9 letters

dansevent ∙ decrement ∙ Deficiënt ∙ dependent detergent ∙ detriment different ∙ disponent ∙ dissident ∙ divergent ∙ doorbeent ∙ doordient ∙ doorweent ∙ dranktent drukprent ∙ du moment Efficient ∙ entregent eromtrent ∙ evenement ∙ excellent ∙ excerpent ∙ excipient ∙ excrement ∙ expediënt ∙ ezelement ∙ feesttent ∙ filmagent ∙ firmament ∙ flatulent fondament ∙ fondement fotoagent ∙ friettent ∙ fundament ∙ gecomment ∙ gezoogent ∙ gezuigent ∙ gladboent ∙ golfevent ∙ gymdocent ∙ halvecent ∙ herrekent ∙ horlement hulpagent ∙ ijlebeent ∙ imprudent ∙ incipiënt ∙ inclement increment ∙ indulgent ∙ ingeprent ∙ inquirent insolvent ∙ insurgent ∙ isolement ∙ justement ∙ kampement ∙ kentekent ∙ kerkprent ∙ klerevent ∙ klikagent ∙ koekprent ∙ kookevent ∙ kruiptent ∙ kweektent ∙ langsrent ∙ lasdocent ∙ legertent littekent ∙ loopevent ∙ maaibeent ∙ mandement ∙ maniëment ∙ mankement ∙ meerekent ∙ misrekent ∙ mistekent ∙ modeagent ∙ modeprent ∙ moordvent ∙ motregent ∙ mouvement ∙ nastevent ∙ natregent ∙ negligent ∙ non-event Obstruent ∙ oertalent ∙ omstevent ∙ omverrent ∙ onderkent ∙ onteigent ∙ ontgroent ∙ ontketent ∙ ontregent ∙ ontwapent ∙ opkluwent ∙ oprokkent ∙ overboent ∙ overdient ∙ overgeent ∙ paciscent parlement ∙ partytent ∙ passement ∙ patattent pentiment ∙ perkament ∙ permanent ∙ persagent ∙ pertinent ∙ pestilent ∙ pierement ∙ placement ∙ poenitent popuptent ∙ postament ∙ precedent ∙ preferent ∙ president ∙ prevalent ∙ producent ∙ prominent ∙ proponent ∙ prosument ∙ pubescent ∙ rapdocent ∙ recensent ∙ Recipient ∙ recurrent ∙ regentent ∙ reglement ∙ reisagent ∙ rekwirent ∙ remittent ∙ rendement ∙ resistent ∙ rijdocent ∙ rijmprent ∙ rondbeent ∙ ronddient ∙ rondement ∙ rossement ∙ roulement ∙ sacrament ∙ sentiment ∙ slaaptent ∙ sloeptent ∙ smijttent ∙ snertvent ∙ snoepcent ∙ somnolent ∙ sortiment ∙ spleetent ∙ spotprent ∙ statement ∙ stinkvent ∙ stringent ∙ striptent ∙ stuwagent ∙ subregent ∙ succulent ∙ tafelment ∙ taflement ∙ te harent te onzent tegenrent ∙ terugrent ∙ testament ∙ toeeigent ∙ toeregent ∙ toerekent ∙ tongzoent ∙ toptalent ∙ transiënt trivalent ∙ truculent turbulent ∙ Turgecent tyfusvent ∙ uitbakent ∙ uitgevent ∙ uitoefent ∙ uitregent ∙ uitrekent ∙ uittekent ∙ uittorent ∙ univalent uurdocent ∙ vaetvient ∙ vakdocent ∙ valpatent ∙ verdweent ∙ vereffent ∙ vergroent ∙ verhavent ∙ verordent ∙ verregent ∙ verrekent ∙ verspeent ∙ versteent ∙ vertekent ∙ voetagent ∙ voetprent ∙ volauvent ∙ voordient ∙ voortrent ∙ wapentent ∙ werfagent ∙ wijkagent ∙ wijnagent ∙ wowmoment ∙ zielement ∙ zonnetent ∙

10 letters

aanstevent ∙ abituriënt ∙ abonnement ∙ adolescent ∙ afbaljoent ∙ afbiljoent ∙ alignement ∙ Amandament ambivalent ∙ amendement ∙ antecedent ∙ apoferment assessment ∙ astringent ∙ attachment ∙ avancement ∙ azopigment ∙ baalmoment ballentent ∙ ballontent ∙ bankclient ∙ beeldagent ∙ benevolent ∙ beursagent ∙ bijeenbent ∙ biquotient ∙ bisstudent ∙ boksdocent ∙ bolsegment ∙ bontaccent ∙ budodocent ∙ buitentent buspatient ∙ buurtagent centsprent ∙ changement ∙ circustent ∙ ckv-docent coïncident commitment ∙ committent ∙ complement ∙ compliment ∙ concipiënt concludent ∙ concrement ∙ concurrent ∙ consequent ∙ consistent ∙ contingent ∙ conveniënt ∙ convergent ∙ coreferent ∙ cyberagent ∙ dagstudent ∙ danceevent ∙ dansdocent ∙ danstalent ∙ defilement ∙ degagement ∙ delinquent ∙ dénouement descendent dévouement dierentent ∙ discontent dispergent ∙ dobbeltent ∙ dollarcent ∙ doorregent ∙ doorrekent ∙ doortekent ∙ dorpsagent dorpsprent ∙ dreigement ∙ drumdocent ∙ duikdocent ∙ eindaccent ∙ embankment engagement ∙ entrapment ∙ epaulement ∙ equipement ∙ equivalent ∙ ertscement ∙ etiolement ∙ ex-patiënt ex-student experiment ∙ filmdocent ∙ filmtalent ∙ flankement ∙ fotodocent ∙ fotomoment ∙ fraudulent gaspatiënt ∙ gastdocent ∙ geparapent ∙ gerrebeent ∙ geuraccent ∙ gietregent ∙ gigatalent ∙ golfdocent ∙ golftalent ∙ halftalent ∙ handtekent ∙ harpdocent ∙ havodocent ∙ hazenprent ∙ herbeleent ∙ hoerentent ∙ hoofdagent ∙ hoogtetent ∙ houtcement ∙ huwingsent ∙ Impairment ∙ impediment ∙ impenitent inberekent ∙ incoherent ∙ infrequent Ingredient ∙ inspeciënt ∙ inspiciënt ∙ instrument ∙ integument ∙ inverdient ∙ irreverent ∙ janvangent ∙ jazzdocent ∙ jeugdagent jobstudent ∙ jongdement ∙ judodocent ∙ juistement ∙ kankervent ∙ keermoment ∙ kermistent ∙ kernmoment ∙ keurtekent ∙ kieteltent ∙ kijkmoment kindertent kitteltent ∙ klassement ∙ klimdocent ∙ klimtalent knalmoment ∙ koepeltent ∙ koffietent ∙ kookdocent ∙ koopmoment ∙ kopsegment ∙ korttekent ∙ kotstudent ∙ kunstagent ∙ lappenvent ∙ lebferment ∙ leermoment ∙ lijntekent ∙ luchtagent ∙ Maataccent malcontent ∙ management ∙ mannentent ∙ mededocent mederegent ∙ medicament ∙ meetmoment menagement meublement ∙ mimedocent ∙ modedocent ∙ modetalent monovalent ∙ motoragent ∙ muziektent ∙ naaidocent ∙ nachtagent ∙ neerregent ∙ nigrescent nupturiënt ∙ octavalent ∙ oerelement ∙ oersegment ∙ omnipotent ∙ omnivalent ∙ onthersent ∙ oogpatient ∙ oorpatient ∙ opalescent oud-docent oudstudent ∙ overrekent ∙ overtekent ∙ percipiënt persistent ∙ persmoment ∙ piekmoment plasregent ∙ plopmoment ∙ polyvalent ∙ pottenvent ∙ prachtvent ∙ preëminent ∙ pretendent ∙ proëminent promittent ∙ puimsteent ∙ rapplement ∙ raselement ∙ rayonagent ∙ reclassent ∙ respondent ∙ reuzentent ∙ revetement ∙ rijksagent ∙ robotagent ∙ roeidocent ∙ rokerstent ∙ rondgevent ∙ rustmoment sakkerment ∙ sapperment ∙ schiettent ∙ scrupulent ∙ Secondment seksdocent ∙ seldrement ∙ settlement ∙ silocement ∙ slagregent ∙ slotmoment smoelement ∙ soortement ∙ speldocent ∙ spelmoment ∙ sportagent ∙ sportevent ∙ stadsprent ∙ stafdocent ∙ stofregent ∙ stopmoment ∙ strandtent ∙ strontvent ∙ submittent subsequent ∙ subsidiënt ∙ subsistent succumbent ∙ sufficiënt ∙ sumodocent ∙ supplement ∙ surfdocent ∙ taaldocent ∙ tafelement ∙ tandcement ∙ Tapotement te mijnent teeltagent ∙ telecedent ∙ teringvent ∙ tillebeent ∙ titelprent ∙ toe-eigent topsegment ∙ totipotent traktement ∙ trascement ∙ trekkebent tunneltent ∙ Turgescent ∙ turndocent ∙ tutoyement ∙ uitscheent ∙ uitstevent ∙ vaardocent ∙ vaartagent ∙ vastketent ∙ vastregent ∙ verscheent ∙ voddenvent ∙ vogelprent ∙ volksprent ∙ vooroprent ∙

Woorden met een ∙ zijn geldige Scrabble woorden (Onofficiële ENCYCLO Scrabblelijst)