalkshows aangeprezen. Er kan per telefoon worden besteld met de garantie ‘niet goed, geld terug’.

hoger beroep
Een veroordeelde gaat naar een hogere rechter en vraagt om een nieuwe uitspraak.

Hoge Raad
Dit is het hoogste rechtsorgaan. De rechters van de Hoge Raad behandelen cassatiezaken.

hoeveelheidsindexcijfer
Het enkelvoudig hoeveelheidsindexcijfer geeft de verhouding weer van de hoeveelheid verkochte artikelen in de verslagperiode ten opzicht van het aantal in de basisperiode. Dus:
hoeveelheid verslagperiode
-------------------------------------------- x 100
hoeveelheid basisperiode

hoeketalage
Een hoeketalage is van twee kanten te benaderen.

hobbybladen
Week- of maandbladen die over één thema (onderwerp) gaan.

huurkoop
Bij huurkoop mag je het product wat je wilt hebben meteen meenemen. Je betaalt dan iedere maand een bepaald bedrag totdat je het hele bedrag hebt afbetaald. Pas dan is het product van jou.

hurken
Hurken is het naar de grond gaan door de knieën te buigen.

hulpmiddelen voor etaleren
De gereedschappen die een etaleur gebruikt om een etalage te maken.

hulpkracht
Een hulpkracht is iemand die doorgaans gemiddeld niet langer dan 12 uur per week werkt, dan wel een scholier of student die tijdens vakantiesluiting van zijn school of universiteit in de onderneming werkt.

huisstijl
Daarmee wordt alles bedoeld wat je aan een onderneming kunt zien en waardoor je een onderneming kunt herkennen. Bijvoorbeeld: vormgeving, inrichting, kleur en lettertype.

huisregels
Afspraken over het gedrag van personeel en klanten in de winkel.

huiskleur
In veel winkels wordt een vaste kleur gebruikt in de etalage. Die kleur noemen we de huiskleur.

huis-aan-huisbladen
Deze bladen worden gratis verspreid. Ze brengen luchtig nieuws uit stad en streek en veel reclame.

hypotheek
Een vorm van lenen die speciaal is bedoeld voor mensen met onvoldoende eigen geld die een huis willen kopen. De gekochte woning dient daarbij als onderpand voor het geval men niet meer aan de aflossing kan voldoen.

hypermarkt
Een zeer groot, aan de rand van de stad gevestigd warenhuis met een breed en diep assortiment in food en een breed en minder diep assortiment in non-food.

hygiënefactoren
Ook wel: demotivatoren of dissatisfiers. Bijvoorbeeld het salaris of de arbeidsomstandigheden. Als deze factoren niet goed geregeld zijn, zullen de medewerkers minder hard gaan werken.

hygiëne
Hygiëne zijn de regels voor goed schoonmaken.

identificatieplicht
Iedere werknemer moet bij indiensttreding een geldig identiteitsbewijs tonen. Zwartwerken en het in dienst nemen van illegale werknemers wordt zo bemoeilijkt.

importeur
Een importeur importeert goederen vanuit het buitenland. Hij voert goederen in vanuit het buitenland.

immigratie
De stroom van mensen die vanuit het buitenland in Nederland gaan wonen.

immigrant
Een persoon die vanuit het buitenland in Nederland komt wonen.

immateriële schade
Immateriële schade als gevolg van criminaliteit houdt bijvoorbeeld in: angst, een gevoel van onveiligheid.

imagereclame
Deze vorm van reclame loopt over een wat langere termijn en is herkenbaar doordat de reclame vaak wordt herhaald. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om het creëren van naamsbekendheid.

imagedisplay
In een imagedisplay wordt het artikel met behulp van decoratiemateriaal zo aantrekkelijk mogelijk uitgestald.

imagepresentatie
In een imagepresentatie wordt het artikel met behulp van decoratiemateriaal zo aantrekkelijk mogelijk uitgestald. De nadruk ligt op het artikel en niet op de prijs.

impulsaankopen
De aankoop van een artikel zonder dat je dat vooraf van plan was.

impulsartikelen
Artikelen die vaak in een opwelling worden gekocht.

intrinsieke leider
De geboren leider die, in welke situatie hij-zij ook terechtkomt, altijd het voortouw neemt.

intrapreneur
Intrapreneurs zijn intern (naar binnen) gerichte ondernemers. Het zijn de ‘houwers’. Ze proberen hun eigen systeem te perfectioneren en lopen niet voorop bij veranderingen.

interne werving
Bij interne werving wordt een geschikte medewerker binnen het bedrijf gezocht.

interne verkoopbevordering
Alles wat je doen om artikelen in de winkel onder de aandacht van de consument te brengen.

interne transportmiddelen
Hulpmiddelen om het transport in de winkel te vergemakkelijken.

interne PR
Public relations die zich richt op doelgroepen binnen het bedrijf.

interne opleiding
Een interne opleiding wordt door de werknemers in een bedrijf voorbereid en uitgevoerd. Het nadeel hiervan is dat de kosten vrij hoog kunnen zijn. Voordeel van een interne opleiding is bijvoorbeeld dat de interne opleiding direct toepasbaar is.

interne goederenstroom
De weg die de goederen binnen de winkel afleggen.

interne criminaliteit
Criminele handelingen waarbij het winkelpersoneel is betrokken.

interne communicatie
Communicatie binnen het bedrijf.

intern transport
Transport van artikelen binnen de winkel.

intern promotiemateriaal
Materiaal dat binnen de winkel wordt toegepast voor promotionele doeleinden.

intern magazijn
Magazijn binnen de winkelvestiging.

interieur
De binnenkant van de winkel.

integratie (bedrijfskolom)
Het uitschakelen van een schakel in de bedrijfskolom. De kolom wordt korter.

integratie (samenleving)
De nieuwkomer neemt de belangrijkste delen van de dominante cultuur over (taal en wettelijke regels) en behoudt de eigen cultuurgewoonten die niet botsen met die van de dominante cultuur.

instemmingsrecht
De directie van een bedrijf heeft instemming nodig van de OR bij besluiten die te maken hebben met het sociale beleid van de instelling.

inpakmaterialen
Afhankelijk van het soort artikel zijn er verschillende materialen die je voor het inpakken kunt gebruiken, bijvoorbeeld inpakpapier, draagtassen, cadeaupapier.

inpakken
Nadat een artikel is afgerekend, moet het vaak nog worden ingepakt. Dit is ook een taak van de verkoopmedewerker.

inkopen
Na het vergelijken van kwaliteit, prijs, leverings- en betalingsvoorwaarden van verschillende leveranciers komen tot afspraken met een of meerdere leveranciers. Let op: inkopen is niet hetzelfde als bestellen!

inkoopwaarde van de omzet
Inkoopwaarde van de omzet = beginvoorraad + inkopen – eindvoorraad.

inkomensverdeling
De manier waarop de inkomens over de bevolking zijn verdeeld.

initiatiefrecht
De OR heeft het recht voorstellen te doen aan de directie. De directie is verplicht om die voorstellen serieus te overwegen.

infrastructuur
Alle verkeerswegen (water, weg, spoor en lucht) en alle daarbij behorende zaken zoals lichtmasten, verkeerslichten enzovoort. Kortom, alle zaken die nodig zijn om vervoermiddelen te kunnen gebruiken.

informeren
Een klant inlichten over de eigenschappen of kenmerken van een artikel.

informele relaties
Op een niet-zakelijke manier met elkaar omgaan. Bijvoorbeeld: kaarten in de middagpauze, personeelsuitjes.

informatietechnologie
Het vastleggen of verwerken van gegevens en informatie via (computer)technologie.

informatiestroom
Bij de informatiestroom gaat het om: - de productinformatie van producent naar consument (van boven naar beneden door de bedrijfskolom) - de wensen en behoeften van de klant richting producent (van beneden naar boven door de bedrijfskolom).

informatierecht
Het recht dat de OR heeft om over de juiste informatie te beschikken. De werkgever is verplicht deze informatie te verstrekken.

informatiefolder
Het informeren van de klant en de detaillist over de aankoop en de betaling.

informateur
Na de verkiezingen onderzoekt de informateur of er politieke partijen zijn die met elkaar willen samenwerken.

individuele arbeidsovereenkomst
De individuele arbeidsovereenkomst wordt gesloten tussen werkgever en werknemer. Hierin worden twee soorten onderscheiden; de arbeidsovereenkomst voor bepaalde en onbepaalde tijd.

individueel merk
Wanneer een fabrikant een product met een eigen naam op de markt brengt is er sprake van een individueel product. Bijvoorbeeld de wasmiddelen Omo en Persil.

individualisering
De ontwikkeling in de moderne maatschappij waarbij mensen zich steeds minder zien als lid van een groep en steeds meer als een uniek en onafhankelijk individu. Hierdoor wordt het steeds moeilijker het consumentengedrag te voorspellen en markten in te delen in voldoende grote segmenten

indirecte controle
Het achteraf, vanuit geregistreerde en geadministreerde gegevens, toetsen van de werkelijkheid aan de gestelde norm.

indirecte democratie
De bevolking kiest volksvertegenwoordigers die in naam van het volk het bestuur beïnvloeden.

indexcijfer
Een verhoudingscijfer dat een stijging of daling te zien geeft ten opzichte van een gekozen tijdstip, de basisperiode.

indeling van de stelling
Bij de stellingindeling gaat het om de manier waarop de goederen in de stelling worden neergezet.

indeling van het magazijn
Bij de indeling van het magazijn gaat het om de plaats waar de goederen worden opgeslagen.

inbraakpreventie
Winkelpand zo goed mogelijk beveiligen tegen inbraak.

inboedelverzekering
Een verzekering die tegen de risico’s van schade aan de inboedel van je woning zoals je meubelen. De verzekering keert bijvoorbeeld uit wanneer je schade hebt aan je tv als gevolg van een blikseminslag.

in verzekering stellen
De politie houdt de verdachte vast op het bureau.

in beslag nemen van goederen
Dit mag bij voorwerpen die verboden zijn, gestolen zijn of kunnen dienen als bewijsmateriaal bij een rechtszaak.

invloed van de massamedia
De massamedia hebben invloed op het koopgedrag en de meningen van de mensen.

inverzekeringstelling
De politie houdt de verdachte vast op het bureau.

inventariseren
Het opnemen van de voorraad, waarbij de voorraad wordt uitgedrukt in aantallen.

inventarisatieplan
Voordat je gaat inventariseren stelt de bedrijfsleiding een inventarisatieplan op. Wie welke goederen gaat tellen, hoeveel tijd dat mag kosten, welke hulpmiddelen voorhanden zijn en hoe het personeel wordt geïnformeerd.

introductieprogramma
Het introductieprogramma omvat alle informatie die nodig is om de werkzaamheden, de collega’s en de bedrijfscultuur te leren kennen. Het inwerken is daar onderdeel van.

introductiekorting
Als je een nieuw of vernieuwd product onder de aandacht wilt brengen, kun je een tijdelijke introductiekorting geven aan de consument. Het product wordt dan tijdelijk tegen een lagere prijs aangeboden.

islam
Godsdienst van moslims.

italic
Lettervariatie: cursief.

jaaroverzicht
Een jaaroverzicht waarin staat: - welke artikelen er moeten worden gepresenteerd - welke displays er moeten worden gemaakt - hoe de displays eruit moeten zien - welke voorzieningen moeten worden getroffen.

jongeren
Jongeren hebben behoorlijk wat geld te besteden en zijn daarom belangrijk voor fabrikanten en winkelbedrijven.

joint promotions
Detaillisten werken samen met andere bedrijven of instellingen op het gebied van promotie.

job-rotation
Ook wel: taakroulatie. Medewerkers wisselen van taak.

job-enlargement
Ook wel: horizontale taakverruiming. De medewerker krijgt meer taken op hetzelfde niveau.

job-enrichement
Ook wel: verticale taakverruiming. De medewerker krijgt er taken bij die op een hoger niveau liggen.

jurisprudentie
Uitspraken (vonnissen en arresten)van rechters die bepalen hoe het recht uitgelegd moet worden.

katheder
Een katheder is een spreekgestoelte waarachter de spreker staat om de vergadering toe te spreken.

kasverschillen
Het verschil tussen het geregistreerde bedrag en het bedrag dat daadwerkelijk in de kassa zit.

kassahandelingen
Voorbeelden van kassahandelingen zijn: het gebruiksklaar maken van de check-out, het bedienen van de kassa en het inpakken van de artikelen

kassafuncties
Een kassa kan de volgende functies hebben: bewaarfunctie, rekenfunctie, registratiefunctie, controlefunctie en informatiefunctie.

kassabon
Bon voor de klant met informatie over de gedane aankoop.

kassadisplay
Een kassadisplay wordt gebruikt om artikelen bij de afrekenplaats te presenteren. Door middel van een kassadisplay trekt de winkelier of fabrikant de aandacht van de consument tijdens het wachten. Zo kun je proberen om consumenten tot impulsaankopen te verleiden.

kassa-instructie
Handleiding met betrekking tot de gebruiksaanwijzing van de kassa en afspraken die de medewerkers moeten nakomen ten aanzien van het werken aan de check-out en het afrekenen aan de kassa.