ElderLet op: Spelling van 1914 bov. e. Zie
SAMBUCUS.
Eldorado of el DoradoLet op: Spelling van 1914 (Spaansch: de vergulde man). Oorspr. de naam van den beheerscher van een fabelachtig rijk land in Z.-Amerika, wiens kleeding bestond uit goudstof, later de naam van het land zelf, aan welks bestaan men sedert de 16e eeuw vast geloofde. Volgens A. van Humboldt moet men onderscheid maken tusschen twee Dorado's: het eerste, dat gezocht werd tegen de o…
Electrische aalLet op: Spelling van 1914 Zie
ELECTROPHORUS.
Electrophorus electricusLet op: Spelling van 1914 (L.) Gill. (Syn. GYMNOTUS ELECTRICUS L.) Electrische aal, Sidderaal, Nakki-fisi of Praké, n.e. Fam. Electrophoridae. Verspreiding: Guiana, Brazilië, Venezuela. De oogen zijn klein; ook heeft deze visch kleine kieuwopeningen en kleine borstvinnen. Het lichaam is zonder schubben. De aars bevindt zich achter de keel en de aarsvin is zeer lang. Rug-[p.…
ElephantiasisLet op: Spelling van 1914 Deze naam wordt gebezigd voor twee verschillende ziekten, die in werkelijkheid niets met elkaar te maken hebben, n.l. voor de lepra of melaatschheid (E. Graecorum) en voor een ziekte die veroorzaakt wordt door een in het bloed woekerenden draadworm (Filaria sanguinis hominis of F. Bancrofti) welke ziekte E. Arabum genoemd wordt en alleen in warmere…
Eleusine indicaLet op: Spelling van 1914 Gärtn. Fam. Gramineae. Mangras, sur. Kamoesji, Pica di galianja, ben. e. Dutchgrass, bov. e. Een uitstekend voedergras. De bloeiwijze bestaat meestal uit 6 schijnaren, die bijna allen aan den top van den stengel geplaatst en tot 10 cm. lang zijn. Een afkooksel der bladeren met dat van Scoparia dulcis is een volksgeneesmiddel tegen dysenterie.
Eleuterine plicataLet op: Spelling van 1914 Herb. Fam. Iridaceae. Red root, bov. e. Een bolplant met lijnvormige bladeren, die naar den top en de basis smal toeloopen en voorzien zijn van 2 soorten nerven, waarvan de eene duidelijker aan den onderkant van het blad te zien zijn dan de andere; bloemen in aarvormige, aan den top van den stengel bij elkander geplaatste bloeiwijzen.
Elias (Burchard Jean)Let op: Spelling van 1914 Zie
GOUVERNEURS.
Elops saurusLet op: Spelling van 1914 L. Macambie, Tien ponder, pap. Fam. Elopidae. Zeevisch. Zeer verspreid; bij Amerika algemeen; aan de atlantische kust tot aan Long Island. Het langwerpige lichaam is bedekt met kleine zilverachtige schubjes. De rug- en de aarsvin met een beschubde scheede, waarin deze vinnen neergeplooid kunnen worden. De borst- en de buikvinnen hebben ieder een la…
Elout (mr. Cornelis Theodorus)Let op: Spelling van 1914 Zie
MINISTERIE VAN KOLONIËN.
Elout van Soeterwoude (jhr. Willem Cornelis Alexander)Let op: Spelling van 1914 geb. te 's Gravenh. 30 Dec. 1848, overl. te Rosendaal (Geld.) 12 Mei 1903, zoon van Jhr. Pieter Jacob en Jonkvr. W.L. van Loon. Hij studeerde te Leiden in de rechten en promoveerde aldaar in 1874. Terstond na zijne promotie werd hij aangesteld tot adj. commies bij het Min. v. Kol. In 1882 op zijn verzoek uit die betrekking ontslagen, ondernam hij i…
Elsevier (Isaäk Johannes Rammelman)Let op: Spelling van 1914 geb. te Amst. 14 Dec. 1770, kwam in 1784 als student aan de Geldersche hoogeschool, werd aldaar tot doctor in de rechten bevorderd, en in 1795 secretaris van Harderwijk. Later vinden wij hem als Raad-Fiscaal op Curaçao, waar hij in 1820 a.i. met het bestuur werd belast. Na het vertrek van Cantz'laar naar Suriname in 1828 trad E. andermaal op als di…
Elsevier jhr. (Isaäk Johan Rammelman)Let op: Spelling van 1914 tweede zoon van den voorgaanden, was eerst koloniaal secretaris en gedurende eenige maanden (1 Maart-23 Juni 1836) gezaghebber a.i., daarna van 1849-1854 Gouverneur van Curaçao en onderhoorigheden.
EmancipatieLet op: Spelling van 1914 Zie
SLAVERNIJ.
EmerillonLet op: Spelling van 1914 Zie
BOVENL. INDIANEN.
EntozoaLet op: Spelling van 1914 INGEWANDSDIEREN. Met dezen naam bestempelt men een aantal dieren tot de drie groote groepen van de Protozoa (zie aldaar), de Vermes (zie aldaar) en de Arthropoda behoorende, die huizen in het bloed en de ingewanden van den mensch en van andere dieren en ten koste daarvan leven. Daar met deze parasitische levenswijze een geringe bewegelijkheid verbo…
Eperua falcataLet op: Spelling van 1914 Aubl. Fam. Leguminosae. Bijlhout, Wallaba, sur. Biri-hoedoe, n.e. Zeer verspreide boomen, die vooral aan de rivieroevers opvallen door hunne aan lange geelroode of oranje stelen hangende groote, platte, bruinroode peulen, die den vorm van een bijl hebben. Zij leveren een uitstekend bouwhout, dat roodachtig van kleur is, met donkere aderen; ouder ge…
Eperua rubiginosaLet op: Spelling van 1914 Miq. Fam. Leguminosae. Roode Wallaba, sur. Een boom die zeer veel gelijkt op de gewone Wallaba en voor hetzelfde doel gebruikt wordt.
Epicrates cenchrisLet op: Spelling van 1914 Eene slang, tot de familie der Boidae behoorende, met een eenigszins zijdelings samengedrukt lichaam en eene soort grijpstaart. De voorste tanden, zoo wel in de boven- als in de onderkaak veel grooter dan de daaropvolgenden. Van boven donkerbruin gekleurd, met 5 donkerbruine langsstrepen over den kop, benevens eene serie van donkerbruine of zwarte …
EpidemieënLet op: Spelling van 1914 zijn ziekten die - al of niet van buiten ingebracht - zich op onbepaalde tijden over kleinere of grootere gebieden uitbreiden om, na haar ophouden, gedurende korteren of langeren tijd niet voor te komen. De ziekten, die in de W.-I. koloniën soms epidemisch voorkomen zijn gele koorts, influenza, mazelen, oogziekten, pokken en typhus. (Zie ook
Epinephelus adscensionis
Let op: Spelling van 1914 (Osb.) J. & Sw. Rock Hind, st. eust. Fam. Serranidae. Zeevisch. Zeer verspreid door het westen van den Atlantischen Oceaan, van Florida Keys tot Brazilië, bij Ascension en St. Helena; hij zoekt rotsige plaatsen. Zijn vleesch wordt als fijner voedsel beschouwd dan de andere soorten van groepers. Zijn kleur is olijfgrijs met donkerder plekken; op ver…
Epinephelus morio
Let op: Spelling van 1914 (C. & V.) J. & G. Meroe, pap. Fam. Serranidae. Zeevisch. Verspreiding: Atlantische kusten van Amerika; van Virginia tot Rio Janeiro. De staartvin een weinig uitgesneden. De stekels der rugvin hoog, de zachte stralen niet. De kleur is olijfgrijs of olijfbruin, bewolkt met bleekerolijf. De kaken, het lager deel van de zijkanten van den kop en de bors…
Epinephelus striatus
Let op: Spelling van 1914 (Bl.) J. & Eig. Jacob Peper, pap. Fam. Serranidae. Zeevisch. Verspreiding: West-Indië, Key West tot Brazilië. De staartvin is rond. De zachte stralen van de rugvin zijn hoog. De kleur is olijfgrijs, bleeker aan den onderkant, doffe witte wolken op de zijkanten. Op het lichaam vier onregelmatige olijfbruine dwarsbanden, die zich op de rugvin voortze…
Epiphyten
Let op: Spelling van 1914 zijn planten, die de eigenschap bezitten op andere planten te leven zonder daaraan voedsel te onttrekken, zooals parasieten doen. In de gematigde streken zijn het meestal lagere planten, als wieren, korstmossen en mossen, die deze eigenschap bezitten; in de tropen en vooral in de streken waar een voldoende hoeveelheid regen valt, zijn er ook talrij…
Erfpacht
Let op: Spelling van 1914 Zie GRONDPOLITIEK.
Erigeron canadenseLet op: Spelling van 1914 L. Fam. Compositae. Foxtail, bov. e. Kruid met lijnvormige bladeren en bloemen in bloemhoofdjes geplaatst, die aan een rijk vertakte lange bloeiwijze staan. [p. 284]
Eriodendron anfractuosumLet op: Spelling van 1914 L. Zie
CEIBA.
Erisma uncinatumLet op: Spelling van 1914 Warm. Fam. Vochysiaceae. Siengri-kwari, n.e. Een groote boom in het oerbosch. Van het hout maakt men singels. (zie aldaar).
Erithalis fruticosaLet op: Spelling van 1914 L. Fam. Rubiaceae. Loembra blanko, ben. e. Flambeau, bov. e. Heester met omgekeerd-eivormige zeer dikke leerachtige, glimmende, tegenoverstaande, tot 8 cm. lange bladeren; de steunblaadjes ingeplant op een uitspringende lijst, die de twee tegenoverstaande bladeren verbindt; de bloemen, in schermvormige pluimen, steken iets buiten de bladeren uit.
Eryngium foetidumLet op: Spelling van 1914 L. Fam. Umbelliferae. Kwinti of Sneki-wiwiri, n.e. Een kruidachtige plant, die veel aetherische olie bevat en als volksgeneesmiddel gebruikt wordt. In andere deelen van Amerika ook tegen slangenbeten in gebruik.
Erythrina corallodendronLet op: Spelling van 1914 L. Fam. Leguminosae. Koraalboom of wilde koffiemama, sur. Een boom met gestekelden stam en roode bloemen, die overigens veel op de aangeplante koffiemama gelijkt.
Erythrina velutinaLet op: Spelling van 1914 Willd. Fam. Leguminosae. Koffi-mama, sur. en n.e. Boontsji di paaloe, Boontsji Karta, ben. e. Boom met bruine, aan den voet zeer breede doornen en groote 3-tallige bladeren; eindblaadje tot 15 cm. met tot 5 cm. lange steel; bladeren en bladsteel grijsbruin viltig behaard. De boom wordt op de koffie- en cacao-plantages als schaduwboom gebruikt. (Zie…
Erythrinus erythrinusLet op: Spelling van 1914 (Bl. & Schn.) Eig. (Syn. ERYTHRINUS SALMONEUS Gronov.) Matoeri, n.e. Fam. Characinidae. Zoetwatervisch. Verspreiding: Rio Janeiro tot Suriname en Peru. Op het verhemelte is een smalle band tanden. De lengte van den kop is een vierde of iets meer van de lengte van het lichaam, zonder de staartvin. De bovenkant en de zijkanten van het lichaam zijn ka…
Erythrolamprus aesculapiiLet op: Spelling van 1914 (Syn. E. VENUSTISSIMUS Schlegel.) Een slangetje tot de familie der Colubridae behoorende, dat door vorm en teekening eenige overeenkomst vertoont met de slangen uit het geslacht Elaps, van welke het zich echter onderscheidt door de afwezigheid van de gifttanden vóór in de bovenkaak. Bij. E aesculapii zijn de 10-15 voorste tanden in de bovenkaak all…
Erythroxylum havanenseLet op: Spelling van 1914 Jacq. Fam. Erythroxylaceae. Bracelet, bov. e. Boom met omgekeerd eivormige, naar den voet toe zeer versmalde bladeren; de stelen van de uitgebloeide bloeiwijzen zijn voorzien van een groot aantal schubben; de vruchten zijn 0,5 c.m. lang.
EschweileraLet op: Spelling van 1914 Fam. Lecythidaceae. Baboen-godo en Kwatta-patoe, n.e. Groote boomen, die eigenaardige met een deksel openspringende vruchten hebben, welke daardoor aan een pot doen denken. Van daar de inlandsche naam, die pot van de baboen (Mycetes) of kwatta (Ateles) beteekent. Alleen de soorten met groote vruchten heeten Baboen-godo of Kwatta-patoe. (Zio ook
Eschweilera longipes
Let op: Spelling van 1914 Miers. Fam. Lecythidaceae. Barklak, sur. Barkrakki, n.e., ook wel Man-barklak, (arow. Kakaralli). Een groote boom waarvan het hout een uitstekend bouwhout is, en wegens zijn weerstandsvermogen tegen water en de paalworm vooral bij waterwerken zeer gezocht is en dan ook veel uitgevoerd wordt.
Esser (Rutgers Hermanus)
Let op: Spelling van 1914 Zie GOUVERNEURS.
Eucalyptus globulusLet op: Spelling van 1914 Lab. Fam. Myrtaceae. Van dezen Australischen boom, de gomboom, werden een 25-tal jaren geleden eenige exemplaren in Suriname ingevoerd en hier en daar geplant als voorbehoedmiddel tegen de malaria. De meeste zijn echter bezweken.
Eucharis grandifloraLet op: Spelling van 1914 Planch. Fam. Amaryllidaceae. Eucharis lily, bov. e. Bloemdek klokvormig, stervormig met een klokvormige bijkroon; bladeren kromnervig. Gekweekt.
Eugenia axillarisLet op: Spelling van 1914 Willd. Fam. Myrtaceae. Choakyberry, Pigeonberry, bov. e. Boompje met kortgesteelde dikke eivormige tot ruitvormige, tegenoverstaande bladeren; de bloemen zijn klein en staan in dichte schijnkransen in de oksels der bladeren. Komt voor in de bosschen.
Eugenia floribundaLet op: Spelling van 1914 West. Fam. Myrtaceae. Guaveberry, bov. e. Boompje met lancetvormige tot 5 c.m. lange bladeren; de bloemen zijn klein en staan in kopjesvormige bloeiwijzen in de oksels der bladeren. Groeit in de bosschen.
Eugenia jambosLet op: Spelling van 1914 L. (Syn. JAMBOSA VULGARIS D.C.) Fam. Myrtaceae. Pommmeroos, sur. Plumrose, bov. e. Een vrij lage boom met donkergroene tot bruinachtige min of meer bolvormige kroon en smalle tot 15 cm. lange lancetvormige bladeren. De groote witte bloemen staan in eindelingsche of okselstandige tuilen. De vruchten zijn ongeveer bolvormig, 3-4 cm. in middellijn, me…
Eugenia javanicaLet op: Spelling van 1914 Lam. (Syn. JAMBOSA ALBA Bl.) Fam. Myrtaceae. Curaçaosche appel, sur. Krosou-appra, n.e. Kaasjoe di Surinaam, ben. e. Een nogal lage, hoogstens 8 M. hooge boom met breede pyramide-vormige kroon en grauwen stam. De witte of iets roomkleurige bloemen staan in eindelingsche of okselstandige pluimen, meest 3 bloemen bij elkaar aan elken zijtak van de pl…
Eugenia ligustrinaLet op: Spelling van 1914 Willd. Fam. Myrtaceae. Blackberry, Blackcherry, bov. e. Boom met aan de bovenzijde sterk glanzende ellipsvormige bladeren, waarvan aan de onderzijde de middennerf zeer sterk uitspringt; de bloemen met een groot aantal meeldraden staan op meer dan 2 cm. lange stelen. Groeit in de bosschen.
Eugenia malaccensisLet op: Spelling van 1914 Lam. (Syn. JAMBOSA DOMESTICA Bl.) Fam. Myrtaceae. Pommerak, sur. Een nogal hooge boom met regelmatige pyramidevormige kroon en rechten stam. De wijnroode tot purperroode bloemen met dito meeldraden staan in dichte trossen aan de vaak ontbladerde dikke takken. Vruchten 5-8 cm. lang, meest peervormig, de top door de ingebogen, niet vleezigwordende ke…
Eugenia monticolaLet op: Spelling van 1914 D.C. Fam. Myrtaceae. Birdsberry, bov. e. Boompje met lancetvormige tot 3 cm. lange leerachtige bladeren; de bloemen zijn zeer klein en staan in kleine trosvormige bloeiwijzen in de oksels der bladeren. Groeit in de bosschen.
Eugenia proceraLet op: Spelling van 1914 Poir. Fam. Myrtaceae. Basterd black-berry, bov. e. Heester of boompje met ruitvormige, dikke leerachtige tegenoverstaande, tot 3 c.m. lange bladeren; de bloemen zijn tot 1 cm. lang gesteeld en staan in schermvormige bloeiwijzen in de oksels der bladeren. Groeit in de bosschen.
Eugenia unifloraLet op: Spelling van 1914 L. Fam. Myrtaceae. Surinaamsche kersenboom, sur. Honey-berry, Surinam cherries, bov. e. Kleine boom met elliptische tegenoverstaande bladeren, dun leerachtig, aan de bovenzijde donker glimmend, de witte bloemen op tot 1,5 cm. lange stelen alleenstaande in de bladoksels. De zuurzoet smakende vruchtjes worden ook wel ingemaakt.
Eunectes murinusLet op: Spelling van 1914 (Syn. BOA MURINA). Waterboa, Anaconda. n.e. Aboma, arow. Kamoedi. Deze slang, tot de familie der Boidae behoorende, onderscheidt zich van de slangen, die tot het geslacht Boa behooren, doordat het neusgat bij Eunectes gelegen is tusschen drie schildjes; het meest naar het midden gelegen van deze 3 schildjes van de ééne zijde raakt het overeenkomsti…
Eupatorium laevigatumLet op: Spelling van 1914 L. Fam. Compositae. Oeman-Koenami, n.e. Een plant die eenige gelijkenis heeft met de Man-Koenami (Clibadium surinamense) maar niet vergiftig is.
EuphorbiaLet op: Spelling van 1914 L. Fam. Euphorbiaceae. Jeerba di leetsji, ben. e. Verschillende soorten van dit geslacht, vooral de kruiden, die melksap bevatten, worden Jeerba di leetsji genoemd; ze hebben meestal kleine blaadjes en kleine vruchtjes, die in drieën uiteenvallen.
Euphorbia brasiliensisLet op: Spelling van 1914 Lam. Fam. Euphorbiaceae. Sabana-mirki-wiwiri, n.e. Een kleine bruinachtige plant met een wit melksap. Ook andere Euphorbia-soorten (b.v. E. pilulifera L.) dragen dien naam.
Euphorbia cotinifoliaLet op: Spelling van 1914 L. Fam. Euphorbiaceae. Manzalienja bobo, ben. e. Boom met bijna cirkelvormige, tot 7 cm. lange aan den top duidelijk ingesneden lang gesteelde, leerachtige bladeren; de plant bevat vergiftig melksap.
Euphorbia cotinoidesLet op: Spelling van 1914 Miq. Euphorbiaceae. Koenaparoe of Goenaparoe, n.e. Een kruidachtige plant die als vischvergif gebruikt wordt.
Euphorbia heterophyllaLet op: Spelling van 1914 L. Fam. Euphorbiaceae. Joseph's coat, bov. e. Een sierplant met liervormig ingesneden bladeren en bloeiwijzen waarvan de schutbladen gekleurd zijn. Wordt gekweekt.
Euphorbia petiolarisLet op: Spelling van 1914 Curt. Fam. Euphorbiaceae. Black mangeniel, bov. e. Heester met eivormige, bijna cirkelronde 1,7 cm. lange bladeren op [p. 286] langen bladsteel; de plant bevat veel melksap.
Euphorbia piluliferaLet op: Spelling van 1914 L. Fam. Euphorbiaceae. Chickenweed, bov. e. Laag kruidachtig plantje met langwerpige zeer spits toeloopende, getande, bijna zittende bladeren; de bloemen klein, groen, staan in dichte kluwens in de oksels der bladeren.
Euphorbia pulcherrimaLet op: Spelling van 1914 L. Fam. Euphorbiaceae (Syn. POINSETTIA PULCHERRIMA Grah.). Biefstuk, sur. Star of Bethlehem, bov. e. Sierplant met breed-eivormige bladeren, ter weerszijden voorzien van twee groote tanden. De fluweelachtige, vuurroode schutbladeren maken de plant tot een sieraad in de tuinen. De plant bevat veel melksap.
Euphorbia thymifoliaLet op: Spelling van 1914 Burm. Fam. Euphorbiaceae. Mirki-wiwiri, n.e. Children chickenweed, bov. e. Een algemeen voorkomend neerliggend kruid met eivormige blaadjes van 0.5 cm. lengte; het witte melksap, dat de stengel bevat, wordt aangewend tegen wratten. Een afkooksel der geheele plant wordt gedronken tegen buikpijn. Een afkooksel der plant met suiker en het sap van een …
EupomacentrusLet op: Spelling van 1914 -soorten worden in het Papiamentsch Ladrondjie genoemd. Eupomacentrus fuscus (C. & V.) J. & Ev. Ladrondjie, pap. Fam. Pomacentridae. Zeevisch. Verspreiding: West-Indië en de kust van Brazilië, noordelijk tot Key West, nabij koraalriffen. De schubben zijn
Europeesche kolonisatie in SurinameLet op: Spelling van 1914 Laat men de vestiging van Portugeesche Israëlieten uit Brazilië in de 17de eeuw - als zijnde geen Europeesche kolonisatie in den gebruikelijken zin - buiten beschouwing, dan is de uitslag der verschillende pogingen om (noord- of midden-) europeanen in Suriname te doen koloniseeren weinig bemoedigend. I.: Als eerste poging is aan te merken die der L…
Eurypyga heliasLet op: Spelling van 1914 Zonreiger of Zonvogel, sur. Son fowroe, n.e. Akere, kar. Ojakoja, arow. Een tot de Eurypygidae behoorende vogel, die eenige overeenkomst heeft met een reiger, maar wiens bouw met dien der waterhoenders overeenkomt. De prachtig gekleurde vogel is bruin, met zwarte banden en stip-[p. 289]pen; hij is een pronker, staat gaarne in de zon, met uitgesprei…
Euterpe oleraceaLet op: Spelling van 1914 Mart. Fam. Palmae. Palissade- of Pinapalm, sur. Prasàra, n.e. Manaka, arow. Mountain cabbage, saba. Een sierlijke palm met dunnen stam, welke vaak tot het bouwen van woningen en tot richels gespleten als daklatten wordt gebruikt. De bladeren dienen weleens als dakbedekking, de uitgebloeide bloemtrossen als bezems (n.e. Prasàrasisìbi). De planters b…
Evangelisch Luthersche GemeenteLet op: Spelling van 1914 suriname. Reeds vroeg was het aantal Luthersche Protestanten in Suriname vrij aanzienlijk. Nog in 1740 werd hun verboden godsdienstoefeningen te houden, doch in het volgende jaar kregen zij vergunning om een kerk te bouwen, en deze werd in 1744 ingewijd. Ds. Johannes Pfaff van Zaandam kwam in 1742 als eerste predikant tot de gemeente over. Sedert d…
Evolvulus alsinoidesLet op: Spelling van 1914 L. Fam. Convolvulaceae. Jeerba plaata, Jeerba sjieko, ben. e. Kruidachtige plant met lancetvormige tot 1,5 cm. lange, dicht viltig behaarde bladeren en bloemen met schotelvormige bloemkroon.
Evolvulus glaberLet op: Spelling van 1914 Spreng. Fam. Convolvulaceae. Tsjananaa, ben. e. Neerliggend kruidachtig plantje met langwerpige tot 1,5 c.m. lange bladeren in de oksels waarvan staan 1-3 bloemige bloeiwijzen aan het eind van een bloemsteel die iets langer is dan de bladschijf; bloemen met schotelvormige bloemkroon. [p. 290]
Exonautes rondeletiiLet op: Spelling van 1914 (C. & V.) J. & Ev. (Syn. EXOCOETUS RON DELETII C. & V.). Vliegende visch. Fam. Exocoetidae. Zeevisch. Verspreiding: de tropische zeeën; niet ongewoon in West-Indië en in zuidelijk Europa. Het lichaam is breed van boven. De kop is kort, stomp en smal van onderen. De oogen zijn groot. De rugvin is kort, de aarsvin lang, de staartvin wijd gevorkt, de …
Exonautes- en Cypsilurus-Let op: Spelling van 1914 soorten (Syn. EXOCOETUS-soorten) worden wat de groote soorten betreft in het Papiamentsch Boelado genoemd. De kleine soorten noemt men Fleertjie.
ExploicteurLet op: Spelling van 1914 In vroeger jaren in Suriname de uitvoerder van de besluiten van het Hof van Civiele Justitie. Tot 1745 was dit winstgevende ambt van deurwaarder verbonden aan dat van Raad-fiscaal, welke vereeniging dikwijls aanleiding had gegeven tot hevig verschil met de leden van het Hof. Mauricius, die inzag dat de vereeniging dier beide betrekkingen een voortd…
Eye brightLet op: Spelling van 1914 bov. e. Zie
HELIOTROPIUM INDICUM en
H. PARVIFOLIUM.
FactoorLet op: Spelling van 1914 Op Curaçao de naam van den (in den regel kleuring- of neger-) opzichter of beheerder der plantages. Zie ook
BOMBA en
VITO.
Fagara flavaLet op: Spelling van 1914 Kr. et Urb. Fam. Rutaceae. Kalabarie, bon. Paloe zapateero, cur. Yellow saunder, bov. e. Boom met 5-7 tallige veervormig samengestelde bladeren waarvan de blaadjes tot 9 cm. lang en duidelijk voorzien zijn van lichte puntjes waarin olie; de vruchten springen gemakkelijk open en bevatten een glimmend zaad.
Fagara martinicensisLet op: Spelling van 1914 Lam. Fam. Rutaceae. Yellow prickle, bov. e. Boom met zeer scherpe eenigszins omgebogen stekels op bladstelen en takken; de bladeren zijn veervormig samengesteld, elk met meer dan 20 tot 13 cm. lange blaadjes, waarvan de hoofdnerf duidelijk te zien is aan den onderkant.
Fagara monophyllaLet op: Spelling van 1914 Lam. Fam. Rutaceae. Bossoea, Kaubaati, ben. e. Boom met enkelvoudige eivormige bladeren, die duidelijk voorzien zijn van lichte puntjes waarin olie; de takken vertoonen groote kegelvormige verkurkte uitsteeksels; de vruchten springen gemakkelijk open en bevatten een glimmend zaad.
Faja snekiLet op: Spelling van 1914 n.e. Zie
ATRACTUS.
Faja-adjansaLet op: Spelling van 1914 n.e. Zie
WULFFIA.
Faja-diaLet op: Spelling van 1914 n.e. Zie
HYPTIS CAPITATA.
Faja-lobiLet op: Spelling van 1914 n.e. Zie
IXORA COCCINEA.
Falck (mr. Anton Reinhard)Let op: Spelling van 1914 Zie
MINISTERIE VAN KOLONIËN.
FalconidaeLet op: Spelling van 1914 Roofvogels zijn in Suriname onder den naam van Akka (n.e.) of ook Pakani bekend. Zij komen in vrij groot aantal in de lagere streken tot zelfs bij de bewoonde plaatsen voor. Een van de zeldzaamste vormen uit het binnenland, tevens de grootste, is de Harpie, Thrasaëtus harpyia, die zich hoofdzakelijk met luiaards en brulapen schijnt te voeden. Een v…
FantasieaLet op: Spelling van 1914 ben. e. Zie
CERATOSANTHES.
Fat porkLet op: Spelling van 1914 ben. e. Zie
CHRYSOBALANUS.
FaunaLet op: Spelling van 1914 Wanneer wij de momenten nagaan, die de samenstelling der fauna van een landstreek bepalen, dan kunnen wij deze momenten in twee groepen scheiden. Tot de eerste groep, die der negatieve factoren, behooren de physieke en chemische gesteldheid van den bodem, alsmede de aard der plantenbekleeding. Dat deze factoren een bepaalden stempel op het karakter…
Feifi-fienga wiwiriLet op: Spelling van 1914 n.e. Zie
PAULLINIA.
Felichthys bagreLet op: Spelling van 1914 (L.) Jord. & Everm. (Syn. PIMELODUS BAGRE Lac., AILURICHTHYS GRONOVII Gthr.). Bagger, Katvisch, Koperzuiger, sur. Fam. Siluridae. Zeevisch. Verspreiding: Kust van Brazilië, Guiana, Suriname, toegeschreven aan West-Indië, doch zelden noordelijk van Suriname. De kop is plat, de bovenkaak het langste, de mond breed. Er zijn vier voeldraden: de bovenka…
FelisLet op: Spelling van 1914 Het geslacht Felis behoort tot de familie der Felidae (zie
CARNIVORA). Het gebit heeft beiderzijds boven 3 snijtanden, 1 hoektand en 2 kiezen; onder één kies minder. Klauwen geheel terugtrekbaar, sterk gekromd. Schedel kort, tamelijk rond. Jukbeenbogen wijd en k…
Fermin (dr. Philip)Let op: Spelling van 1914 in de eerste helft van de 18e eeuw geboren te , waar hij verscheidene jaren de geneeskundige practijk had uitgeoefend, vestigde zich in 1754 te Paramaribo, als geneesheer. Na een verblijf van 10 jaar keerde hij naar Maastricht terug, waar hij tot zijn dood bleef. Van zijne hand verschenen: Traité des maladies fréquentes à Surinam, avec une disserta…
FesaLet op: Spelling van 1914 Groote zang- en danspartij der negers bij het eindigen van den rouw voor een nabestaande. De term is nu met de zaak in onbruik geraakt, althans bij het beschaafder deel der negerbevolking.
FetichismeLet op: Spelling van 1914 Zie
ANIMISME.
Fever rootLet op: Spelling van 1914 bov. e. Zie
RUELLIA.
Ficus brittoniiLet op: Spelling van 1914 Bold. Fam. Moraceae. Mata paaloe, ben. e. Boom met melksap; bladeren langwerpig in een punt toeloopend; de bloeiwijzen kogelvormig, iets kleiner dan een erwt en op 0,5 cm. lange steeltjes geplaatst. Gekweekt.
Ficus caricaLet op: Spelling van 1914 L. Fam. Moraceae. Vijg, sur. en ben. e. Boom of heester met handlobbige bladeren; de bloemen staan in peervormige tot op een kleine opening na geheel gesloten bloeiwijze, die gegeten wordt. Gekweekt in Suriname en op de Benedenw. Eilanden.
Fiko-fikoLet op: Spelling van 1914 n.e. Zie
COSTUS CYLINDRICUS.
FilariosisLet op: Spelling van 1914 Verzamelnaam voor een groep van tropische en subtropische ziekten, die, in haar symptomen zeer verschillend, alle toegeschreven worden aan de aanwezigheid in het lichaam van een parasitischen draadworm, de Filaria sanguinis hominis of F. Bancrofti. In Amerika schijnt de filariosis door negerslaven ingevoerd te zijn. De oorspronkelijke bewoners, de …
FinanciënLet op: Spelling van 1914 A. Suriname.: Reeds in den aanvang hebben de financiën van Suriname in een ongunstigen toestand verkeerd. In 1667 in bezit genomen door de Staten van Zeeland, slaagden deze er niet in om van dit bezit eenig voordeel te trekken, zoodat zij reeds in 1682 de bezitting aan de West Indische Compagnie verkochten. In het begin van de 18e eeuw echter schij…
Fini adroeLet op: Spelling van 1914 n.e. Zie
CYPERUS ARTICULATUS.
Fini-bitaLet op: Spelling van 1914 n.e. Zie
PHYLLANTHUS DIFFUSUS.
FinkriLet op: Spelling van 1914 n.e. Zie
FOENICULUM.
Fire weedLet op: Spelling van 1914 bov. e. Zie
DATURA FASTUOSA,
D. METEL en
D. STRAMONIUM.