Medische woordenlijst

Categorie: Medisch
Datum & Land: 27/01/2014, NL
Woorden: 2212

Huid-ontsmetting
Ontsmetting (= desinfectie) van de huid met een ontsmettingsmiddel (= antisepticum, desinfectans). Meestal voorafgaande aan een injectie, insnijding (= incisie) of operatie.

Huid-ontsteking
(dermatitis) Ontsteking (= -itis) van de huid (= derma) - Mogelijke verschijnselen (o.a.) - rode huid, huid-irritatie, huidpijn, pijnlijke plekken, blaasjes (= huid-erupties) - Mogelijke oorzaken (o.a.): , verstoorde (huid)afweer-reactie (= immuunreactie), zoals bij eczeem, psoriasis en andere keratinisatie-stoornissen , infectie van de huid met micro-organismen, zoals bacteriën, virussen, schimmels, gisten en parasieten , bijwerking van medicijnen - Mogelijke behandelingen (o.a.) - steriele huid-ontstekingen: zie o.a. eczeem en psoriasis , infectueuze huid-ontstekingen: zie huidmiddelen , combinaties

Huid-tumoren
(huidkanker) - , goedaardige (= benigne) huidtumoren (o.a. moedervlekken, wijnvlek) , kwaadaardige (= maligne) huidtumoren (= huidkanker)

Huid-tumoren, goedaardige
Huidtumoren met een geringe kans op uitzaaiing (O.a.): , angioom (o.a. wijnvlek) , caverneus hemangioom , dermato-fibroom , fibroom , granuloma pyogenicum , lipoom , Kaposi-sarcoom, goedaardige vorm , keloïd , kerato-acanthoom , moedervlekken (= naevi) , seborroïsche wratten

Huid-tumoren, kwaadaardige
(huidkanker) Huidgezwellen met een betrekkelijk grote kans op uitzaaiing (= metastaseren) o.a.: , basocellulair carcinoom , Kaposi-sarcoom, kwaadaardige vorm , melanoom , plaveiselcel-carcinoom , ziekte van Bowen (= intra-dermaal carcinoom) , ziekte van Paget

Huid-vlekken, rode
zie : erytheem

Huid-aandoeningen
(dermatosen) Huid-aandoeningen zijn vaak moeilijk van elkaar te - onderscheiden. Dit komt o.a. doordat veel huid-aandoeningen dezelfde soort verschijnselen (kunnen) vertonen en-of omdat er sprake is van meerdere huid-aandoeningen tegelijk of na elkaar. - Huid-aandoeningen kunnen ook gepaard gaan met slimvlies-aandoeningen. - Mogelijke oorzaken (o.a.) - primair : de oorzaak is in de huid zelf gelegen , secundair : de huid-aandoening is het gevolg van een andere aandoening

Huid-infecties
Ontsteking van de huid met een bacteriën, virussen, gisten, schimmels of parasieten, zoals mijt, schurft en wormen. - Mogelijke verschijnselen (o.a.) - oppervlakkige huid-infecties: enkel ontsteking van de bovenste huidlaag: roodheid, zwelling, pijn, zweertjes, puistjes, pusvorming (huid-abces) , diepe(re) huid-infecties: tevens ontsteking van de diepere huidlagen en het onderliggende bindweefsel: roodheid, zwelling, pijn en koorts. NB. Neem bij koorts contact op met uw (huis)arts!) - Mogelijke oorzaken (o.a.) - beschadiging of verwonding van de huid , krabben (vooral bij eczeem en psoriasis) , brandwonden , slechte verzorging van huidwonden , huid-aandoeningen zoals eczeem en psoriasis

Huid-infecties, behandeling
Mogelijke behandelingen van huidinfecties (o.a.): , goede huid-hygiëne , zoals (zo mogelijk) regelmatig handen wassen met zeep, kort geknipte nagels, zo weinig mogelijk krabben, alleen eigen (schone) handdoek gebruiken , ontsmetting (= desinfectie) van de huid of wond: zie ontsmettingsmiddelen (o.a. chloorhexidine en jood); gebruik bij voorkeur steriele gaasjes of tissues , uitwendige medicijnen : anti-microbiële middelen: bijv. antibioticum-crème of -zalf (gebruik: meestal 2 x daags en niet langer dan 14 dagen) of anti-schimmelzalf , inwendige medicijnen : meestal bij diepere huidinfecties, zoals wondroos: antibioticum-capsules of -tabletten , anti-tetanus-injectie , bij diepe huidwonden door mogelijke vuile voorwerpen (NB. vergeet niet de tetanus-kuur af te maken!)

HVK
(hypofyse-voorkwab) - hypofyse-aandoeningen

Hypotensie, orthostatische
Vrij plotselinge bloeddrukdaling (= hypotensie) bij (te snel) opstaan uit zittende of liggende houding als gevolg van het zakken van het bloed naar de onderste delen van het lichaam. - Mogelijke verschijnselen (o.a.) Duizeligheid, zweverigheid, wankelen, botbreuken - Mogelijke oorzaken (o.a.) - ouderdom, waardoor de bloeddrukregulatie na opstaan kan zijn vertraagd , bepaalde vaataandoeningen , als bijwerking van bepaalde bloeddrukverlagers (o.a. ACE-remmers en vaatwijders) - Mogelijke behandelingen (o.a.) - langzaam opstaan , verlaging van de dosering van de bloeddrukverlager of vervangin daarvan door een ander middel

Hyposmie
Tijdelijk of blijvend gedeeltelijk verlies van de reukzin.

Hyposalivatie
Te geringe speekselproductie.

Hypoprotrombinemie
Abnormaal laag (= hypo-) protrombine-gehalte van het bloed (= haem). Protrombine (= bloedstollingsfactor II) speelt een belangrijke rol bij de bloedstolling. - Mogelijke verschijnselen (o.a.) Verlengde bloedstollingstijd (= protrombinetijd), waardoor bloedingen langer duren dan normaal. - Mogelijke oorzaken (o.a.) Tekort aan de stollingsfactoren II, VII, IX en X, een tekort aan vitamine K en overdosering van bepaalde antistollingsmiddelen (cumarine-derivaten). - Mogelijke behandelingen (o.a.) - medicijnen: vitamine K, fytomenadion- - Konakion® (vit. K1)

Hypopnoe
Oppervlakkige ademhaling.

Hypopituïtarisme
Verminderd functioneren van de voorkwab van de hypofyse.

Hypoparathyreoïdie
Verminderde hormoonproductie door de bijschildklieren, (= glandulae parathyreoïdae) waardoor het parathormoon-gehalte van het bloed abnormaal laag is. - Mogelijke behandelingen (o.a.) - medicijnen: vitamine D3

Hypomotiliteit, maag-darmkanaal
Vertraagde maagdarm-motoriek (= peristaltiek) met als gevolg een vertraagde lediging van maag en darmen, resp. trage stoelgang.

Hyponatriëmie
(te weinig natrium in bloed) Abnormaal laag (= hypo-) natrium-gehalte van het bloed (= -emie). - Mogelijke oorzaken (o.a.) - overmatige productie van het anti-diuretische hormoon (= ADH = vasopressine) door de bijnierschors (= syndroom van Conn) , hyperhydratie - Mogelijke behandelingen (o.a.) - medicijnen: demeclocycline (= Ledermycin®)

Hypokaliëmie
(abnormaal lage bloedkaliumspiegel) - kalium-tekort

Hypoglykemie, behandeling
Mogelijke behandelingen van hypoglykemie (o.a.): , zo vlug mogelijk innemen van (druiven)suiker, glucose-tabletten, snoep, suikerhoudende drank (o.a. vruchtensap), melk , regelmatig meerdere, kleine maaltijden per dag , medicijnen: bloedsuiker-verhogende middelen , waaronder glucagon (= Glucagen®) en diazoxide (= Proglikem®) , operatieve verwijdering van een eventuele alvleesklier-tumor die insuline produceert

Hypoglykemie
( `hypo`, abnormaal lage bloedglucosespiegel) Aandoening waarbij het bloedglucose-gehalte (`bloedsuiker-spiegel`) abnormaal laag is, d.w.z. minder dan 3,8 mmol glucose per liter bloed. - NB. Met een `hypo` wordt een abnormaal lage bloedglucose-spiegel bedoeld als gevolg van een overdosering insuline al of niet in combinatie met een te geringe inname van glucose en andere koolhydraten.

Hypofysectomie
Operatieve verwijdering van de hypofyse uit de hersenen. Dit kan o.a. leiden tot een verhoogd gevoel van dorst (= polydipsie) en vermeerderde urinelozing (= poly-urie).

Hypofyse-aandoeningen, vormen
Mogelijke vormen van hypofyse-aandoeningen (o.a.): , diabetes insipidus , hyper-pituïtarisme , hypo-pituïtarisme , lege-sella-syndroom , Nelson-syndroom , reuzengroei (= acromegalie) , tepel-afscheiding (= galactorroe) bij mannen of niet-zogende vrouwen

Hypofyse-aandoeningen
(hersen-aanhangsel, glandula pituitaria) Afwijkingen in de bouw en-of functie van de hypofyse (= hersen-aanhangsel). - Mogelijke verschijnselen (o.a) - Stoornissen in de schildklierfunctie (hypo- of hyperthyreoïdie), geslachtsklier-functie (hypo- of hypergonadisme), nierfunctie en de lichaamsgroei. - Mogelijke oorzaken (o.a.) - directe (= primair): bestraling, infecties-ontstekingen, onvoldoende bloedtoevoer, hypofyse-operatie, sarcoïdose-amyloïdose (zelden) tumoren , indirect (= secundair): hypothalamus-aandoeningen door bestraling, infecties-ontstekingen, hoofdletsel, operatie, tumoren - Mogelijke behandelingen (o.a.) De behandeling is sterk afhankelijk van de aard en de ernst van de stoornis in de hypofyse-functie. , medicijnen: zie hypofyse-hormonen

Hypocapnie
Verlaagd kooldioxide-gehalte (= CO2) van het bloed.

Hypo-
Onder-, ondermaats, abnormaal laag of weinig. Bijvoorbeeld: hypoglykemie: abnormaal lage bloedglucosespiegel.

Hypo-albuminemie
Abnormaal laag (= hypo-) albumine-gehalte van het bloed. - Mogelijke behandelingen (o.a.) - medicijnen: albumine infusies, Cealb®, - GPO®

Hypo
Abnormaal lage (= hypo-) bloedglucose-spiegel als gevolg van een overdosering insuline al of niet in combinatie met een te geringe inname van glucose en andere koolhydraten.

Hypervolemie
(bloedovervulling, plethora) Abnormaal groot bloedvolume in combinatie met een te hoog natriumgehalte (= zoutgehalte) van het bloed (= hypernatriëmie).

Hypertrofie
Overmatige (= hyper-) groei (= trofie) van weefsels of organen. Voorbeelden: prostaat-hypertrofie en cardiale hypertrofie.

Hyperthyroïdie, oorzaken
Mogelijke oorzaken (o.a.) - Primaire hyper-thyroïdie , Graves-Basedow (ca. 70-80% van de gevallen van hyperthyroïdie) is hyper-thyroïdie een gevolg van een aandoening van de schildklier zelf , toxische nodulaire struma: goedaardige schildklier-hormoon-producerende knobbeltjes in de schildklier - Secundaire hyper-thyroïdie (vrij zeldzaam) - Wordt veroorzaakt door een stoornis in de hypofyse (bijv. tumor of verminderde gevoeligheid) waardoor de hypofyse meer (hyper-) of minder (hypo-) thyrotropine afscheidt dan normaal. - Terug naar hyperthyroïdie -

Hyperthyroïdie
(ziekte van Graves-Basedow) Abnormaal hoge productie van schildklier-hormonen. Hyper-thyreoïdie komt 5 x vaker voor bij vrouwen dan bij mannen. - Mogelijke verschijnselen (o.a.) Vergrote schildklier (= struma) bij ca. 60%, gezwollen, rode, uitpuilende ogen (= exoftalmus) bij ca. 5% en gezwollen, vochtige huid, zweten, bloeddrukverhoging (= hypertensie), hartkloppingen, snelle pols--hartslag (= tachycardie), beven, zenuwachtigheid, rusteloosheid, toename eetlust in combinatie met gewichtsverlies, slaapstoornissen, vaak ontlasten en diarree, lichaamszwakte, verdikte huid op de schenen, spierpijn, starende blik, verwardheid - Mogelijke behandelingen (o.a.) - medicijnen die de overproductie van schildklierhormonen afremmen: thyrostatica , radio-actief jodium , operatieve ingreep

Hyperthermie-syndroom
Verzameling van verschijnselen en klachten die ontstaan bij een langdurige, en-of sterke verhoging van de lichaamstemperatuur (= hyperthermie, hyperpyrexie). - Mogelijke verschijnselen (o.a.) Snel oplopende, hoge koorts (= hyperthermie), spierstijfheid (= spier-rigiditeit), verhoogd hartritme (= tachycardie), stofwisselingsstoornissen (metabole en respiratoire acidose), verhoogd melkzuurgehalte (= lactaat-gehalte) in het bloed en vlekkerige huid. Als de aandeoning levensbedreigend is, wordt van kwaadaardige (= maligne) hyperthermie gesproken. - Mogelijke oorzaken (o.a.) Ernstige infecties met micro-organismen, ernstige nieraandoeningen (= nefropathische hyperthermie), bepaalde allergische en niet-allergische overgevoeligheidsreacties, bepaalde auto-immuunziekten en bepaalde geneesmiddelen. - Mogelijke behandelingen (o.a.) - medicijnen: o.a. dantroleen-Dantrium® injecties

Hyperthermie
Abnormaal hoog lichaamstemperatuur

Hypersexualiteit
Overmatige (= hyper-) seksuele activiteit bij man of vrouw. - Mogelijke oorzaken (o.a.) Abnormaal hoge productie en afgifte van geslachtshormonen (= hyper-gonadisme). - Mogelijke behandelingen (o.a.) - behandeling van de oorzaak (= causaal-curatief) , medicijnen: anti-hormonen

Hyperreactiviteit
Overgevoeligheid van weefsel voor lichaamseigen of lichaamsvreemde stoffen.

Hyperpyrexie
Abnormaal verhoogde lichaamstemperatuur.

Hyperprolactinemie
Abnormaal hoog prolactine-gehalte van het bloed (zie ook galactorroe). - Mogelijke verschijnselen (o.a.) Overmatig grote borsten en overmatige de productie van moedermelk (= lactatie) - Mogelijke oorzaken (o.a.) Overproductie van prolactine (= PRL) door de voorkwab (= adenohypofyse) van de hypofyse in de hersenen. - Mogelijke behandelingen (o.a.) - anti-hormonen : o.a. Bromocriptine (= Parlodel®), cabergoline (= Dostinex®), quinagoline (= Norprolac®)

Hyperplasie
Overmatige weefsel-vorming waardoor een orgaan of klier groter wordt dan normaal (bijv. prostaat-hyperplasie, struma).

Hyperpigmentatie
(pigmentvlekken, moedervlekken) Overmatige pigmentvorming (= hyperpigmentatie) in de huid. - Mogelijke verschijnselen (o.a.) Donkere huidvlekken of strepen. - Mogelijke oorzaken (o.a.) Zwangerschap (melasma) en ontstekingen van de huid - Mogelijke behandelingen (o.a.) - medicijnen: o.a. Hydrochinon Crème FNA

Hyperparathyroïdie
Abnormaal verhoogde productie en afgifte van bijschildklier-hormonen (= parat-hormonen). De aandoening komt vaker voor bij vrouwen en bij ouderen. - Mogelijke verschijnselen (o.a.) Te hoge calicium-spiegels in het bloed en de urine (zie ook hyper-calciëmie ) - Mogelijke oorzaken (o.a.) - te grote bijschildklieren (in ca. 10% van de gevallen) , goedaardige (= benigne) bijschildklier-tumor (in ca. 90% van de gevallen) , kwaadaardige (= maligne) bijschildklier-tumor (zeer zelden) - Mogelijke behandelingen (o.a.) - veel drinken , vocht-infuus , plasmiddelen (= diuretica), die de uitscheiding van calcium bevorderen, zoals furosemide (= Lasix®, Lasiletten®) , nier-dialyse

Hypermotiliteit
(hyperkinesie) Bovenmatige bewegingsactiviteit, bewegingsdrang of lenigheid.

Hypernatriëmie
Abnormaal hoog natrium-gehalte van het bloed. - Mogelijke oorzaken (o.a.) Aanhoudend verminderde nier-functie (= chronische nier-insufficiëntie) en nier-dialyse - Mogelijke verschijnselen (o.a.) - dorst, bloeddrukverhoging (= hypertensie), te groot bloedvolume (= hypervolemie) - Mogelijke behandeling (o.a.) , natrium-arm dieet , medicijnen: bloeddrukverlagers (= antihypertensiva)

Hypermobiliteit
Overmatige passieve beweeglijkheid van de gewrichten door te lange of uitgerekte gewrichtsbanden (= ligamenten). - Mogelijke verschijnselen (o.a.) - (herhaaldelijk) uit de kom (= gewrichtsholte) schieten van arm, been of kaak; pijn - Mogelijke behandelingen (o.a.) - chirurgische verkorting van de gewrichtsbanden (zo mogelijk)

Hyperkinesie
Bovenmatige beweeglijkheid.

Hyperkaliëmie
(verhoogd kalium in bloed) Abnormaal hoog kalium-gehalte van het bloed. - Mogelijke oorzaken (o.a.) Aanhoudend verminderde nier-functie (= chronische nier-insufficiëntie) en nier-dialyse. - Mogelijke behandeling (o.a.) , medicijnen: Resonium A® (zie hieronder)

Hypergonadisme
Overmatige (= hyper-) activiteit van de geslachtsklieren (= gonaden), waardoor abnormaal grote productie van geslachtshormonen en overmatige seksuele activiteit.

Hyperfosfatemie
Betrekkelijk zeldzame aandoening waarbij het fosfaat-gehalte in het bloed (= -aem) hoger (= hyper) is dan normaal (= 0,7 mmol fosfaat-ionen per liter bloed). - Mogelijke verschijnselen (o.a.) Verhoogde calsium-spiegel in het bloed (= hyper-calciëmie), jeuk (door kristalvorming in de huid), botverzwakking, -pijn en -breuken, arteriosclerose (= slag-aderverkalking), hersenberoerte. - Mogelijke oorzaken (o.a.) - aanhoudend verminderde nierfunctie (= chronische nier-insufficiëntie) , nierdialyse waarbij fosfaat niet goed wordt verwijderd. - Mogelijke behandelingen (o.a.) - veel drinken , vocht-infuus , plasmiddelen (= diuretica), die de uitscheiding van calicum bevorderen, zoals furosemide , nier-dialyse

Hypercapnie
Abnormaal hoog kooldioxide-gehalte (= CO2) van het bloed.

Hypercalciëmie, verschijnselen
Mogelijke verschijnselen van verhoogd calcium in bloed (= hypercalciëmie) (o.a.): , matige tot hoge calcium-spiegels : gebrek aan eetlust (= anorexia), braken, misselijkheid, buikpijn, spierpijn, verstopping, nierstenen, gevoel van zwakte ( = malaise), kalk-afzetting in de weefsels (= calcinose), verhoogde urine-productie en uitdrogingsverschijnselen. Vaak zijn er echter helemaal geen verschijnselen. , zeer hoge calcium-spiegels : kalkneerslag in de weefsels-organen (= calcinosis universalis), verminderde nierfunctie (= nierinsufficiëntie), emotionele labiliteit, verwardheid, waanvoorstellingen (= hallucinaties), delirium, hartritme-stoornissen, bewusteloosheid, shock

Hypercalciëmie, oorzaken
Mogelijke oorzaken van verhoogd calcium in bloed (= hypercalciëmie) (o.a.): , botkanker door uitzaaiing , bot-ontkalking (= osteoporose = broze botten) , verhoogde fosfaat-spiegel in het bloed (= hyper-fosfatemie ) , verhoogde schildklierhormoonproductie (= hyper-parathyroïdie ) , ziekte van Paget

Hypercalciëmie
(verhoogd calcium in bloed) Abnormaal hoog calciumgehalte (= calciumspiegel) van het bloed als gevolg van onttrekking van calcium aan het botweefsel ( = bot-resorptie). - Het normale calcium gehalte bedraagt 2,6 mmol calium-ionen per liter bloed. Hypercalciëmie gaat vaak samen met een hoog calcium-gehalte van de urine (= hypercalciurie).

Hyperbilirubinemie
Abnormaal hoog (= hyper-) bilirubine-gehalte van het bloed (-emie). - Mogelijke verschijnselen (o.a.) Gele huid, slijmvliezen en oogwit (= geelzucht = icterus), hersenbeschadiging. - Mogelijke oorzaken (o.a.) - aangeboren (= congenitaal = heriditair), zoals het syndroom van Crigler-Najar, erythro`-blastosis foetalis bij pasgeboren babys en Lucey-Driscoll-syndroom , verworven na de geboorte door een ziekte , onbekend (= idiopathisch). - Mogelijke behandelingen (o.a.) - medicijnen: albumine-infusies, Cealb®, GPO®

Hyperactiviteit
Overmatige geestelijke en lichamelijke activiteit die tot stoornissen leidt in het individuele en-of sociale functioneren.

Hyper-
Boven-, bovenmatig, overmatig, abnormaal groot, hoog, veel. Bijvoorbeeld: hyper-tensie (= verhoogde bloeddruk).

Hygiëne
Schoon, niet vuil of vervuild. Een goede hygiëne is zeer belangrijk om uiteenlopende infecties met micro-organisem en allergieën te voorkómen.

Hydrofoob
Water-werend of -afstotend

Hydrofiel
Water-minnend

Hypoxie
Te kort of gebrek (= hypo-) aan zuurstof (= oxie).

Hypovolemische shock
Sterk verminderde doorbloeding van het lichaam (= circulatoire shock) door ernstig bloedverlies (bijv. door ongeluk) of vochtverlies (bijv. door ernstige brandwonden). - Mogelijke verschijnselen (o.a.) Bleekheid, flauwvallen, bewusteloosheid en slecht functioneren van vrijwel alle organen. - Mogelijke behandelingen (o.a.) - transfusie met plasma-vervangmiddelen

Hypovolemie
Abnormaal geringe (hypo-) hoeveelheid (-volemie) circulerend bloed. - Mogelijke verschijnselen (o.a.) Duizeligheid (= vertigo) vooral bij snel opstaan, flauwvallen (= collaps, syncope), bloeddrukverlaging (= hypotensie), zweten, shock - Mogelijke oorzaken (o.a.) - bloedarmoede (= anemie) , bloedingen (= hemorragie), uitwendig of inwendig , bloederziekte (= hemofilie) , uitdroging (= dehydratie) door te geringe vochtinname (met name bij diarree en ouderen en-of te groot vochtverlies (o.a. bij bepaalde nieraandoeningen en suikerziekte) - Mogelijke behandelingen o.a.) , behandeling van de onderliggende oorzaak (= causale-curative therapie) , transfusie met bloedplasma-vervangmiddel (zie ook hieronder)

Hypothyroïdie, verschijnselen
Mogelijke verschijnselen bij hypo-thyroïdie (o.a.): - Traagheid, kouwelijkheid, lusteloosheid, vermoeidheid, hese stem, langzaam spreken, vertraagde stofwisseling, vertraagde orgaanwerking, langzame hartslag (= bradycardie), verminderde geestelijke prestaties, droge huid, gezwollen huid (vooral in het gelaat) rond neus, lippen en ogen ( = myxoedeem), dun, grof en droog haar, dikke, ruwe, droge, schilferige huid, haaruitval, kale wenkbrauwen, grotere gevoeligheid voor kou, gewichtstoename, gewrichtspijn, depressie, dementie

Hypothyroïdie
(ziekte van Gull) Abnormaal lage (= hypo) productie van thyroxine door de schildklier. - Mogelijke behandelingen (o.a.) - hormoon-substitutie met schildklier-stimulerende medicijnen: zie thyromimetica

IADL
(Instumentele Algemene Dagelijkse Levensverrichtingen) Lijst met vragen om na te gaan in hoeverre dementerende ouderen nog voor zichzelf kunnen zorgen.

IBS
(irritable bowel syndrome) - prikkelbare darm-syndroom

Idiopathisch
(essentieel, primair) Op zichzelfstaand (niet als gevolg van iets anders).

IDDM
(Insuline-Dependent Diabetes Mellitus) Insuline-afhankelijke suikerziekte (= type 1)

Ifosfamide-vergiftiging
Tegengif (= antidotum): Uromitexan®

IJzer-stapeling
Opstapeling van ijzer-ionen in het lichaam. - Mogelijke behandelingen (o.a.) medicijnen: deferipron (= Ferriprox®) en Deferoxamine (= Desferal®)

IJzer, laboratorium-waarden
De normaal-waarden (micromol ijzer per liter bloedplasma) voor ijzer bedragen: , vrouwen: 10 - 25 , mannen: 14 - 28 , pasgeborenen (= neonaten): 17 - 24

Illegale middelen
Alle middelen waarvan de prodcutie, handel en gebruik bij (opium)wet verboden zijn.

Ileus
(darm-obstructie) Blokkade van het voedsel-transport door de darm. - Mogelijke verschijnselen (o.a.) Verstoorde darmpassage (= stoelgang), verstoorde spijsvertering, verstoorde bloedvoorziening met weefsel-afsterving (= darm-necrose), diarree, volledige darmverlamming (`ileus`), darmkrampen, shock. - Mogelijke behandelingen (o.a.) - carbachol-injectie , operatieve ingreep

Impotentie
Onder impotentie worden o.a. verstaan: , geen of verminderde zin in sex (= verminderd libido, frigiditeit) , geen of onvoldoende erectie-vermogen ( - erectie-stoornissen ) , te vroeg klaarkomen (= ejaculatio praecox) , geen orgasme kunnen krijgen (= anorgasmie) , erectie-stoornissen - Verminderde zin in sex op oudere leeftijd wordt geen impotentie genoemd.

Importziekte
Infectieziekte die in eigen land (= inheems) niet voorkomt, maar tijdens een verblijf in het buitenland (= uitheems) is opgelopen.

Implantatie
Inplanting in weefsel of orgaan.

Implantaat
Het voorwerp dat wordt ingeplant in een bepaald (bot)weefsel of orgaan.

Immuundeficiëntie, oorzaken
Mogelijke oorzaken van verminderde afweer (= immuundeficiëntie) o.a.: , onbekende oorzaak (= primaire immuun-deficiëntie) , aangeboren afwijking van het immuun-systeem , zwakke gezondheid , verworven aandoening door bijv. langdurig slechte voeding, steeds terugkerende (= reciverende) infecties, aanhoudende diarree, groeivertraging, CARA, artritis en vele andere chronische infecties, ziekten van het lymfesysteem, behandeling met antikankermiddeleen (= oncolytica, cytostatica), afweeronderdrukkende middelen (= immunosuppressiva) of corticosteroïden en bestraling. - NB. AIDS is een bijzondere vorm van secundaire immuun-deficiëntie die door een HIV-infectie wordt veroorzaakt. Kenmerkend is een sterk vergrote gevoeligheid voor allerlei infecties, waaronder ook infecties die normaal onschuldig zijn (= opportunistische infecties).

Immunotherapie
Iedere behandeling die er op is gericht het afweersysteem (= immuunsysteem) te versterken.

Immunologische respons
(afweerreactie) - werking van het afweersysteem

Immunologische middelen
Groep van medicijnen die werkzaam zijn tegen aandoeningen van het afweer-systeem (= immuunsysteem). - Deze medicijnengroep wordt onderverdeeld in: , immuno-globulinen (= IG`s, antistoffen, afweerstoffen) , immuno-modulantia , immuno-suppressiva

Immunologie
Medische wetenschap die zich bezighoudt met aandoeningen van het afweersysteem (= immuun-systeem) van het lichaam en de behandeling daarvan.

Intra-craniaal
Binnen (= intra) de schedel (= cranium).

Intra-cutaan
(i.c., intra-dermaal) In (= intra) de huid (= cutis, derma)

Intra-dermaal
(intra-cutaan, i.c.) In (intra) de huid (= cutis, dermis)

Intra-abdominaal
In (= intra) de buikholte (= abdomen)

Intra-cardiaal
In (= intra) een van de holten (= boezems, kamers) van het hart (= cardium)

Intestinaal
(entero-) Met betrekking tot de darmen.

Intertrigo
(smetten, smetplekken) Intertrigo is een huid-aandoening (vooral in de huidplooien) met plaatselijke roodheid en pijn. Intertrigo komt vaak voor bij zwaarlijvigheid (= obesitas). - Mogelijke oorzaken (o.a.) Prikkeling van de huid (bijv. door wrijving), zweet-afscheiding, en-of een schimmel-infectie (candidiasis). - Mogelijke behandelingen (o.a.) - medicijnen: zalf met nystatine en-of zinoxide

Interstitiële cystitis
Pijnlijke ontsteking van de blaas zonder micro-organismen in de urine. Meestal bij vrouwen van middelbare leeftijd. De oorzaak is onbekend. - Mogelijke verschijnselen (o.a.) - pijn, vaak en pijnlijk plassen, bloed en soms pus in de urine, blaasverschrompeling - Mogelijke behandelingen (o.a.) - operatieve verwijdering van de blaas

Interstitieel
De met lichaamswater gevulde ruimte (= interstitium) tussen de cellen betreffende. Bijv. interstitiële cystitis (= ontsteking van de ruimten tussen de cellen van de wand van de blaas).

Internist
Arts die is gespecialiseerd in de diagnose en behandeling van aandoeningen van de ingewanden.

Interne geneeskunde
Medische wetenschap die zich bezighoudt met aandoeningen van de ingewanden en de behandeling daarvan.

Intermediair
Er tussen in; van beide(n) wat; gemengd - Voorbeeld: intermediaire eigenschap = eigenschap die een mengvorm is van twee verschillende eigenschappen.

Insult
Epileptische aanval

Insulinisme
Aandoening waarbij de alvleesklier (= pancreas), bijv. vanwege een pancreas-gezwel, te veel insuline produceert. Hierdoor wordt de bloedglucose-spiegel te laag (= hypoglykemie).

Insuline-resistentie
Ongevoeligheid van de lichaamscellen voor de werking van insuline. Hierdoor wordt in de cellen minder glucose (= `suiker`) verbrand dan normaal.

Insuline
Natuurlijk hormoon dat wordt geproduceerd door de cellen van Langerhans in de alvleesklier (= pancreas) en nodig is voor de verbranding van glucose (`suiker`) in de lichaamscellen.

Instinct
Aangeboren, onbewuste, innerlijke drang.

Inspiratie
(1) Ideeën hebben (2) inademing van lucht via de mond.