Retorica - effectief spreken en schrijven

Deze woordenlijst kan afkomstig zijn van een online bron die niet meer beschikbaar is, of kan zijn samengesteld door externe bronnen. De informatie kan sinds de oorspronkelijke publicatie zijn veranderd. We raden aan om kritisch te zijn bij het beoordelen van de waarde en actualiteit ervan.
Categorie: Taal en literatuur > Retorica
Datum & Land: 17/11/2012, NL offline
Woorden: 2239


Heroïde
Een poëtische liefdesbrief van een historische mythische of bijbelse heldin aan haar minnaar Genoemd naar Heroïdes van Ovidius (voltooid in 8 G.T.)

Heroïsch vers
De dactylische hexameter

Heterogenium
Een irrelevant antwoord om de aandacht af te leiden

Heterologisch
Niet identiek met het begrip dat door het gebruikte adjectief wordt aangeduid.
Bijvoorbeeld: `anderstalig` is niet anderstalig.
Antoniem: autologisch

Heterometrisch
Zie polymetrisch

Heteroniem
Een synoniem dat alleen qua gevoelswaarde van zijn equivalent verschilt.
Bijvoorbeeld: `onderscheid` en `discriminatie`

Heterosyllabisch
Behorend tot een andere lettergreep Antoniem: tautosyllabisch

Heuristiek
De kunst om door logisch redeneren stap voor stap tot een bepaalde waarheid te komen

Hexameter
Een zesvoetig vers, berustend op dactylus In de eerste vier voeten kan de dactylus met een spondee afwisselen, de vijfde voet moet een dactylus zijn, de laatste is een trochee of spondee Het schema is dus (waarbij - een korte lettergreep en U een lange lettergreep voorstelt):
- U U ¦ - U U ¦ - U U ¦ - U U ¦ - U U ¦ - U
of - U U ¦ - - ¦ - U U ¦ - U U ¦ - U U ¦ - U enz.
De grote klassieke, epische gedichten: Ilias, Odysseia, Aeneis, zijn in deze maat geschreven

Hexapodie
Een zesvoetig vers

Hiëratisch schrift
Een vereenvoudiging van het hiëroglyfenschrift Hiëroglyf,

Hiëroglief
Het Oud-Egyptisch beeldschrift

Hinkjambe
Een choliambe

Hipponactische strofe
De klassieke versvorm, waarin een catalectische jambische trimeter telkens volgt op een catalectische trocheïsche dimeter:
- U - U ¦ - U U
U - U - ¦ U ¦ - U - ¦ U - U
Bijvoorbeeld: Oden, II, 18 van Horatius

Hiaat
Het op elkaar stoten van twee klinkers Om dit te voorkomen werd de tussen-n ingevoegd.
Bijvoorbeeld: `kippenei` in plaats van `kippeei`

Hiragana
Het (Japanse) fonetische, cursieve lettergreepschrift, ook katakana genoemd

Hispanisme
Een woordvorming of uitdrukking die in strijd is met de regels in een taal, wanneer het woord of de uitdrukking te letterlijk uit het Spaans is vertaald

Historiografie
Geschiedschrijving Deze vorm van verslaggeving is al zo oud als de mens schrijven kan Eén van de grote historiografen uit de klassieke oudheid is Thukydides, die leefde van ca 460 tot ca 396 v.G.T Tijdens zijn 20 jaar ballingschap begon hij met het samenstellen van de Geschiedenis van de Peloponnesische Oorlog Voor zijn tijd was hij buitengewoon objectief; hij was een aanhanger van de waarheid en had als doel een logische opvatting en betekenis van de onderlinge afhankelijkheid van de feiten weer te geven Hij zocht naar de oorzaken van de feiten en verklaarde ze door aanvaardbare bewijzen te geven

Historische roman
Het episch genre waarbij de schrijver poogt het verleden voor de lezer te doen herleven, hetzij door historische personen ten tonele te voeren of historische gebeurtenissen te schilderen, hetzij door een gefantaseerd gebeuren te plaatsen in een verleden tijd.
De Romantiek bracht een opbloei van de historische roman.
Bijvoorbeeld: Ivanhoe (1819) van Sir Walter Scott, en De Leeuw van Vlaenderen (1838) van H Concience.
Tijdens de Neo-Romantiek bloeide de historische roman weer op, maar daarbij ging de inhoud minder om een historisch gebeuren en meer om de sfeer van het verleden, waarbij de hoofdpersoon vaak trekken vertoont van de auteur.
Bijvoorbeeld: De heilige tocht (1913) van Arij Prins, en Iskander (1920) van Louis Couperus

Homiletiek
De leer van de kanselwelsprekendheid

Homilie
Een (zeden)preek; een sermoen

Homerische vergelijking
Een zeer breed uitgewerkte metafora

Homeoteleuton
Gelijke woordeinden

Hodoniem
Een straatnaam Afgeleid van het Griekse hôdôs (weg)

Holograaf
Een document in het handschrift van de auteur Afgeleid van het Griekse hôlôs (helemaal, compleet)

Homeoptoton
De terugkeer van dezelfde naamval aan het slot van een periode of kolon

Hodoeporicon
Een klassieke reisbeschrijving in versvorm Vergelijk periegese en periplous.
Bijvoorbeeld: Satiren, I, 5 van Horatius

Homiologia
Een saaie, overvloedige stijl

Homoeosis
Een algemene benaming voor figuren van overeenkomst zoals icon, fabel, parabel en paradigma

Homofoon
Een woord dat hetzelfde uitgesproken wordt als een ander.
Bijvoorbeeld: `eis` en `ijs`

Homograaf
Een woord dat hetzelfde gespeld wordt als een ander, maar een andere betekenis heeft.
Bijvoorbeeld: `bommelding` of `contrastrijker`

Homoioptoton
Het herhalen van verschillende woorden met gelijke (naamvals)verbuiging in een zin of regel

Homoioteleuton
Het gebruiken van verschillende niet verbogen woorden met gelijke einden in een zin of regel

Homoniem
Een gelijkluidend woord met een afwijkende betekenis.
Bijvoorbeeld: `bank` kan duiden op een zitmeubel of een financieel instituut en dit kan alleen blijken uit de context Men onderscheidt lexicale en syntactische homonymie

Homorganisch
De eigenschap van klanken die met behulp van dezelfde organen worden gearticuleerd

Hoofdtelwoord
Een telwoord dat de hoeveelheid of het (rang)nummer van zelfstandigheden aanduidt Ook cardinalium genoemd

Hoofse roman
De middeleeuwse epische literatuur waarin het hofleven van de twaalfde en dertiende eeuw op geïdealiseerde wijze wordt weerspiegeld

Humaniora
De studie van de klassieke talen en letterkunde (Grieks en Latijn) Afgeleid van het Latijnse humanus (menselijk)

Humoreske
Een grappige vertelling of schets.
Bijvoorbeeld: de korte humoresken van Simon Carmiggelt.
Een berijmde komische vertelling uit de achttiende eeuw.

Huitain
Een strofe die bestaat uit acht versregels van telkens acht of tien lettergrepen, met het rijmschema ababbcbc Afgeleid van het Franse huit (acht)

Hybridicisme
Een door vermenging ontstaan woord; een bastaardwoord.
Een woord dat is samengesteld uit woorden van verschillende talen.
Bijvoorbeeld: `luchtballon`.

Hydrografie
Een beschrijving van water

Hymenaeus
Een bruiloftsgedicht Zie epithalamium

Hymne
Een lofzang; een vreugdezang; een jubelzang; een kerkzang Meestal gebruikt in een religieuze betekenis Afgeleid van het Griekse humnôis (Latijn: hymnis)

Hypallage
De stijlfiguur waarbij een verwisseling van woorden plaatsvindt, zonder dat dat een verandering van betekenis teweegbrengt Afgeleid van het Griekse allasso (verruilen) Vergelijk enallage.
Bijvoorbeeld: `De brand in het hout steken` in plaats van `Het hout in brand steken`

Hyperbaton
Een vrije woordschikking om een belangrijk begrip naar voren te brengen Afgeleid van het Griekse baino (gaan) (huperbatôn betekent: `buiten zijn normale plaats in de zin behandeld`.) Ook disjunctie genoemd Vergelijk met anastrofe, inversie en hysterologie Wanneer deze woordschikking tot onduidelijkheid leidt, spreekt men van een sygkysis

Hyperbool
Een overdrijvende, vergrotende uitdrukking.
Bijvoorbeeld: `Ik sta al een eeuw te wachten` of `Het duurt maar een seconde`.
Afgeleid van het Griekse huperbôlê (overdrijving)

Hypercatalectisch
Met een extra lettergreep na de laatste versvoet Zie catalectisch

Hypercorrect
De eigenschap van vormen die hun ontstaan danken aan het gevoel dat overigens correcte vormen slordig of secundair zouden zijn

Hypermetrisch
Een lettergreep te veel tellend.
De eigenschap van een vers waarbij de overtollige lettergreep voor de aanvangsvocaal van het volgende vers geëlideerd wordt (zie elisie) Zie catalectisch.

Hyperoniem
Een woord dat bovengeschikt is aan (verschillende) hyponiemen.
Bijvoorbeeld: `man` is een hyperoniem van `echtgenoot` en `kerel`

Hypocorosticon
Een vleinaam, een verkorte naam Afgeleid van het Griekse hupôkôrizesthai (als een kind, met vriendelijke woordjes toespreken)

Hypocrisis
De spot drijven met een tegenstander door zijn gebaren of spraakeigenschappen te overdrijven Vergelijk mycterismus

Hypofoor
Een retorische vraag met een door de spreker zelf gegeven antwoord Sterk verwant met de apocrisis

Hypogram
Een portmanteau(woord)

Hypokrisis
Voordracht In het Latijn actio genoemd Eén van de vijf pijlers van de retorica

Hypolepse
Een niet bewuste prolepse Afgeleid van het Griekse hupôlepsis (veronderstelling)

Hyponiem
Een woord dat ondergeschikt is aan een hyperoniem.
Bijvoorbeeld: `echtgenoot` is een hyponiem van `man`

Hyporchema
Een dans- en vreugdelied van het Griekse koor Het werd onder begeleiding van muziek in een zeer snelle en heftige maat gezongen en gedanst.
Bijvoorbeeld: het vijfde stasimon van Antigone van Sophocles

Hypotaxis
Een onderschikking; een subordinatie.
Bijvoorbeeld: `Daar alle mensen sterfelijk zijn, is ook Socrates sterfelijk.`
Antoniem: parataxis

Hypothesis
Het op concrete personen of feiten gerichte onderwerp van een redevoering Ook quaestio finita of causa genoemd Vergelijk thesis 2

Hypothetische zin
Een voorwaardenstellende zin

Hypozeugma
Een vorm van zeugma waarbij een werkwoord in de laatste zinsnede staat

Hypozeuxis
Een zin waarin elke clausula een eigen onderwerp en werkwoord heeft

Hypytypose
Een levendige, gedetailleerde beschrijving van personen of zaken Ook demonstratie, descriptie, diatypose, effiguratie, ekfrase, enargia, evidentia en illustratie genoemd.
Het nabootsen van daden

Hysterologie
Het bezigen van begrippen in omgekeerde volgorde Ook hysteron proteron of prothysteron genoemd Zie ook anastrofe, inversie en hyperbaton.
Bijvoorbeeld: `hij ging zitten en ging de woonkamer binnen`.
Het plaatsen van een tussenzin tussen een voorzetsel en het bijbehorende object

Hysteron proteron
Zie hysterologie (zie hierboven).
Syntaxis met een abnormale logische of temporele volgorde.
Een bewijs uit een stelling die zelf bewezen kan worden door dit bewijs.
Afgeleid van het Griekse husterôn prôterôn (het achterste eerst, achterstevoren)

Ictus
De klemtoon; de nadruk Zie ook bij arsis

Icon
Het beschrijven van een gelijkenis door beeldspraak.

Idiotisme
Een woord of een uitdrukking in een dialect Afgeleid van het Griekse idiotismôs (gewone, eigen spreekwijze)

Idylle
De bekoorlijke, epische dichtvorm, die vertelt van eenvoudige mensen, die in een vreedzame, natuurlijke omgeving leven Afgeleid van het Griekse eidôs (gestalte).
Bijvoorbeeld: Het Akkerleven van H.C Poot

Idioticon
Een dialectenwoordenboek Afgeleid van het Griekse idiotismôs (gewone, eigen spreekwijze)

Idioom
Een taaleigen(aardigheid); een streektaal; een dialect; een jargon; een vaste, ondoorzichtige woordverbinding.
Een idioom in de betekenis van taaleigen kan alleen begrepen worden als men begrip heeft van het plaatselijk gebruik dat wordt genoemd, wat een afbeelding is voor dat wat werkelijk bedoeld wordt

Ideogram
Een begripteken, zoals het Chinees dat bijvoorbeeld kent

Identiek rijm
De rijmvorm waarbij de rijmende woorden volledig gelijk klinken, maar verschillend kunnen zijn naar spelling of betekenis.
Bijvoorbeeld:
`Ik lig aan uw zijde
in mijn pyjama van zijde.`

Ik-roman
De compositievorm waarbij een boek in de eerste persoon geschreven wordt Meestal zijn de zeer onwaarschijnlijke verhalen in de eerste persoon geschreven: zo krijgt de fantasie een hogere graad van waarschijnlijkheid.
Voorbeelden hiervan zijn Gulliver`s Travels van Jonathan Swift, Robinson Crusoe van Daniel Defoe, en Rumeiland van S Vestdijk.
Er kunnen echter ook andere redenen zijn om de hoofdpersoon zijn eigen geschiedenis te laten vertellen:
Eén van die redenen zou kunnen zijn dat de schrijver een diepgaande psychologische ontleding wil geven en ook de meest subtiele en innerlijkste gedachten van zijn romanfiguur wil meedelen Wanneer het boek in de derde persoon zou zijn geschreven, zou dit een sterk geforceerde indruk maken Veel van deze romans zijn dagboekromans, zoals Een nagelaten bekentenis van Marcellus Emants, Die Aufzeichnungen des Malte Laurids Brigge van Rainer Maria Rilke, en Journal d`un curé de campagne van George Bernanos.
Een derde reden om in de eerste persoon te schrijven kan eenvoudig zijn: de auteur kan zich niet los maken van de hoofdpersoon, de hoofdpersoon uit de roman bezit zoveel eigenschappen van de schrijver, dat beide figuren als het ware samenvallen Dit is vooral bij oorlogsromans het geval

Illustratie
Een levendige, gedetailleerde beschrijving van personen of zaken Ook demonstratie, descriptie, diatypose, effiguratie, ekfrase, enargia, evidentia en hypotypose genoemd

Illatief
Een gevolgtrekking aanduidend of inhoudend Afgeleid van het Middeleeuws Latijnse illativus (bedekt te kennen gevend)

Imitatie
De navolging met herscheppende pretentie

Imperatief
(Imperatief, Imperativus) De gebiedende wijs; de modus van het gebod (of: de negatieve modus van het verbod)

Immutatief
Een werkwoord dat het verkeren in een bepaalde toestand uitdrukt Afgeleid van het Latijnse in (niet-) en mutare (veranderen).
Bijvoorbeeld: `rusten`

Immutatie
Een tekstveranderingscategorie waarbij één of meer elementen uit een geheel vervangen zijn door nieuwe elementen Ook substitutie genoemd Vergelijk adiectie, detractie 2, repetitie 2 en transmutatie

Imperativus
(Imperatief, Imperativus) De gebiedende wijs; de modus van het gebod (of: de negatieve modus van het verbod)

Imperatoria brevitas
De korte stijl van de heerser Deze vaardigt uit zonder daarbij toelichting te (hoeven) geven

Imperfectief
De onvoltooid verleden tijd; de werkwoordsvorm die te kennen geeft dat een handeling in het verleden onvoltooid was, dat wil zeggen bezig te geschieden, voortduurde.
Een verbaal aspect waarbij men de handeling ziet in haar ononderbroken duur, zonder dat aan de begrenzing in de tijd gedacht wordt, zoals bijvoorbeeld `tikken` of `regenen`.

Impersonale
Het onpersoonlijk gebruikt werkwoord Ook incorporeel genoemd.
Bijvoorbeeld: `het sneeuwt`

Implicatuur
De conclusie die getrokken kan worden uit een taaluiting

Impliciete transpositie
De overgang van naamwoord naar werkwoord zonder vormverschil.
Bijvoorbeeld: `Als achter vliegen vliegen vliegen, vliegen vliegen vliegen achterna.`

Implosief
Een zuigklank

Improduktief
De eigenschap van woordsoorten die geen nieuwe formaties in hun klasse toelaten of van affixen waarmee geen nieuwe afleidingen gemaakt kunnen worden.
Bijvoorbeeld: de lidwoorden

In extenso
In zijn geheel, volledig Zie ook verbatim

In medias res
De epische compositiestijl waarbij de schrijver de lezer midden in de handeling plaatst en de voorafgaande gebeurtenissen retrospectief of door gesprekken weergeeft

In parenthesi
Tussen haakjes; terloops

Incantatie
Een bezwering; een (tover)spreuk

Inchoatief
(Inchoatief, Inchoativum) Een werkwoord waarbij de voorstelling van het begin van de handeling voorop staat; een aanvangaanduidend werkwoord.
Bijvoorbeeld: Het Latijnse nôsco met de betekenis `ik leer kennen` Als voorbeeld in het Nederlands zouden we `bevriezen` kunnen noemen

Inchoativum
(Inchoatief, Inchoativum) Een werkwoord waarbij de voorstelling van het begin van de handeling voorop staat; een aanvangaanduidend werkwoord.
Bijvoorbeeld: Het Latijnse nôsco met de betekenis `ik leer kennen` Als voorbeeld in het Nederlands zouden we `bevriezen` kunnen noemen

Incipit
Een beginregel Overgenomen van het Latijnse incipit (het begint)

Incisum
Een komma

Inclinatie
Het verschijnen van enclise of proclise

Incomparabilia
De adjectieven die geen vergelijkende en overtreffende trap kennen Vergelijk met elatief.
Bijvoorbeeld: `enig`, waarvan `enigste` een veel gebruikte maar verkeerde afleiding is