Kennisconsult Managementwoordenboek

Categorie: Management
Datum & Land: 25/08/2022, NL
Woorden: 27274

coefficient of determination
Het percentage variantie (afwijking) in de afhankelijke variabele dat wordt verklaard door één of meer onafhankelijke variabelen in een regressie-analyse.

combinatieorder
Het plaatsen van een order bestaande uit verschillende series met dezelfde onderliggende waarde. Het doel van een combinatieorder is het inspelen op een specifieke koersbeweging. Spreads, straddles en strangles zijn enkele voorbeelden van combinatieorders.

contingentieplanning
Het plannen van acties voor het geval zich een bepaalde ontwikkeling of situatie voor zal doen.

core service
Het primaire profijt dat een goed biedt. Bijvoorbeeld als je een auto koopt, koop je vervoer

consumer decision-making process
Het proces (van vijf stappen) dat door een consument wordt doorlopen bij het kopen van goederen of diensten

consumer service
Het proces dat zorgt voor klanttevredenheid, dat er met andere woorden voor zorgt dat de klant krijgt wat hij wil en op de manier zoals hij dat wil

computerondersteund creativiteitsproces
Het proces van productontwikkeling waarbij gebruik wordt gemaakt van speciale software om ideeen op te slaan, op te roepen en bij te stellen, waardoor het proces beter en sneller verloopt

communicatieproces
Het proces via welk informatie wordt uitgewisseld.

collectieve onderhandelingen
Het proces waarbij vertegenwoordigers van werkgevers en werknemers onderhandelen over de arbeidsvoorwaarden voor de gehele bedrijfstak of een gedeelte daarvan.

configuratie-identificatie
Het proces waarin de functionele en fysieke eigenschappen van configuratie-items wordt geïdentificeerd en gedocumenteerd.

conceptontwikkeling
Het proces waarin nieuwe productconcepten en -ideeen worden gegenereerd

conceptverbetering
Het proces waarin wordt bekeken hoe specifieke eigenschappen en functionaliteiten van een product bijdragen aan de aantrekkelijkheid van het product in de ogen van consumenten. De resultaten worden gebruikt om het productontwerp verder aan te passen

computergeintegreerde productie
Het produceren met behulp van computersystemen, die specifieke functies verrichten binnen het productieproces. Bij deze functies kan ondermeer gedacht worden aan gegevens verzamelen/verwerken, robotica, beeldverwerking, testactiviteiten, enz.

computerondersteunde productie
Het produceren van goederen met behulp van computers en specifieke software.

consumentenproduct
Het product dat specifiek is bedoeld om te worden gebruikt in een particuliere huishouding. Enkele kenmerken van consumentenproducten zijn: verkopen in grote aantallen; noodzakelijk te verkopen uit voorraad; het uiterlijk van het product; verscheidene uitvoeringen per product; korte levenscyclus; goede kwaliteit.

contractrapportage
Het rapporteren over en verzamelen van afgewerkte productie ten behoeve van afspraken met een klant.

configuratiestatusadministratie
Het registreren, documenteren, archiveren en distribueren van de relevante productconfiguratie van een goedgekeurd product en de op dat product van toepassing zijnde wijzigingen.

conditieresultaat
Het resultaat van een conditie, zijnde `Waar` of `Onwaar`.

coalignment
Het richten van de doelstelling van groepen op elkaar om daaruit gezamenlijk een nieuwe koers te kiezen

consumer's risk
Het risico dat een Type II fout wordt gemaakt: het verzuimen de nulhypothese te verwerpen terwlijk ze in feite onjuist is.

counterparty risk
Het risico dat men loopt dat een partij waarmee men zaken doet niet betaalt wanneer dat volgens de afspraken zou moeten. Een goed Nelderands woord daarvoor is wanprestatie.

completion risk
Het risico dat men loopt dat een project niet afkomt of het resultaat niet voldoet.

country risk
Het risico dat men loopt door te investeren in het buitenland. Het betreft risico's in verband met politiek klimaat, fiscaaal klimaat, wisselkoersen, economisch beleid, beschermingsmaatregelen, enz.

correlatierisico
Het risico op verlies door een verschil tussen de verwachte en de werkelijke verhouding tussen twee vermogensbestanddelen, valuta's, effecten, markten of financiele instrumenten.

competitive risk
Het risico op verliezen als gevolg van verzwakking van de concurrentiepositie en -kracht van een organisatie.

contrasegmentatie
Het samenvoegen van meerdere marktsegmenten.

collusive pricing
Het samenwerken van aanbiedende partijen bij het nemen van productie en prijsbeslissingen waardoor de prijs boven de marktprijs komt te liggen

coopetitie
Het samenwerken van concurrenten in een project dat voor elk afzonderlijk te groot of te risicovol is.

constitueren
Het scheppen van een kader waarbinnen de uitvoering kan plaatsvinden

copywriting
Het schrijven van een artikel of tekst.

competence-based management
Het streven naar duurzaam concurrentievoordeel door te focussen op de sterkes van de organisatie en deze verder uit te bouwen.

cognitief systeem
Het systeem van mens of machine dat in interactie met zijn omgeving bezig is met het opnemen en verwerken van informatie.

content management systeem
Het systeem waarmee de inhoud van een kennisbank of website kan worden beheerd.

competitor profiling
Het systematisch in kaart brengen van de eigenschappen van concurrenten met de bedoeling te leren van hun sterke punten en gebruik te maken van hun zwaktes.

counterintelligence
Het systematisch opsporen en pareren van pogingen van concurrenten of anderen om bedrijfsgeheimen te bemachtigen.

communicatiemanagement
Het systematisch plannen, uitvoeren, controleren en verbeteren van de communicatie binnen een organisatie en tussen organisaties onderling.

contractmanagement
Het systematisch verzamelen van contractueel overeengekomen afspraken, alsmede de monitoring en besturing van de voortgang en de kwaliteit van de uitvoering hiervan.

consignatie
Het ter verwerking of verkoop beschikbaar stellen van goederen aan afnemers. De goederen blijven eigendom van de leverancier en hoeven alleen te worden afgerekend indien ze daadwerkelijk zijn verkocht of verbruikt.

componenttest
Het testen van afzonderlijke software componenten. [Naar IEEE 610].

conference room pilot
Het testen van een nieuw ontwikkeld systeem door het in samenwerking met een aantal toekomstige gebruikers en andere belanghebbenden/praktijkdeskundigen toe te passen op bestaande bedrijfsprocessen om te zien of er onvolkomenheden aan het licht komen.

contingency testing
Het testen van een strategie op zijn robuustheid in ongunstige omstandigheden of bij tegenslagen.

conversietest
Het testen van software die de data van het bestaande systeem omzet voor gebruik in een vervangend systeem.

conjunctuurcyclus
Het tijd die verloopt gedurende een volledige golfbeweging in de conjunctuur, bijvoorbeeld om vanuit het laagste punt in de beweging te komen tot het volgende laagste punt

continue budgettering
Het toekennen van een budget dat gelijk is aan het budget van voorgaande periode.

coderen van grootboekrekeningen
Het toekennen van een uniek nummer aan een grootboekrekening.

commercialism
Het toepassen van een bedrijfsmatige aanpak binnen overheidsinstellingen.

coalitievorming
Het tot stand brengen van een tijdelijk samenwerkingsverband rondom een bepaald thema door personen of groepen met als oogmerk de machtsbasis te versterken om de eigen doelstellingen te realiseren.

completed units
Het totaal aantal geproduceerde eenheden op een bepaalde moment.

consistentiebeginsel
Het uitgangspunt dat gelijke gevallen gelijk worden behandeld.

communicatie
Het uitwisselen van informatie, gedachten of gevoelens, zodanig dat de ontvanger van de boodschap kan begrijpen wat de zender bedoeld.

competentiedeling
Het uitwisselen van specialistische kennis binnen en tussen organisaties.

condensing
Het verdichten (indampen) van informatie, zodat de kern overblijft

concurrentiële benchmarking
Het vergelijken van de eigen prestaties met die van vergelijkbare concurrenten.

concurrent validity
Het vergelijken van werkelijk bereikte resultaten met resultaten die vooraf in test werden behaald.

covered put
Het verkopen van een put optie en tegelijkertijd short gaan voor het equivalent van de onderliggende waarde.

conceptuele vaardigheden
Het vermogen om complexe verbanden te kunnen overzien en begrijpen.

cognitie
Het vermogen om iets te leren. Dit vermogen bestaat ondermeer uit het kunnen denken, redeneren, combineren, onthouden, begrijpen.

commerciële competentie
Het vermogen om met klanten en toeleveranciers samen te werken aan waardecreatie.

conceptueel vermogen
Het vermogen om vanuit een overkoepelend kader complexe informatie te verwerken, verbanden en structuren te doorzien en ideeen en concepten te ontwikkelen.

conceptual blending
Het vermogen van de menselijke geest om uiteenlopende kennis vanuit allerlei bronnen te combineren tot nieuwe ideeen en betekenissen.

contextgevoeligheid
Het vermogen van een kennismanagementsysteem om zoekresultaten te produceren die aansluiten bij de context (ondermeer zoekhistorie) van de kennisvrager.

continuiteit
Het vermogen van een onderneming om te overleven of te groeien.

configuration excellence
Het vermogen van een organisatie om een marktvraag om te zetten in producten en diensten die leiden tot een optimale en winstgevende productlevenscyclus.

concurrentievermogen
Het vermogen van een organisatie om klanten aan te trekken vergeleken met andere aanbieders in de markt.

company competence
Het vermogen van een organisatie om te komen tot goede prestaties bij het verwezenlijken van haar doelstellingen.

corporate foresight
Het vermogen van een organisatie om zich een beeld te vormen van de toekomst op de middellange termijn ondermeer op het vlak van samenleving, economie, wetenschap en technologie, wat dat voor consequenties heeft voor de organisatie en welke maatregelen er nodig zijn om de toekomst en het succes van de organisatie veilig te stellen.

consultancy
Het verstrekken van organisatie-advies door deskundigen van buiten de organisatie.

containervervoer
Het vervoeren van goederen in een container. De container blijft gedurende het vervoer en het overladen afgesloten.

countersurveillance
Het verzamelen en analyseren van informatie met betrekking tot aanvallen op computersystemen en gegevensbestanden of pogingen daartoe.

consumer profiling
Het verzamelen van gegevens over consumenten uit alle denkbare bronnen om er daarna klantprofielen mee te ontwikkelen

corporatization
Het verzelfstandigen van overheidsbedrijven waardoor het zelfstandige ondernemingen worden die op de markt moeten concurreren met andere aanbieders.

computerondersteunde instructie
Het verzorgen van instructie met behulp van computertechnieken.

contextueel ontwerp
Het zodanig ontwikkelen van producten en diensten dat ze geintegreerd kunnen worden ingezet in een specifieke werkomgeving of specifiek werkproces.

corporate accountability
Hiermee wordt de verplichting aangegeven om als organisatie verantwoording af te leggen aan belanghebbenden en de buitenwereld. Bij belanghebbenden kun je denken aan aandeelhouders en medewerkers. Bij de buitenwereld kan het gaan om de belastingdienst, potentiele investeerders, klanten en het grote publiek. De verantwoordingsplicht kan een wettelijke basis hebben (zoals belastingaangifte, milieurapportage) of van morele of strategische aard zijn

completion of implementation
Hiervan is sprake als alle projectactiviteiten overeenkomstig de afspraken en specificaties zijn uitgevoerd, de resultaten zijn geïmplementeerd en het project door alle partijen formeel is beëindigd.

concurrentie op wereldschaal
Hiervan is sprake als de concurrentievoorwaarden op de nationale niveaus zodanig zijn dat men kan spreken van een internationale markt waarop grote aanbieders met elkaar kunnen concurreren.

contractueel distributiesysteem
Hiervan is sprake als de samenwerking tussen de schakels in een distributiekanaal op basis van onderlinge contracten is georganiseerd..

constante schaalopbrengsten
Hiervan is sprake als de verhoging van alle input met een bepaald percentage leidt tot toename van de output met hetzelfde percentage.

constant
Hiervan is sprake als de waarde van een grootheid onveranderlijk is.

complexe omgeving
Hiervan is sprake als er vele ontwikkelingen spelen in de omgeving en hun invloed breed merkbaar is binnen de organisatie.

consumptieverwantschap
Hiervan is sprake als goederen in samenhang met andere goederen worden geconsumeerd, zoals thee en suiker, fiets en fietspomp.

computer security incident
Hiervan is sprake als veiligheids- of gebruiksregels met betrekking tot computers of computernetwerken worden overtreden.

cobranding
Hiervan is sprake wanneer een product (of de verpakking) meerdere merknamen vermeldt

corporate intrapreneuring
Hiervan is sprake wanneer het midden- en lager management van een organisatie ondernemerschap gaat ontplooien door actief te gaan inspelen op nieuwe kansen in de markt.

co-shopping
Hiervan is sprake wanneer ouders hun kind meenemen naar winkels om hun te laten wennen aan winkelen.

colportage
Huis-aan-huis verkoop. De verkopers bieden hun waren (bv. tapijten, stofzuigers, bestek) of diensten (bv scharen slijpen) aan huis aan.

conflictbemiddelaar
Iemand die bij een conflict partijen begeleidt en ze helpt om tot een voor ieder van hen zo goed mogelijke oplossing te komen.

concessionair
Iemand die een eigen winkel heeft binnen een supermarkt of warenhuis. Bijvoorbeeld een zelfstandige groenteman of kaasboer binnen een levensmiddelenzaak.

co-opting
Iemand vanwege zijn specifieke eigenschappen of kennis uitnodigen om lid te worden van een al bestaand team.

cost object
In activity based costing: de reden waarom een activiteit, waarvoor kosten worden gemaakt, wordt uitgevoerd

confrontatiematrix
In de confrontatiematrix worden de uitkomsten van een doorgevoerde SWOT-analyse met elkaar geconfronteerd, zodat er conclusies getrokken kunnen worden ten aanzien van de strategie van een organisatie.

content management
In de term content management verwijst content (inhoud) naar informatie in elektronische vorm, waarbij er voor gezorgd moet worden dat deze relevant, actueel, nauwkeurig, juist en volledig is en in een zodanige vorm is gegoten dat ze makkelijk toegankelijk is voor gebruikers. Content management gaat uitsluitende over de inhoud. De zorg voor de elektronische middelen (computers, netwerken, opslagmedia en dergelijke) is nadrukkelijk geen onderdeel van content management.

code walkthrough
In groepsverband mentaal en stap voor stap programmacode doorlopen en controleren op correctheid van aannames en gehanteerde logica.

consensus
In het algemeen: eenheid van opvatting en / of gevoelens. In een consensus-model wordt een besluit pas genomen wanneer iedereen daartegen een 'ja' heeft gezegd. Dit 'ja' hoeft niet te betekenen dat je het er volledig mee eens bent, maar dat je met het besluit kunt leven en het kunt ondersteunen.

conform
In overeenstemming met.

consistent
In zijn algemeenheid: iets dat samenhang vertoont. Een betoog is consistent als het een samenhangend verhaal is zonder innerlijke tegenstrijdigheden. Consistent wordt ook gebruikt bij stoffen om de mate van stevigheid aan te geven.

configuratietheorie van Mintzberg
In zijn configuratietheorie heeft Mintzberg aandacht voor de interne krachten, namelijk de hoofddoelstellingen en belangen die de vijf belangrijkste organen (strategische top, middenkader, werkvloer, ondersteunende staf en technostructuur) binnen organisaties ieder voor zich proberen te realiseren.

Copeland-classificatie
Indeling van consumentengoederen naar koopgedrag: - convenience goods; - shopping goods; - specialty goods.

consumentenprijsindex
Indexcijfer dat het prijsverloop weergeeft van een pakket goederen en diensten zoals dit gemiddeld wordt aangeschaft door alle huishoudens in Nederland.

code voor toegangsbeperking
Indicatie van welke personen, functies of afdelingen bevoegd zijn om bepaalde informatie te lezen.