Soortenbank
Deze woordenlijst kan afkomstig zijn van een online bron die niet meer beschikbaar is, of kan zijn samengesteld door externe bronnen.
De informatie kan sinds de oorspronkelijke publicatie zijn veranderd.
We raden aan om kritisch te zijn bij het beoordelen van de waarde en actualiteit ervan.
Categorie: Planten en dieren > dieren, planten en paddenstoelen
Datum & Land: 01/10/2008, NL
Woorden: 7401
Liggende asperge
(Asparagus officinalis subsp. prostratus) -Liggende asperge- RH. 0105 -Rode Lijst 3- Volledige wetenschappelijke naam: Asparagus officinalis subsp. prostratus (Dum.) Corb. Zie soort: Asparagus officinalis Diagnostische kenmerken: Stengel aan de voet geknikt en vaak stijf tegen de grond aangedrukt
Liggende ereprijs
(Veronica prostrata) -Liggende ereprijs - RH. 1361 -Rode Lijst 1- Volledige wetenschappelijke naam: Veronica prostrata L. Diagnostische kenmerken t.o.v. Veronica austriaca teucrium: Stengels liggend, alleen aan de top opstijgend. Bladen langwerpig tot lijnvormig, met meestal
Liggende ganzenvoet
(Chenopodium pumilio) -Liggende ganzenvoet- RH.2456 Volledige wetenschappelijke naam: Chenopodium pumilio R.Brown Diagnostische kenmerken t.o.v. Chenopodium botrys: Stengel liggend of opstijgend. Bloemkluwens even lang als breed. Bladen regelmatig gelobd, aan de onderzijde met
Liggende ganzerik
(Potentilla supina) -Liggende ganzerik- RH. 1012 Volledige wetenschappelijke naam: Potentilla supina L. Diagnostische kenmerken t.o.v. Potentilla anserina: Blaadjes van onderen groen, diep gekarteld. Kroonbladen veel korter dan de kelkbladen, lichtgeel. Bloemstelen na de blo
Liggende klaver
(Trifolium campestre) -Liggende klaver- RH. 1298 Volledige wetenschappelijke naam: Trifolium campestre Schreb. Diagnostische kenmerken t.o.v. Trifolium dubium: Vlag breed, duidelijk in de lengterichting geplooid. Hoofdjes meer dan 1 cm in doorsnede, ca. 20-40-bloemig, na de bl
Liggende leeuwenbek
(Linaria supina) -Liggende leeuwenbek- BB. 2447 Volledige wetenschappelijke naam: Linaria supina (L.) Chaz. Diagnostische kenmerken: Bloemkroon met spoor 2-2,5 cm lang. Kelkslippen met stompe top. Plant eenjarig, met liggend-opstijgende stengel. Bladen 0,5-2 cm lang en 1-
Liggende majer
(Amaranthus deflexus) -Liggende majer - BB. 5014 Volledige wetenschappelijke naam: Amaranthus deflexus L. Diagnostische kenmerken t.o.v. Amaranthus blitum: Stengel naar de top behaard. Bladen aan de top stomp. Vrucht langwerpig-eivormig met stompe top, opgeblazen, vliezig, gla
Liggende raket
(Sisymbrium supinum) -Liggende raket- RH. 1214 -Rode Lijst 0- Volledige wetenschappelijke naam: Sisymbrium supinum L. Diagnostische kenmerken: Bloemen wit of gelig, zeer klein, 1-3 in de bladoksels. Stengels liggend. Bladen bochtig veerspletig tot veerdelig, kort en stijf beh
Liggende vetmuur
(Sagina procumbens) -Liggende vetmuur - RH. 1112 Volledige wetenschappelijke naam: Sagina procumbens L. Diagnostische kenmerken: Plant overblijvend, met op de knopen wortelende bloeiende takken èn met korte, niet-bloeiende spruiten. Wortelrozet tijdens de bloei aanwezig, gro
Liggende vleugeltjesbloem
(Polygala serpyllifolia) -Liggende vleugeltjesbloem- RH. 0962 -Rode Lijst 3- Volledige wetenschappelijke naam: Polygala serpyllifolia Hose Diagnostische kenmerken t.o.v. Polygala comosa en Polygala vulgaris: Onderste bladen ongeveer tegenoverstaand. Bloeiwijze eerst eindelings, l
Lignine
houtstof, het bijna uitsluitend door schimmels afbreekbare of modificeerbare bestanddeel (20-30 %) van hout, takken, bladeren en naalden.
ligula
lobjes aan het uiteinde van de onderlip, gewoonlijk verdeeld in glossae en paraglossae.
ligula
Het 'tongetje': een vliezig of (bij sommige Grassen) uit een rij haren bestaande opstaande rand op de grens van bladschijf en bladschede.
Liguster
(Genus Ligustrum) -Liguster- Volledige wetenschappelijke naam: Ligustrum L.
Ligusterpijlstaart
(Sphinx ligustri) ligusterpijlstaart Spanwijdte vleugels 90-120 mm, mei-augustus -Kenmerken- Zeer grote pijlstaart. Voorvleugels lichtbruin, naar de achterrand toe bijna zwart. Achtervleugels rozeachtig met 3 zwarte banden. Borststuk grijs, achterlijf rozerood en zwart gebandeerd. -Voorkomen- Was algemener in velerlei biotopen, zoals bosranden, duingebieden, parken ...
lijnvormig
Een plat orgaan (bijvoorbeeld een blad) dat 10 of meer maal zolang als breed is. Alternatieven: lijnvormige
Lijsten
zie Ribben.
Lijsterbes
(Genus Sorbus) -Lijsterbes- Volledige wetenschappelijke naam: Sorbus L.
Lila melkzwam
(Lactarius lilacinus) -Nederlandse naam:- Lila melkzwam -Beschrijving- Hoed gewelfd tot verdiept trechtervormig, Ø 5-7 cm, mat, roze-violet tot vleeskleurig, jong met een omgeslagen rand. Lamellen gevorkt, vleeskleurig tot oker. Steel 5-6 x 1 cm, berijpt, vleeskleurig oker. Vl
Lilakorrelige plooiparasol
(Leucocoprinus lilacinogranulosus) -Nederlandse naam:- Lilakorrelige plooiparasol -Beschrijving- Hoed kegel- of klokvormig tot uitgespreid met een stomp bultje, Ø 2-4 cm, mat, met vezelige, roze tot lila schubjes op een wittige tot crème ondergrond, het centrum lilabruin, de rand gestreept
Lilium bulbiferum
Van deze soort wordt de volgende ondersoort gevonden: Lilium bulbiferum croceum
Limnephilus flavicornis
Lengte 10-14 mm, Spanwijdte vleugels 26-37 mm, mei-oktober -Kenmerken- Schietmot uit de familie Limnephilidae, die op een nachtvlinder lijkt, maar geen vleugelschubben heeft. Kleur geelbruin, rugzijde borststuk grijszwart. Voorvleugel tamelijk smal, aan de top schuin afgesneden, licht grijsbruin met verspreid liggende, donkere vlekjes. Achtervleuge...
Limnephilus rhombicus
Lengte 10-17 mm, Spanwijdte vleugels 30-44 mm, mei-augustus -Kenmerken- Deze schietmot is iets groter dan de voorgaande soort, Limnephilus flavicornis. Lichaam en vleugels licht roodbruin van kleur. In het midden van de vleugels zit een lichte, ruitvormige vlek, die van voren en van achteren donker is ingebed. Familie Limnephilidae. -Voorkomen- Bij...
Limoniide steltmuggen
(Familie Limoniidae) steltmuggen -Kenmerken- Op langpootmuggen (familie Tipulidae) gelijkend, echter zonder neusvormig verlengde snuit (rostrum). Van de familie Pediciidae onder andere te onderschijden door de afwezigheid van haartjes tussen de facetten (ommatidia) van de ogen. -Voorkomen- Zeer grote familie met wereldwijd ca. 9.000 soorten, ca. 200 in Noordwest Europa...
Linde
(Genus Tilia) -Linde- Volledige wetenschappelijke naam: Tilia L. Opm. Het kaartje in Atlas van de Nederlandse Flora 3: 187 geeft de gezamenlijke verspreiding van de taxa weer.
Lindebladwesp
(Caliroa annulipes) lindebladwesp Lengte 5-6 mm, mei-september. -Kenmerken- Onopvallende, zwarte bladwesp (niet afgebeeld). -Voorkomen- Algemeen langs bosranden. -Levenswijze- De larven zien eruit als slijmerige, groenige naaktslakjes en leven op verschillende loofbomen, vooral op eik en linde (244 4 g).
Lindefamilie
(Familie Tiliaceae) -Lindefamilie- Volledige wetenschappelijke naam: Tiliaceae In Europa bomen. Bladen verspreid, enkelvoudig, met afvallende steunblaadjes. Bloemen regelmatig, tweeslachtig. Kelkbladen 4 of 5. Kroonbladen 4 of 5. Meeldraden 5-veel, vrij of ten dele onderling
Lindeknotsvlinder
(Plagodis dolabraria) lindeknotsvlinder Spanwijdte vleugels 28-32 mm, april-augustus -Kenmerken- Opmerkelijk getekend. Voorvleugels met bruin-witte grondkleur en vele, fijne, bruine dwarslijnen. Achtervleugels witachtig met violette vlek aan de achterrand. -Voorkomen- Vooral in bossen en rond hagen in tuinen. In Nederland lokaal verspreid. -Levenswijze- De vlinder breng...
Lindepijlstaart
(Mimas tiliae) lindepijlstaart Spanwijdte vleugels 55-70 mm, april-augustus -Kenmerken- Grondkleur voorvleugels groenig, geelbruin tot oranjebruin met in het midden een donkere dwarsband, die bijna in 2 vlekken uiteen valt (362 3b g). Vleugelranden getand. -Voorkomen- Vrij algemeen in loofbossen, parken en tuinen, ook in het stedelijke gebied. -Levenswijze- Rups ...
Lindeschorszwam
(Peniophora rufomarginata) -Nederlandse naam:- Lindeschorszwam -Beschrijving- Vruchtlichaam korstvormig, Ø tot enkele cm. Hymenium glad, droog wat gebarsten, bobbelig-golvend, mat, grijsroze tot blauwig-grijsbruin. Sporeekleur wit. Op (hangende), dode lindentakken. Saprofiet. -Stat
Linnaeusklokje
(Linnaea borealis) -Linnaeusklokje- RH. 0746 -Rode Lijst 4- Volledige wetenschappelijke naam: Linnaea borealis L. Diagnostische kenmerken: Stengels draadvormig, ver kruipend en de bodem meestal als een tapijt bedekkend. Bladen rondachtig tot omgekeerd eirond, gekarteld, bij
lintbloem
Bloempjes bij de Asteraceae (Composietenfamilie) die alleen aan de voet buisvormig, en verder vlak uitgespreid zijn; de zoom eindigt in 3 of 5 slippen. Alternatieven: lintbloemen
lintvormig
Lijnvormig met volkomen evenwijdige zijden. Alternatieven: lintvormige
Linze
(Lens culinaris) -Linze- BB. 1812 Volledige wetenschappelijke naam: Lens culinaris Medik. Diagnostische kenmerken: Kelktanden 3-6 maal zo lang als de buis. Stengel rechtopstaand, vertakt, evenals de bladen behaard. Bladen met een ongedeelde of gedeelde rank. Blaadjes 3-8-
Linzeknotsje
(Typhula phacorrhiza) -Nederlandse naam:- Linzeknotsje -Beschrijving- Vruchtlichaam draadvormig, 2-8 cm x 0,5-1 mm. Bovenste tweederde deel met een stompe bleke of puntige donkere top, glad, crème tot honinggeel. Steel glad, geel, met aan de zwak viltige basis een linzenvormig
Lipbloemenfamilie
(Familie Lamiaceae) -Lipbloemenfamilie- Volledige wetenschappelijke naam: Lamiaceae Kruiden, halfheesters of heesters, vaak aromatisch. Stengel meestal vierkantig. Bladen kruiswijs, meestal enkelvoudig, zonder steunblaadjes. Bloemen tweezijdig symmetrisch, meestal tweeslacht
Lis
(Genus Iris) -Lis- Volledige wetenschappelijke naam: Iris L.
Lisdodde
(Genus Typha) -Lisdodde- Volledige wetenschappelijke naam: Typha L.
Lisdoddefamilie
(Familie Typhaceae) -Lisdoddefamilie- Volledige wetenschappelijke naam: Typhaceae Kruidachtige, overblijvende, eenhuizige moerasplanten met een wortelstok. Bladen lijnvormig. Bloemen dicht opeen in cilindervormige aren, de onderste aar met vrouwelijke, de bovenste met mannel
Lisdoddefranjehoed
(Psathyrella typhae) -Nederlandse naam:- Lisdoddefranjehoed -Beschrijving- Hoed halfbolvormig of klokvormig tot afgevlakt, Ø 7-15 mm, met radiair gerangschikte fijne wittige velumresten, tot het midden doorschijnend gestreept, vochtig donker roodbruin, droog beigebruin met ee
Lissenfamilie
(Familie Iridaceae) -Lissenfamilie- Volledige wetenschappelijke naam: Iridaceae Kruidachtige, overblijvende planten met een wortelstok of een knol (door een vlies omgeven). Bladen vaak smal, lijnvormig. Bloemen regelmatig of tweezijdig symmetrisch, tweeslachtig, voor de bloe
littoraal
Ecologische term waarmee mariene gebieden worden aangeduid die tussen de hoogwater- en laagwaterlijn liggen en dus afwisselend droog liggen en door zout water worden overspoeld.
Lobelia
(Genus Lobelia) -Lobelia- Volledige wetenschappelijke naam: Lobelia L.
Locomotiefje
(Chorthippus apricarius) locomotiefje Lengte 13-22 mm, juli-oktober -Kenmerken- De kiel boven aan de zijkant van het halsschild hoekig. Mediaalveld van de voorvleugels als in Stenobothrus duidelijk verbreed en regelmatig dwars geaderd. -Voorkomen- Langs wegbermen, randen van akkers en droog hooiland. Noordelijke soort. In Nederland populaties bij Zwolle en IJmuiden. Niet i...
lokaal
Gebruikt voor vogelsoorten die in hun verspreiding zeer beperkt zijn, zowel gedurende het gehele als een deel van het jaar. Alternatieven: lokale
Lomentaria clavellosa
Lomentaria clavellosa (Turn.) Gaill. -Beschrijving:- Een klein plantje, tussen de 5 en 10 cm hoog. Thallus cilindrisch, hol. De zijtakken zijn alzijdig ingeplant en alleen aan de basis ingesnoerd. De kleur is helder rood. Vormt dichte bosjes. -Voortplanting: - Deze soort verspreidt zich vooral door vanuit het hechtorgaan uitlopers te vormen, waarop...
Longkruid
(Genus Pulmonaria) -Longkruid- Volledige wetenschappelijke naam: Pulmonaria L.
Loodgrijze bovist
(Bovista plumbea) -Nederlandse naam:- Loodgrijze bovist -Beschrijving- Vruchtlichaam bolvormig, Ø 2-3 cm, met witte myceliumstreng. Buitenzijde mat, wit, in schubben of plakken loslatend, waarna de groenig-grijze tot loodgrijze binnenste laag zichtbaar wordt. Met centrale
Loodkruidblauwtje
(Turanana endymion) (Freyer, 1850) Loodkruidblauwtje -Beschrijving: - Het loodkruidblauwtje is te vinden op droge, kalkrijke plekken die begroeid zijn met lage struiken. De vlinders worden regelmatig nectardrinkend op bloemen waargenomen, onder andere op die van tijm. De mannetjes verlaten soms de leefgebieden om plekken met vochtige grond op te zoeken. De vrouwtjes l...
loofbomen
Bomen met ofwel platte bladeren (loofbomen) of bladeren die een lang, dun uiterlijk hebben en uitgesproken versmald zijn (naaldbomen). Loofbomen verliezen in het najaar meestal hun bladeren, terwijl deze in het voorjaar weer aangroeien. Naaldbomen verliezen het hele jaar door hun naalden; de naalden groeien echter ook het hele jaar aan en deze bome...
Loogkruid
(Genus Salsola) -Loogkruid- Volledige wetenschappelijke naam: Salsola L.
Look
(Genus Allium) -Look- Volledige wetenschappelijke naam: Allium L. Opm. Op grond van de vorm der binnenste helmdraden kunnen de in Nederland voorkomende soorten in 2 groepen worden gedeeld: a. helmdraden ongedeeld, aan de voet zonder een tand: Allium carinatum, Allium ol
Look-zonder-look
(Alliaria petiolata) -Look-zonder-look - RH. 0029 Volledige wetenschappelijke naam: Alliaria petiolata (Bieb.) Cavara & Grande Diagnostische kenmerken: Stengel rechtopstaand. Bladen bij kneuzing naar uien riekend, hartvormig, bochtig getand, de onderste tot niervormig, grof g
Loopkevers
(Familie Carabidae) loopkevers -Kenmerken en voorkomen- De loopkevers hebben steeds 5-ledige tarsen en zijn, op enige uitzonderingen na, alle rovers van andere insecten en wormen. De "echte´ loopkevers (onderfamilie Carabinae) onderscheiden zich van de zandloopkevers door hun veel kleinere ogen, meestal een vrij plat lichaam en geen witte tekeningen op de d...
Loos blaasjeskruid
(Utricularia australis) -Loos blaasjeskruid- RH. 1325 Volledige wetenschappelijke naam: Utricularia australis R.Br. Diagnostische kenmerken t.o.v. Utricularia vulgaris: Onderlip van de bloemkroon vlak. Bovenlip tot 2 maal zo lang als het gehemelte. Vruchtstelen recht, schuin afs
Lophodermium arundinaceum
-Beschrijving- < 1cm: loep Vruchtlichaam langgerekt, spits spoelvormig, in een lengtescheur door het stengeloppervlak brekend, 0,4-0,8 x 0,2-0,4 mm. Binnenzijde grijsbruin. Buitenzijde zwart, in een lengtespleet openbrekend. -Voorkomen- Op dode rietstenge
lophophoor
Enkele of dubbele krans van gecilieerde tentakels bij hoefijzerwormen, mosdiertjes en entoprocta.
Lotus corniculatus
Van deze soort worden de volgende variëteiten gevonden: Lotus corniculatus corniculatus Lotus corniculatus sativus
Loze reigersbek
(Erodium anaristatum(x)) -Loze reigersbek - BB. 5066 Volledige wetenschappelijke naam: Erodium xanaristatum Andreas; Erodium cicutarium x Erodium lebelii Diagnostische kenmerken: Volwassen planten geheel of vrijwel zonder vruchtsnavels. Helmknoppen meestal verdroogd, meestal geel
Luisvliegen
(Familie Hippoboscidae) luisvliegen -Kenmerken- Luisvliegen zijn bloedzuigende parasieten van vogels en grote zoogdieren. Hun lichaam is geheel aangepast aan het leven in verenkleed en vacht. Ze lijken op het eerste gezicht helemaal niet op vliegen. De vleugels zijn vaak gereduceerd of zelfs geheel afwezig en de dieren bezitten goed ontwikkelde klauwen waarmee ze zich aan...
Lupine
(Genus Lupinus) -Lupine- Volledige wetenschappelijke naam: Lupinus L.
Luzerne
(Medicago sativa) -Luzerne - RH. 0801 Volledige wetenschappelijke naam: Medicago sativa L. Diagnostische kenmerken t.o.v. Medicago falcata: Kroonbladen donker blauwpaars, blauw of soms wit. Stengels opstijgend tot rechtopstaand. Trossen meestal lang ei- tot cilindervormig.
Lygaeus equestris
Lengte 10-12 mm, augustus-juni -Kenmerken- Aardwants (familie Lygaeidae) met zwartrode tekening. Halsschild met 2 onregelmatige, zwarte dwarsbanden. Vleugelmembraan met ronde, witte vlek. -Voorkomen- Bij zonnige bosranden en op kalkgraslanden. In Zuid-Europa algemeen. In Nederland en België vrij zeldzaam. -Levenswijze- Op verschillende soorten...
Lygaeus saxatilis
Lengte 10-11 mm, augustus-juni -Kenmerken- Aardwants (familie Lygaeidae) met zwartrode tekening. Halsschild rood met 2 zwarte zijstrepen Vleugelmembraan zonder witte vlek. -Voorkomen- Langs zonnige weg- en bosranden. In Zuid-Europa algemeen. In Nederland en België minder zeldzaam dan Lygaeus equestris. -Levenswijze- Is meestal op de bodem te v...
Maagdenpalm
(Genus Vinca) -Maagdenpalm- Volledige wetenschappelijke naam: Vinca L.
Maagdenpalmfamilie
(Familie Apocynaceae) -Maagdenpalmfamilie- Volledige wetenschappelijke naam: Apocynaceae Kruiden, heesters of kleine bomen, vaak met melksap. Bladen tegenoverstaand, enkelvoudig, zonder steunblaadjes. Bloemen regelmatig, tweeslachtig. Kelk meestal 5-slippig, slippen in de knop
Maanvaren
(Genus Botrychium) -Maanvaren- Volledige wetenschappelijke naam: Botrychium Swartz
Maanvlekloopkever
(Callistus lunatus) maanvlekloopkever Lengte 4-7 mm, januari-december. -Kenmerken- Opvallend gekleurd met blauwe kop, oranjerood halsschild en dekschilden licht roodgeel met donkere, maanvormige vlekken. -Voorkomen- Vooral in zandige en warme, kalkrijke, droge gebieden. Verdwenen in Zuid-Limburg, mogelijk nog wel in de Ardennen.
Maanwaterjuffer
(Coenagrion lunulatum) Coenagrion lunulatum (Charpentier, 1840) Maanwaterjuffer -Omschrijving- [laatste larvale stadium (fig. Clunulat.tif)] (naar Belyshev, 1973b; Heidemann & Seidenbusch, 1993; Popova, 1953) Lengte 24-25 mm (exuviae 15-17 mm), waarvan 6-8 mm voor de caudale lamellen. -Kop:- Masker met driehoekig prementum; prementale setae 5 + 5, palpale setae 6 + 6...
Maarts viooltje
(Viola odorata) -Maarts viooltje- RH. 1384 Volledige wetenschappelijke naam: Viola odorata L. Diagnostische kenmerken t.o.v. Viola hirta: Bladsteel met tot 0,25 mm lange teruggeslagen haren. Plant met bovengrondse, rozetten dragende uitlopers. Bloemen welriekend, diep pa
Maartse vlieg
(Bibio marci) maartse vlieg Lengte 8-10 mm, maart-mei. -Kenmerken- Door de sterk behaarde en gedrongen gestalte lijkt deze glanzend zwarte mug meer op een vlieg. Ook de populaire familienaam: rouwvliegen of zwarte vliegen verwijst naar de vliegengroep. De draadvormige voelsprieten zijn voor muggen opvallend kort. Mannetjes (216 4a g) met zeer grote, half kogelro...
Maasraket
(Sisymbrium austriacum subsp. chrysanthum) -Maasraket- RH. 1213 Volledige wetenschappelijke naam: Sisymbrium austriacum Jacq. subsp. chrysanthum (Jord.) Rouy & Fouc. Zie soort: Sisymbrium austriacum Diagnostische kenmerken t.o.v Sisymbrium loeselii : Stijl 1-2 mm lang. Rijpe vruchten 8-14(-18) mm
Macedonisch bleek blauwtje
(Polyommatus philippi) Brown and Coutsis, 1978 Macedonisch bleek blauwtje -Beschrijving: - Het Macedonisch bleek blauwtje lijkt sterk op het bleek blauwtje (P. coridon). De soort komt in bloemrijke graslanden voor en bij grazige vegetaties tussen struweel. De bodem is altijd kalkrijk. De rupsen voeden zich met Hippocrepis comosa (paardenhoefklaver) en worden vaak samen m...
Macedonisch esparcetteblauwtje
(Polyommatus nephohiptamenos) (Brown and Coutsis, 1978) Macedonisch esparcetteblauwtje -Beschrijving: - Het Macedonisch esparcetteblauwtje komt in de bergen boven de boomgrens voor op bloemrijke kalkgraslanden. De mannetjes zwerven soms rond en worden dan buiten het leefgebied waargenomen. Als waardplant wordt Onobrychis montana scardica gebruikt, een esparcette-ondersoort die ...
Macedonische heremiet
(Pseudochazara cingovskii) Gross, 1973 Macedonische heremiet -Beschrijving: - Het leefgebied van de Macedonische heremiet bestaat uit droge, kalkstenen rotsen met hier en daar grazige vegetatie. De soort heeft één generatie per jaar. -Leefgebied: - Droog kalkgrasland en steppe -Sterk gelijkende soorten: - Pseudochazara amymone -Verspreiding: - Komt voor in Z-Ma...
Machimus soort
Lengte 16-25 mm, juli-september. -Kenmerken- Een geslacht met middelgrote tot grote roofvliegen met sterk bedoornde, lange poten. Achterlijf slank, loopt bij het vrouwtje (228 1 g) uit in een spitse legboor. Een aantal lastig te onderscheiden soorten. -Voorkomen- Bij bosranden en op droge, open terreinen. Een aantal soorten algemeen in Nederland en...
Machospookkreeft
(Caprella macho) Caprella macho Platvoet, De Bruyne & Gmelig Meyling, 1995 -Nederlandse naam:- Machospookkreeft -Beschrijving:- Dit spookkreeftje lijkt op het wandelend geraamte (Caprella linearis ): langgerekt lichaam, duidelijk in segmenten onderverdeeld en de middelste segmenten dragen slechts rudimentaire pootjes. In tegenstelling tot het wandelend geraamte...
Macrofungi
hogere fungi, de paddenstoelen en zwammen, die tenminste in staat zijn om zich geslachtelijk voort te planten en waarvan de vruchtlichamen groter dan 1 millimeter zijn.
macropteer
volledig gevleugeld.
macroscopisch
Met het blote oog zichtbaar.
Madeliefje
(Bellis perennis) -Madeliefje - RH. 0135 Volledige wetenschappelijke naam: Bellis perennis L. Diagnostische kenmerken: Bladen meestal alle in een wortelrozet, meestal spatelvormig, tot 5 cm lang, gekarteld, behaard. Hoofdjes alleenstaand. Bloemhoofdjesbodem kegelvormig, ho
maerl
Verkalkt roodwieren, die geen platte korsten vormen, maar losliggende vertakte klompjes. Maerl is een verzamelnaam voor verschillende soorten.
Mahonie
(Mahonia aquifolium) -Mahonie - RH. 2101 Volledige wetenschappelijke naam: Mahonia aquifolium (Pursh) Nutt. Diagnostische kenmerken: Bladen met 5-9(-13) blaadjes, 's winters groenblijvend. Blaadjes 4-8 cm lang, eirond, stekelig getand, van boven glanzig. Bloemen in korte, tot
Maïs
(Zea mays) -Maïs- BB. 2313 Volledige wetenschappelijke naam: Zea mays L. Diagnostische kenmerken: Stengel rechtopstaand. Bladen 5-12 cm breed. Mannelijke bloeiwijze eindelings, vertakt, de takken tenslotte uitstaand of ten dele neergebogen; mannelijke aartjes 2-bloe
Malariamug
(Anopheles messeae) malariamug Lengte 6-8 mm, april-oktober. -Kenmerken- Palpen even lang als de zuigsnuit (212 3a g, vrouwtjes), bij het mannetje knotsvormig met behaard uiteinde. Beschubde vleugels met kleine, donkere vlekjes. -Voorkomen- Vooral in bossen, maar ook wel in open gebieden. Vaak niet zo algemeen als andere soorten steekmuggen. -Levenswijze- Malariamugge...
Malrove
(Marrubium vulgare) -Malrove- RH. 0793 -Rode Lijst 1- Volledige wetenschappelijke naam: Marrubium vulgare L. Diagnostische kenmerken: Stengel rechtopstaand, aan de voet vertakt, witviltig. Bladen sterk gerimpeld, viltig, eirond tot rondachtig, ongelijk gekarteld. Schijnkrans
Malrovedikkopje
(Carcharodus baeticus) (Rambur, 1839) Malrovedikkopje -Beschrijving: - Het malrovedikkopje is op droge, spaarzaam begroeide plekken te vinden, zoals in de duinen, op droge, grazige terreinen en op rotsachtige hellingen. Als waardplanten worden Marrubium vulgare (malrove) en Ballota -soorten gebruikt, o.a. Ballota foetida (stinkende ballote). Het vrouwtje legt de eitjes &...
mandibel
de bovenkaak van een insect. Kan scherp getand zijn en gebruikt worden om te bijten, zoals bij sprinkhanen en wespen, of uitgegroeid tot een slanke'naald', zoals bij de muggen. Bij de meeste vliegen en vlinders zijn de mandibels geheel afwezig. Alternatieven: mandibels
mandibels
Kaken, het eerste paar monddelen bij kreeftachtigen.
mandibula
Wetenschappelijke termen, gebruikt voor de onderkaak en de hoornige bedekking, in tegenstelling tot de maxilla waarmee de bovenkaak wordt aangeduid. Mandibula (en maxilla) worden ook wel gebruikt in bredere betekenis en verwijzen dan, samen met de toevoegingen boven- of onder-, naar respectievelijk de boven- of ondersnavel. De gonys, of nok, is de ...
mandibulaat
met mandibels die kunnen worden gebruikt om te bijten en te kauwen.
Mandibulata
Fylum Mandibulata: Arthropoda met kaken, onvertakte poten, een paar antennen en een tracheesysteem, met onder andere duizend- en miljoenpootachtigen en insecten in brede zin
Mannagras
(Glyceria fluitans) -Mannagras- RH. 0584 Volledige wetenschappelijke naam: Glyceria fluitans (L.) R.Br. Diagnostische kenmerken: Lemma van de onderste bloem 5-8 mm lang, meestal spits. Aartjes vrij losbloemig. Helmknoppen 1,5-3 mm lang, paars of soms geel. Onderste bloeiwijz
Mannetjesereprijs
(Veronica officinalis) -Mannetjesereprijs- RH. 1355 Volledige wetenschappelijke naam: Veronica officinalis L. Diagnostische kenmerken t.o.v. Veronica chamaedrys: Stengel kruipend, aan de top opstijgend, rondom gelijkmatig behaard. Bloemkroon lichtblauw, donkerder geaderd, zelde
Mannetjesorchis
(Orchis mascula) -Mannetjesorchis- RH. 0887 -Rode Lijst 1. Beschermd!- Volledige wetenschappelijke naam: Orchis mascula (L.) L. Diagnostische kenmerken: Spoor schuin omhoog gericht, ongeveer even lang als het vruchtbeginsel. Bladen soms gevlekt, lancetvormig met versmalde
Mannetjesvaren
(Dryopteris filix-mas) -Mannetjesvaren - RH. 0421 Volledige wetenschappelijke naam: Dryopteris filix-mas (L.) Schott Diagnostische kenmerken t.o.v. Dryopteris affinis: Bladen stevig kruidachtig, laat in de herfst afstervend, de onvruchtbare en vruchtbare ongeveer gelijk van vor
Mansbloed
(Hypericum androsaemum) -Mansbloed - BB. 2491 Volledige wetenschappelijke naam: Hypericum androsaemum L. Diagnostische kenmerken: Lage heester met houtige takken. Kroonbladen korter dan de kelkbladen. Stijlen half zo lang als het vruchtbeginsel. Vrucht een bes, eerst rood, tensl
mantel
De veerpartij die tussen de nek en de schouderveren ligt, vaak van een andere kleur van de omringende veerpartijen, ook wel pallium genoemd. Alternatieven: pallium
Mantelanjer
(Petrorhagia prolifera) -Mantelanjer- RH. 0696 -Rode Lijst 1- Volledige wetenschappelijke naam: Petrorhagia prolifera (L.) P.W.Ball & Heywood Diagnostische kenmerken: Stengel meestal niet vertakt. Bloemen verscheidene bijeen in hoofdjes, door schutbladen omsloten, zelden alleens
Mantelbaardbokje
(Pogonocherus hispidulus) mantelbaardbokje Lengte 5-7 mm, april-augustus. -Kenmerken- Dekschilden met scherpe, getande uiteinden, aan de basis met brede, witte dwarsband. -Voorkomen- Bij struikrijke bosranden op heesters en loofbomen. Tamelijk zeldzaam in Zuid-Nederland en Zuidoost België. -Levenswijze- Larvale ontwikkeling in zeer verschillende loofhoutsoorten.