Soortenbank

Deze woordenlijst kan afkomstig zijn van een online bron die niet meer beschikbaar is, of kan zijn samengesteld door externe bronnen. De informatie kan sinds de oorspronkelijke publicatie zijn veranderd. We raden aan om kritisch te zijn bij het beoordelen van de waarde en actualiteit ervan.
Categorie: Planten en dieren > dieren, planten en paddenstoelen
Datum & Land: 01/10/2008, NL
Woorden: 7401


Ovipaar
Eierleggend.

ovipositie
het leggen van eieren.

ovipositor
het apparaat van een vrouwelijk insect, waarmee de eieren worden gelegd, de legboor of legbuis. Bij vele insecten verborgen, maar uitzonderlijk lang bij sabelsprinkhanen en sommige parasitaire Hymenoptera. Alternatieven: legboor

oxea
Spiculum-type van sponzen: sigaar- of spoelvormige spicula met aan beide uiteinden een scherpe punt.

Oxycera pulchella
Lengte 8-9 mm, juni-augustus. -Kenmerken- Kleine licht geel-zwart getekende wapenvlieg. Kop bijna kogelrond, met grote ogen en tamelijk korte voelsprieten. Achterlijf afgeplat en schijfvormig en ongeveer even groot als het borststuk. -Voorkomen- In vochtige bossen en hagen bij water. Wordt relatief weinig waargenomen. -Levenswijze- De larve ontwikk...

Oxycera trilineata
Lengte 5-7 mm, juni-augustus. -Kenmerken- Ondanks de geringe grootte een zeer opvallende wapenvlieg met een groen- of geel-zwart getekend lichaam. Tekening kenmerkend, doch met zeer variabel kleurpatroon. Thorax met 3 zwarte lengtebanden, achterlijf met zwarte dwarsbanden. -Voorkomen- Op vochtige weiden, langs hagen etcetera. Wordt relatief weinig ...

Oxythyrea funesta
Lengte 8-12 mm, mei-juli. -Kenmerken- Geheel glanzend zwart van kleur met een onregelmatig patroon van wittige vlekken en bedekt met lange, dicht haren. -Voorkomen- Langs zonnige bosranden op allerlei bloemknoppen, onder andere wijnstok en vruchtbomen. In Zuid-Nederland (Noord-Brabant) en in België zeldzaam op geel bloeiende composieten. -Geli...

Ozonium
een steriel luchtmycelium, zoals men dat soms bij enkele Inktzwammen vindt.(39.jpg)

Paalpissebed
(Limnoria lignorum) Limnoria lignorum (Rathke) -Nederlandse naam:- Paalpissebed -Beschrijving:- Dit diertje is een stuk kleiner dan de meeste andere soorten die met de naam 'pissebed' aangeduid worden. Hij is 3 tot 5 mm lang en langwerpig van vorm. Twee paar korte antennes van ongeveer gelijke lengte sieren de kop. Het achterlijf is bedekt met een relatief grote plaat...

Paalworm
(Teredo navalis) Teredo navalis (Linnaeus, 1758) -Nederlandse naam:- Paalworm -Beschrijving:- Hoewel dit dier in het Nederlands en Engels ‘worm’ genoemd wordt, is het een weekdier: een hoogontwikkeld tweekleppig schelpdier zelfs. De schelp omvat slechts een klein deel van het lichaam. Die schelp is ongeveer 6 bij 6 mm groot (maximaal 2 cm). De kleur is ...

Paapje
(Saxicola rubetra) -Wetenschappelijke naam: - Saxicola rubetra (Linnaeus, 1758) -Nederlandse naam: - Paapje -Vogelgroep:- Tapuiten -Veldkenmerken.- 12,5 cm. Gelijk in afmetingen en structuur aan Roodborsttapuit maar slanker en met langere vleugels. Mannetje heeft brede witt

Paarbladig fonteinkruid
(Groenlandia densa) -Paarbladig fonteinkruid- RH. 0991 Volledige wetenschappelijke naam: Groenlandia densa (L.) Fourr. Diagnostische kenmerken: Bladen eirond tot lancetvormig, meestal niet meer dan 3 cm lang, naar de top zeer fijn gezaagd, met 3-7 overlangse nerven. Bloeiwij

Paarbladig goudveil
(Chrysosplenium oppositifolium) -Paarbladig goudveil- RH. 0323 -Rode Lijst 4- Volledige wetenschappelijke naam: Chrysosplenium oppositifolium L. Diagnostische kenmerken t.o.v. Chrysosplenium alternifolium: Bladen tegenoverstaand. Bladsteel der onderste bladen even lang als of korter dan

Paardeanemoon
(Actinia equina) Actinia equina (Linnaeus, 1758) -Nederlandse naam:- Paardeanemoon -Beschrijving:- Zuil in uitgestulpte toestand tot 8 cm hoog en ongeveer even breed, vaak zelfs wat breder. Er zitten maximaal zo'n 190 tentakels van ca. 2 cm lengte rond de mondopening, in 5 à 6 cirkels. Deze tentakels worden bij verstoring snel ingetrokken. De mondopening zit...

Paardebijter
(Aeshna mixta) Aeshna mixta Latreille, 1805 Paardebijter -Omschrijving- [laatste larvale stadium, (fig. Amixtal.tif)] (naar Gardner, 1950c, 1977; Er. Schmidt, 1936a) Tamelijk kleine, bont getekende larve. Lengte 30-38 mm. -Kop:- Prementum vier maal zo lang als aan de basis breed (vergelijk met A. affinis), in het midden ingedeukt. Einde van de labiale palp aan de...

Paardehaartaailing
(Marasmius androsaceus) -Nederlandse naam:- Paardehaartaailing -Beschrijving- < 1cm: loep Hoed gewelfd, met een ingedeukt centrum, Ø 0,5-1 cm, vliezig, radiair gevoord, bleek beige-roze, met een roodbruin centrum. Lamellen wijd uiteen, beige-roze. Steel 2-6 cm x 1 mm, paardenhaa

Paardenbloem
(Genus Taraxacum) -Paardenbloem- Volledige wetenschappelijke naam: Taraxacum Weber Opm. De taxonomie van het geslacht is zeer ingewikkeld. Dit is voornamelijk het gevolg van De wijze van voortplanting; deze vindt plaats door agamospermie. Dit is Een aseksuele wijze van voortplanting via zaden waarbij individuen ontstaan uit onbevruchte eicellen. uit deze eicellen ont...

Paardenbloemstreepzaad
(Crepis vesicaria subsp. taraxacifolia) -Paardenbloemstreepzaad- RH. 0375 Volledige wetenschappelijke naam: Crepis vesicaria L. subsp. taraxacifolia (Thuill.) Schinz & R.Keller Zie soort: Crepis vesicaria Diagnostische kenmerken t.o.v. Crepis biennis en Crepis capillaris : Tenminste de middelst

Paardendaas
(Tabanus sudeticus) paardendaas Lengte 20-25 mm, juni-augustus. -Kenmerken- Eén van de grootste soorten inheemse dazen. Ogen eenkleurig bruin. Achterlijfssegmenten aan de achterzijranden lichtbruin met in het midden een witachtige, naar voren gerichte driehoek. -Voorkomen- Zeldzaam in weiden in de nabijheid van vee. Vooral op hogere gronden. -Levenswijze- De so...

Paardengras
(Ceratochloa cathartica) -Paardengras- BB. 1668 Volledige wetenschappelijke naam: Ceratochloa cathartica (Vahl) Herter Diagnostische kenmerken t.o.v. Ceratochloa carinata: Lemma kort toegespitst of kafnaald hoogstens 2 mm lang. Palea ongeveer half zo lang als de lemma. Kelkkafjes

Paardenhaarzegge
(Carex appropinquata) -Paardenhaarzegge- RH. 0213 -Rode Lijst 3- Volledige wetenschappelijke naam: Carex appropinquata Schumacher Diagnostische kenmerken: Onderste bladscheden tot een zwartachtige, glanzende, taaie vezelmassa verwerend. Kafjes zonder of met een zeer smalle vli

Paardenhoefklaver
(Hippocrepis comosa) -Paardenhoefklaver- RH. 0628 -Rode Lijst 1- Volledige wetenschappelijke naam: Hippocrepis comosa L. Diagnostische kenmerken: Stengels liggend of opstijgend. Bladen oneven geveerd. Blaadjes (3-)5-8 paar, 5-15 mm lang. Schermen 5-12-bloemig. Kroonbladen gee

Paardenkastanje
(Genus Aesculus) -Paardenkastanje- Volledige wetenschappelijke naam: Aesculus L.

Paardenkastanjefamilie
(Familie Hippocastaneaceae) -Paardenkastanjefamilie- Volledige wetenschappelijke naam: Hippocastanaceae Bomen of heesters. Bladen tegenoverstaand, handvormig samengesteld, zonder steunblaadjes. Bloemen onregelmatig, twee- of eenslachtig. Kelkbladen 5. Kroonbladen 4 of 5. Meeldraden

Paardenkastanjemineermot
(Cameraria ochridella) paardenkastanjemineermot Spanwijdte vleugels 3,5-4 mm, lengte 5 mm, mei-augustus -Kenmerken- Antennen witachtig en draadvormig. Basiskleur vleugels metallisch okergeel met 3 tot 4 witte dwarsbanden met vaak daaraan een dun zwart bandje parallel lopend. Lange franje aan de vleugelranden. Poten witachtig met donkere vlekjes (330 5a g). Precieze deter...

Paardenluisvlieg
(Hippobosca equina) paardenluisvlieg Lengte 6-8 mm, mei-oktober. -Kenmerken- Een brede, afgeplatte, donkerbruine luisvlieg met lichte tekening. Beide seksen altijd gevleugeld. -Voorkomen- Niet zeldzaam in beboste omgeving in weiden. -Levenswijze- De soort leeft bij paarden, runderen en herten parasitair in de vacht en zuigt bloed. Komt soms ook vliegend op de mens af ...

Paardenmestkever
(Geotrupes vernalis) paardenmestkever Lengte 14-20 mm, juli-mei. -Kenmerken- Bovenzijde met blauwe of groene weerschijn. Halsschild en dekschilden glad. -Voorkomen- Vooral in open, zandige terreinen en op de heide; algemeen.

Paardenstaart
(Genus Equisetum) -Paardenstaart- Volledige wetenschappelijke naam: Equisetum L.

Paardenstaarten
(Klasse Equisetopsida) -Paardenstaarten- De volgende familie behoort tot Dit taxon: familie Equisetaceae

Paardenstaartenfamilie
(Familie Equisetaceae) -Paardenstaartenfamilie- Volledige wetenschappelijke naam: Equisetaceae Kruidachtige, overblijvende land- of moerasplanten. Wortelstok onderaards, geleed, aan de knopen wortelend, soms knollen vormend. Stengel geleed, met centrale holte omgeven door 2 kra

Paardenzuring
(Rumex aquaticus) -Paardenzuring- RH. 1096 -Rode Lijst 0- Volledige wetenschappelijke naam: Rumex aquaticus L. Diagnostische kenmerken: Vruchtkleppen, ook bij het volkomen ontwikkelde bloemdek, alle 3 zonder knobbel, eirond tot driehoekig, 6-8 mm lang, dunvliezig. Wortelbl

Paarse buisjesspons
(Haliclona xena) Haliclona xena De Weerdt, 1986 -Nederlandse naam:- Paarse buisjesspons -Beschrijving:- Deze soort vormt paarsrode tot lichtbruine buisjes van 10 tot 15 cm hoogte die samengroeien tot plakkaten van ongeveer 20 cm doorsnede. De uitstroomopeningen zitten aan de uiteinden van deze buisjes, die zelf 1 tot 2 cm in doorsnede kunnen zijn. Het sponsmateriaa...

Paarse dennezwam
(Trichaptum abietinum) -Nederlandse naam:- Paarse dennezwam -Beschrijving- < 1cm: loep Vruchtlichaam éénjarig, leerachtig korstvormig, met in rijen afstaande, waaiervormige hoedjes. Hoed tot 2,5 cm afstaand. Bovenzijde concentrisch gezoneerd, harig-viltig tot kaal, grijswittig

Paarse dovenetel
(Lamium purpureum) -Paarse dovenetel- RH. 0706 Volledige wetenschappelijke naam: Lamium purpureum L. Diagnostische kenmerken t.o.v. Lamium hybridum: Bladen regelmatig gekarteld. Bloemkroon van binnen zonder haarring. Hogere stengelbladen (de onderste schutbladen niet meeger

Paarse eikeschorszwam
(Peniophora quercina) -Nederlandse naam:- Paarse eikeschorszwam -Beschrijving- Vruchtlichaam dik korstvormig met afstaande randen, enkele cm tot enkele dm lange stroken vormend. Bovenzijde van de schijnhoedjes mat, donkerbruin tot zwart. Onderzijde glad of gebarsten, paars of

Paarse geleikorst
(Botryllus schlosseri) Botryllus schlosseri (Pallas, 1766) -Nederlandse naam:- Paarse geleikorst -Beschrijving:- Kolonievormende zakpijp. De kolonies vormen een platte, vlezige overtrek over stenen, wieren, zeegrassen, andere manteldieren (b_schlos.tif) en ook op steigerpalen en andere door de mens in het water geplaatste dingen. Soms met lobben. Zeer variabel van kleur,...

Paarse knoopzwam
(Ascocoryne sarcoides) -Nederlandse naam:- Paarse knoopzwam -Beschrijving- Vruchtlichaam tol- tot schijfvormig, Ø 0,5-2 cm. Binnenzijde vleeskleurig roze tot violetroze. Buitenzijde droog fijn witkleiig, violetroze. Vaker in het glanzende, paarse tot paarsbruine, knop- tot kuss

Paarse korstzwam
(Chondrostereum purpureum) -Nederlandse naam:- Paarse korstzwam -Beschrijving- Vruchtlichaam korstvormig, met tot 2 cm afstaande, golvende randen, Ø 2-4 cm. Bovenzijde van de schijnhoedjes harig-donzig, concentrisch gezoneerd, de haren wit. Onderzijde glad, donker- of bruinviolet t

Paarse morgenster
(Tragopogon porrifolius) -Paarse morgenster - RH. 1293 -Rode Lijst 3- Volledige wetenschappelijke naam: Tragopogon porrifolius L. Diagnostische kenmerken t.o.v. Tragopogon dubius: Lintbloemen lila tot diep roodpaars. Omwindselbladen 8(-10). Opm. De bastaard -Tragopogon- x -mirabi

Paarse pronkridder
(Calocybe ionides) -Nederlandse naam:- Paarse pronkridder -Beschrijving- Hoed gewelfd tot vlak met een bultje, Ø 2-5 cm, fijnviltig, mat, lila tot violetbruin, met een lichtere randzone. Lamellen wit tot crème. Steel 3-5 cm x 3-7 mm, donkerviolet-lilabruin. Vlees wittig tot

Paarse schijnridderzwam
(Lepista nuda) -Nederlandse naam:- Paarse schijnridderzwam -Beschrijving- Hoed golvend vlak gewelfd, Ø 6-12 cm, glad, paarslila tot violetbruin. Lamellen dicht opeen, paarslila tot rozebruin. Steel 5-9 cm x 15-25 mm, witvezelig, paars. Vlees lila. Geur aangenaam. Eetbaa

Paarse Strandloper
(Calidris maritima) -Wetenschappelijke naam: - Calidris maritima (Brunnich, 1764) -Nederlandse naam: - Paarse Strandloper -Vogelgroep:- Strandlopers -Veldkenmerken.- 20 cm. Compact gebouwde strandloper; lange snavel met gelige basis en korte vuilgele of oranje poten. Kop, bo

Paarsharttrechtertje
(Rickenella swartzii) -Nederlandse naam:- Paarsharttrechtertje -Beschrijving- < 1cm: loep Hoed vlak tot gewelfd trechtervormig, genaveld, Ø 4-10 mm, glad, donker radiair gestreept, het centrum grijsbruin tot donker paarsbruin of zwart met een violette tint, met een brede, golv

Paarsstelige pastelrussula
(Russula violeipes) -Nederlandse naam:- Paarsstelige pastelrussula -Beschrijving- Hoed bolvormig tot gewelfd of vlak met een ingedeukt centrum, Ø 4-8 cm, droog, iets bepoederd, strogeel tot gedeeltelijk rood of purper tot lila of wijnkleurig. Lamellen iets aflopend, bleek st

Pachyta quadrimaculata
Lengte 11-20 mm, juli-augustus. -Kenmerken- Korte, robuust gebouwde, maar naar achteren versmalde boktor met geelbruine dekschilden en 4 markante, scherp begrensde, zwarte vlekken. -Voorkomen- Niet algemeen, op bloemen langs naaldbosranden en op bergweiden in het middelgebergte en in de Alpen. Niet in Nederland. -Levenswijze- Larve ontwikkelt zich ...

Paddenrus
(Juncus subnodulosus) -Paddenrus- RH. 0688 Volledige wetenschappelijke naam: Juncus subnodulosus Schrank Diagnostische kenmerken t.o.v. Juncus canadensis: Alle bloemdekbladen zonder topspitsje, stomp of afgerond, witachtig of strokleurig. Meeldraden 6. Zaden zonder aanhangsel.

Paecilomyces farinosus
-Beschrijving- Vruchtlichaam knots- of staafvormig, 2-4 cm x 3-5 mm, taai, gelig, met op de soms wat verdikte bovenste helft een witte poederige conidiënmassa. -Voorkomen- Vaak met enkele exemplaren tegelijk tussen bladeren of mos op in de bodem ingegrave

Pagemantel
(Cortinarius semisanguineus) -Nederlandse naam:- Pagemantel -Beschrijving- Hoed gewelfd tot uitgespreid met een bultje, Ø 6-8 cm, fijn vezelig, mat, oker- tot olijfgeelbruin. Lamellen dicht opeen, bloed- tot donkerrood. Steel 7-8 cm x 6-7 mm, okerkleurig tot goudoker. Vlees okerkleur

Pages
(Familie Papilionidae) pages -Kenmerken- De pages zijn meestal grote en helder gekleurde dagvlinders. Achtervleugels vaak gestaart. -Voorkomen- De pages zijn vooral in de tropen rijk vertegenwoordigd en vormen altijd geliefde objecten voor vlinderverzamelaars. In Nederland en België komen maar 2 soorten voor. -Behandelde taxa- Iphiclides podalirius (koningspage) Pap...

palea
Bij Poaceae (Grassenfamile): bovenste schubvormige blaadje van een afzonderlijke grassenbloem (onderste = lemma).Opmerking: de palea is bijna steeds 2-nervig.

Palearctisch
Heeft betrekking op de palearctische regio of zone: het zoögeografische gebied waarin Europa, Afrika ten noorden van de Sahara en Azië ten noorden van de Himalaya valt. Alternatieven: Palearctis

Paling
(Anguilla anguilla) Anguilla anguilla (Linnaeus, 1758) -Nederlandse naam:- Paling -Beschrijving:- Slangvormige vissen van maximaal 150 cm lang en 10 kilo zwaar. Dat zijn dan vrouwtjes; mannetjes worden maar 90 cm. Ronde borstvinnen, buikvinnen ontbreken en de rugvin begint ver achter de borstvinnen. -Kleur: - Jonge zoetwaterpaling heeft een olijfgroene tot bruine rug ...

Palmar festiva
Lengte 6-12 mm, juni- augustus. -Kenmerken- Over het hele lichaam een schitterende, geelgroene glans. Dekschilden met 10-13 symmetrisch georiënteerde, licht blauwe vlekken. -Voorkomen- In warme bosgebieden in Zuid-Europa; naar het noorden toe zeer zeldzaam. Niet in Nederland en België. -Levenswijze- De larve ontwikkelt zich onder de schor...

Palmboompje
(Buxus sempervirens) -Palmboompje - BB. 5171 Volledige wetenschappelijke naam: Buxus sempervirens L. Diagnostische kenmerken: Bladen elliptisch, gaafrandig, leerachtig, van boven donkergroen, van onderen lichtgroen, 1,5-3 cm lang. Bloemen in ca. 0,5 cm brede kluwens in de bla

Palmboompjesfamilie
(Familie Buxaceae) -Palmboompjesfamilie- Volledige wetenschappelijke naam: Buxaceae Heesters, eenhuizig. Bladen tegenoverstaand, enkelvoudig, (nagenoeg) gaafrandig, zonder steunblaadjes. Mannelijke bloemen met 4 (of 5) bloemdekslippen en 4 (of 5) meeldraden. Vrouwelijke blo

Palmentrips
(Parthenothrips dracenae) palmentrips Lengte 1,3-2 mm, januari-december -Kenmerken- Vleugels heel smal, wittig met donkere dwarsbanden aan de randen met lang franjehaar. -Voorkomen- Kosmopoliet. In woningen en plantenkassen, vooral op sierplanten. Kan als ware plaag optreden. -Levenswijze- Tripsen vermeerderen zich snel en kunnen door hun zuigschade aan de planten grote sch...

Palmtortel
(Streptopelia senegalensis) -Wetenschappelijke naam: - Streptopelia senegalensis (Linnaeus, 1766) -Nederlandse naam: - Palmtortel -Vogelgroep:- Duiven -Veldkenmerken.- 26 cm. Kleiner dan Turkse Tortel. Kop, borst en voorste deel van buik diep roze; rossige, zwart gespikkelde band op

Palomena prasina
Lengte 12-14 mm, augustus-juni -Kenmerken- Lichtgroen zonder duidelijke tekeningen. -Voorkomen- Overal talrijk op bomen en struiken. -Levenswijze- Zuigt vooral op braam, waar ze een typische wantsengeur op achterlaten. Voor de overwintering verkleurt de wants en wordt bruin of roodbruin (112 3b g). In het voorjaar nemen ze dan weer de normale groen...

palp
een gesegmenteerde, pootachtige structuur aan de maxillen en het labium; ook wel taster genoemd. De palpen zijn zintuigorganen, die een belangrijke rol spelen bij het 'proeven' van voedsel om de eetbaarheid te bepalen. Alternatieven: palpen

Palpares libelluloides
Spanwijdte vleugels 100-120 mm, mei-augustus -Kenmerken- Opvallende, grote netvleugelige met brede en donker gevlekte vleugels (familie Myrmeleonidae). -Voorkomen- Vliegt overdag in grazige vegetaties, duinen en niet te dichte maquis. In het Middellandse Zeegebied algemeen. Niet in Nederland en België. -Levenswijze- Deze soort is een betere vl...

Panagaeus bipustulatus
Lengte 6-8 mm, januari-december. -Kenmerken- Dekschilden rood met zwarte kruistekening. Halsschild zwart en iets langer dan breed. -Voorkomen- In droge en warme gebieden, onder andere kalkgraslanden. In Nederland zeldzaam, onder andere bij Eindhoven, in Oost-Voorne en Zuid-Limburg.

Panteramaniet
(Amanita pantherina) -Nederlandse naam:- Panteramaniet -Beschrijving- Hoed bolvormig, dan gewelfd tot uitgespreid, Ø 6-10 cm, glad, oker- tot donkerbruin, met witte, wrattige schubjes. Lamellen dicht opeen, wit. Steel 9-13 cm x 10-15 mm, glad, wit, met een rafelige, hangende,

Panterparasolzwam
(Lepiota felina) -Nederlandse naam:- Panterparasolzwam -Beschrijving- Hoed klokvormig, dan uitgespreid met een bultje, Ø 2-3 cm, met donkerbruine tot zwarte schubjes op een wittige tot crème ondergrond. Lamellen wit. Steel 3-5 cm x 2-3 mm, vezelig, wittig-gelig, met een v

Panteruiltje
(Emmelia trabealis) panteruiltje Spanwijdte vleugels 18-20 mm, mei-augustus -Kenmerken- Zeer kleine uil met geel en zwart gestreepte vleugels. -Voorkomen- Vooral in ruige graslanden op zandgrond, zelden talrijk. In Nederland lokaal in het oosten. -Levenswijze- Rups roodbruin met brede, witte zijstrepen, leeft op akkerwinde (Convolvulus arvensis).

Pantserjuffers
(Familie Lestidae) pantserjuffers -Kenmerken- Bij de pantserjuffers zijn delen van het lichaam groenmetallisch tot koperachtig gekleurd, terwijl andere delen vaak wasachtig met een licht blauwe rijplaag bedekt lijken te zijn. De nimfen bezitten tamelijk brede kieuwbladen met bijna rechthoekig van de hoofdader, afbuigende zijaderen. -Voorkomen- In Europa komen 8 soort...

Pantserjuffers
(Geslacht Lestes) Genus Lestes Leach, 1815 -Omschrijving- Prementum met versmalde basis (lepelvormig) of driehoekig (L. viridis), voorrand met kleine insnijding. Beweeglijke tand op labiale palp met haren, labiale palp apicaal diep ingesneden [(fig. Ldryas11.tif); (fig. Lviridi2.tif), vangmaskers]. Schenen (van eerste pootpaar) aan uiteinde met tweepuntige setae [(f...

Papaverbij
(Osmia papaveris) papaverbij Lengte 8-11 mm, juni-augustus. -Kenmerken- Kleine, maar zeer opvallende metselbij met bruin behaard borststuk en dun, grijs behaard achterlijf. Buikschuier wit. Ogen grijsblauw met zwarte spikkeltjes. -Voorkomen- In extensieve akkerbouwlandschappen op vaste zandgrond. Vroeger niet zeldzaam in Zuidoost-Nederland, maar daar waarschijnlijk ...

Papaverfamilie
(Familie Papaveraceae) -Papaverfamilie- Volledige wetenschappelijke naam: Papaveraceae Kruiden, met melksap. Bladen verspreid, vaak gedeeld, zonder steunblaadjes. Bloemen tweeslachtig, regelmatig. Kelkbladen 2 (of 3), spoedig afvallend. Kroonbladen 4-6. Meeldraden 12-meer. Vruc

papegaaiduiker
(Deel van de) Triviale naam voor soorten behorend tot de genera Fratercula, Cerorhinca en Lunda van de familie Alcidae (alken of alkachtigen). Zonder toevoegingen gebruikt voor de enige Noord-Atlantische vertegenwoordiger, de Papegaaiduiker Fratercula arctica. Zie ’alken’ voor kenmerken van de genera. Papegaaiduikers behoren tot de klei...

Papegaaiduiker
(Fratercula arctica) -Wetenschappelijke naam: - Fratercula arctica (Linnaeus, 1758) -Nederlandse naam: - Papegaaiduiker -Vogelgroep:- Alken -Veldkenmerken.- 29 cm. Tamelijk kleine alk, alleen Kleine Alk is kleiner. Onmiskenbaar. Zwart van boven en wit van onderen, zoals meest

Papegaaienkruid
(Amaranthus retroflexus) -Papegaaienkruid - RH. 0047 Volledige wetenschappelijke naam: Amaranthus retroflexus L. Diagnostische kenmerken t.o.v. Amaranthus hybridus: Bloemdekbladen smal spatelvormig, stomp met een kort topspitsje, even lang als of meestal duidelijk langer dan de v

Papegaaizwammetje
(Hygrocybe psittacina) -Nederlandse naam:- Papegaaizwammetje -Beschrijving- Hoed halfbolvormig tot gewelfd, Ø 2-4 cm, slijmerig-kleverig, glanzend, gestreept, geelgroen of groen tot groenoranje, met wittige, gelige of lila vlekken. Lamellen breed, geelgroen tot groen of oranjeg

Papierzwammetje
(Meruliopsis corium) -Nederlandse naam:- Papierzwammetje -Beschrijving- Vruchtlichaam korstvormig, leerachtig, langgerekt, met omkrullende, schijnhoedjes vormende randen, tot enkele dm lang en enkele cm breed. Bovenzijde van de ver buiten het substraat uitstekende schijnhoedj

papilleus
Oppervlak met talrijke tepelvormige verhevenheden. Alternatieven: papilleus papil papillen papilachtige

Papilmycena
(Mycena vitilis) -Nederlandse naam:- Papilmycena -Beschrijving- Hoed klokvormig tot uitgespreid met een bultje, Ø 1-2 cm, mat, gestreept, wittig-vezelig, crème tot gelig-beige, met een grijsbruin centrum en een wittige rand. Lamellen wit tot lichtgrijs met een witte lamel

Papilrussula
(Russula coerulea) -Nederlandse naam:- Papilrussula -Beschrijving- Hoed gewelfd tot vlak met een papil in het vlakke tot ingedeukte centrum, Ø 3-8 cm, mat glanzend, niet kleverig diep, grijzig violet tot donker wijnkleurig of kastanjebruin. Lamellen vrij dicht opeen, smal a

pappus
Bij Asteraceae (Composieten): kelkachtig aanhangsel aan de top van het vruchtbeginsel of nootje. Het pappus kan bestaan uit enkelvoudige of geveerde haren, of uit vrije of vergroeide schubben of borstelharen, of het ontbreekt. Alternatieven: pappusharen pappusschubben pappusnaalden

Parabemus fossor
Lengte 15-20 mm, augustus-juni. -Kenmerken- Halsschild en dekschilden roodbruin, dekschilden van achteren goudgeel behaard. Achterlijfssegmenten van boven in het midden met gouden haarvlekken. -Voorkomen- In bossen en meer open terreinen. In Midden- en Zuid-Nederland en België niet zeldzaam.

Parafysen
steriel steunweefsel in de vorm van lange cellen, die zich tussen de asci in het hymenium van Zakjeszwammen bevinden en die meestal de kleurstoffen, die de kleur aan het kiemvlies geven, bevatten.(15.jpg) (zie ook albino).

paraglossa
bijtong; een van de twee lobben aan de buitenzijde van het uiteinde van het labium. Te zamen met de centrale glossae (tongen) vormen de paraglossae de ligula. Alternatieven: paraglossae

parallelnervig
Met aan top en voet zich verenigende nerven die alle evenwijdig lopen.

paraproct
een van de twee lobben aan de zijkant van de anus. Alternatieven: paraprocten

paraproct
lateraal anaalaanhangsel, in Zygoptera de buitenste bladvormige aanhangsels vormend. Alternatieven: paraprocten

parasiet
een organisme dat zijn leven geheel of gedeeltelijk in nauwe samenhang met een andere soort doorbrengt en aan deze soort voedsel onttrekt zonder hiervoor iets terug te geven. Ectoparasieten leven aan de buitenzijde van de gastheer, endoparasieten in het lichaam van de gastheer. Alternatieven: parasieten

parasiet
Een organisme dat leeft van (het lichaam van) een ander organisme of soort (meestal op, aan of in dat andere organisme), zonder dat de gastheer er baat bij vindt. Het betreft dus elk organisme dat fysiek met een gastheer verbonden is en er voor (een deel van) zijn voortbestaan van afhankelijk is, terwijl de gastheer er hinder en-of schade van onder...

Parasietbeurszwam
(Volvariella surrecta) -Nederlandse naam:- Parasietbeurszwam -Beschrijving- Hoed halfbolvormig tot uitgespreid, Ø 3-6 cm, ingegroeid radiair zijde-achtig vezelig, mat glanzend en kleverig, wit tot bleek isabel- of vleeskleurig. Lamellen wittig-crème tot roodachtig bruin. Steel

Parasieten
ten koste van de waardplant levend en deze daarbij soms uiteindelijk ook dodend.

parasiteren
Als een parasiet levend. Meestal een symbiose van organismen behorend tot verschillende soorten, waarbij de parasiet leeft ten koste van de gastheer maar deze zelden doodt. Over het algemeen gaat het om een hoger organisme dat geparasiteerd wordt door een lager organisme. Vogels bezitten vaak meerdere of zelfs veel parasieten, maar parasiteren zeld...

parasitoïd
insect dat zijn eieren legt in, op of bij een gastheer die dient als voedsel voor de nakomeling(en); b.v. een sluipwesp of sluipvlieg. Alternatieven: parasitoïden

Parasolzwammen
(Lepiota) (Genus Lepiota) -Nederlandse naam:- Parasolzwammen Dit genus wordt samen met Macrolepiota tot de Parasolzwammen gerekend. Het is een grote groep van Plaatjeszwammen met forse (Macrolepiota) of kleinere vruchtlichamen (Lepiota), van de steel vrijstaande, witte tot crème o

Parasolzwammen
(Macrolepiota) (Genus Macrolepiota) -Nederlandse naam:- Parasolzwammen Dit genus wordt samen met Lepiota tot de Parasolzwammen gerekend. Het is een grote groep van Plaatjeszwammen met forse (Macrolepiota) of kleinere vruchtlichamen (Lepiota), van de steel vrijstaande, witte tot crème of ble

Parelamaniet
(Amanita rubescens) -Nederlandse naam:- Parelamaniet -Beschrijving- Hoed bolvormig, dan gewelfd tot vlak, Ø 5-15 cm, glad, rozebruin tot vleeskleurig, met witte tot rozerode plakjes. Lamellen wit, wijnrood vlekkend na beschadiging. Steel 7-12 x 1-2 cm, glad, wit, onder de vl

Parelduiker
(Gavia arctica) -Wetenschappelijke naam: - Gavia arctica (Linnaeus, 1758) -Nederlandse naam: - Parelduiker -Vogelgroep:- Duikers -Veldkenmerken.- 58-73 cm. In broedkleed met grijze kop en achternek, zwarte keel, regelmatige zwart-wit streping op zijden van nek en borst;

Parelgras
(Genus Melica) -Parelgras- Volledige wetenschappelijke naam: Melica L.

Parelhoenchampignon
(Agaricus praeclaresquamosus) -Nederlandse naam:- Parelhoenchampignon -Beschrijving- Hoed halfbolvormig tot uitgespreid, Ø 5-9 cm, met grijsbruine schubjes op een wittige ondergrond, geelverkleurend bij kneuzing. Lamellen roze tot zwartbruin. Steel 6-9 cm x 10-12 mm, wittig, met vlokj

Parelmoerblauwtje
(Polyommatus nivescens) Keferstein, 1851 Parelmoerblauwtje -Beschrijving: - Het parelmoerblauwtje is te vinden in bloemrijke graslanden en op warme, droge krijtrotsen met hier en daar grazige vegetatie en struiken. Het vrouwtje legt de eieren op de bladeren van Anthyllis vulneraria (wondklaver), waarbij ze een voorkeur voor kleine planten lijkt te hebben. Ook andere Fabac...

Parelsnoerbergerebia
(Erebia claudina) (Borkhausen, 1789) Parelsnoerbergerebia -Beschrijving: - De parelsnoerbergerebia dankt zijn naam aan de rij witte puntjes op de onderkant van de achtervleugel. Deze erebia is meestal in de buurt van de boomgrens te vinden in bloemrijke graslanden met hier en daar bomen of langs zonnige bosranden. Als waardplant worden verschillende grassoorten gebr...

Parelstuifzwam
(Lycoperdon perlatum) -Nederlandse naam:- Parelstuifzwam -Beschrijving- Vruchtlichaam peer- tot bolvormig, Ø 2-6 cm, 3-8 cm hoog, gesteeld. Bovenste deel met vergankelijke stekels en kegelige wratjes, die een regelmatig, netvormig patroon achterlaten, wittig tot gelig- of grij

Parelvederkruid
(Myriophyllum aquaticum) -Parelvederkruid - BB. 2497 Volledige wetenschappelijke naam: Myriophyllum aquaticum (Velloso) Verdc. Diagnostische kenmerken: Bladen met een blauwe waslaag bedekt. Stengel op de knopen met 0,5-1 mm lange aanhangsels tussen de bladvoeten. Stengel duidelij

Parelzaad
(Genus Lithospermum) -Parelzaad- Volledige wetenschappelijke naam: Lithospermum L.