UDS - monumentenzorg, bouw- en cultuurhistorie

Deze woordenlijst kan afkomstig zijn van een online bron die niet meer beschikbaar is, of kan zijn samengesteld door externe bronnen. De informatie kan sinds de oorspronkelijke publicatie zijn veranderd. We raden aan om kritisch te zijn bij het beoordelen van de waarde en actualiteit ervan.
Categorie: Bouw en Constructie > monumentenzorg, bouw- en cultuurhistorie
Datum & Land: 19/01/2009, NL
Woorden: 1297


Trasraam
Optrekkend vocht is een nachtmerrie voor menige huiseigenaar. Tegen water dat van boven komt, helpt een goed dak. Maar het vocht dat uit de grond komt, is moeilijker te bestrijden. Tras (gemaakt van gemalen tufsteen) heeft de eigenschap die nodig is: mortel die tras bevat laat vrijwel geen vocht doo...

Travee
Menigeen die een gotische kathedraal binnengaat, wordt getroffen door het ritme van de pijlers en vergelijkt dat misschien wel met een beukenlaan. De pijlers begrenzen de traveëen, die ieder een vak van het gewelf omvatten met rechts en links het venster van de lichtbeuk, het triforium en de sc...

Trede
van trap De planken, waar men zijn voeten op zet wanneer men naar boven gaat: dat zijn de treden. Bij een laddertrap zijn deze opzij in de trapbomen geschoven; een dergelijke trap bestaat uit niet meer dan bomen en treden. Een steektrap heeft behalve treden ook stootbor...

Tredrad
Met een hijsrad kunnen aardige lasten omhoog gebracht worden, maar voor het serieuzere werk, zoals dat bij de bouw van kathedralen aan de orde was, moest heel wat meer kracht ingezet worden. Dat kon met het tredrad. Het was een soort smalle trommel waarin een of meer mensen (soms ook een dier) einde...

Trekbalk
Aan een trekbalk wordt getrokken. Aan beide zijde is iets bevestigd, dat weg wil. Een kap heeft de doorsnede van een driehoek. Wanneer deze op de grond zou staan, dan was er geen probleem. Maar op hoger niveau moeten de kapspanten met hun spantbenen aan de vloerbalken vastgezet worden. Deze balken f...

Trekstang
Trekstangen zijn ijzeren hulpmiddelen, die de stabiliteit van een gebouw moeten vergroten. Een trekstang moet strak staan en aan de einden stevig verankerd zijn. Het laatste wordt meestal bereikt door het einde door een muur heen te leiden en aan de buitenzijde met een muuranker vast te zetten. Maar...

Tri-absidale zaalkerk
Een zaalkerk heeft als schip een zaal: één onverdeelde ruimte. Heel eenvoudige romaanse kerken zijn vaak uitgevoerd als zaalkerk, aan de oostzijde sluit daar dan de absis op aan. Ook in de voor-romaanse periode komen veel zaalkerken voor. In de karolingische architectuur komt het een e...

Triforium
Een architectonisch sierelement is vaak gegroeid uit een heel praktische oplossing voor een probleem. Het triforium is de smalle gang, die boven de scheibogen van een gotische kerk onderlangs de vensters van de lichtbeuk loopt. Naar het middenschip toe is de gang geopend als een galerij met soms sim...

Triglief
'Triglief' is de verbastering van het Griekse woord voor 'met drie gleufjes'. Het element is zelf de bouwkundige 'verbastering' van de kop van de balken, die op deze plaats boven de architraaf in het fries te zien waren, toen de eerste houten tempels door de oude Grieken gebouwd werden. Anders gezeg...

Trigliefenfries
Een trigliefenfries is een fries dat op klassieke wijze, volgens de Dorische bouworde, een afwisseling te zien geeft van trigliefen en metopen. Deze stammen oorspronkelijk uit de houtbouw en verwijzen respectievelijk naar de balkkoppen en de daartussen geplaatste blokken. De trigliefen bestaan steed...

Triomfbalk
In het kerkgebouw is het crucifix alom tegenwoordig: het symbool bij uitstek van het christendom. Het beeld van de lijdende Christus aan het kruis krijgt in veel kerken de meest opvallende plaats: onder de triomfboog. Meestal is dat de tevens overgang van het schip naar het priesterkoor, de plaats w...

Triomfboog
als gedenkteken Tot de bekendste monumenten die de Romeinen ons nagelaten hebben, horen de triomfbogen die menige keizer liet oprichten om te voorkomen dat we ooit zouden kunnen vergeten hoe geweldig hij wel was. Hiermee is de triomfboog een monument in beide betekeniss...

Triomfkruis
Onder de triomfboog van een kerk, dus daar waar het koor begint, hangt of staat in de middeleeuwse kerk vaak een heel groot kruis. Het crucifix kan aan de boog opgehangen zijn, het kan op een triomfbalk staan, het kan ook geplaatst zijn op een oksaal. Meestal wordt de lijdende Christus geflankeerd d...

Triomfvenster
In de romaanse architectuur, die in zuidelijke landen veel uitbundiger is, worden belangrijke vensters van kerken soms zo rijk versierd dat ze op een triomfboog lijken. Ze worden dan 'triomfvenster' genoemd. De rijke vormgeving wordt bereikt met een omlijsting, voorzien van bijvoorbeeld rankenfrieze...

Trochilus
De trochilus (of trochilos) is het holle, concave profiel dat bij een klassiek, 'Attisch' basement tussen de twee bolle profielen van de torussen ligt. De term wordt ook wel toegepast voor de holle profielen van de wat vrijere basementen, die zich niet braaf aan de regels uit de oudheid houden. De o...

Troggewelf
Het lijkt op een tongewelf, maar het troggewelf gaat niet vloeiend over in de wand. Het staat met een knik tegen de muur. De doorsnede is dan ook geen rondboog, maar een segmentboog. Daardoor kan het minder druk opvangen dan het tongewelf. Voor een relatief kleine overspanning geeft dat niet. Hoewel...

Troggewelfjes
op houten balken In de ruimte tussen de vloerbalken van de enkelvoudige balklaag boven een kelder of souterrain kunnen kleine troggewelfjes geslagen worden. Dit levert niet alleen een fraaie afwerking, het maakt de constructie desgewenst ook geschikter voor het dragen van de plavu...

Troggewelven
op gordelbogen Gordelbogen staan haaks op de richting van een gebouw. De gordelbogen van een kruisribgewelf vangen het gewicht van het aangrenzende gewelfkappen op. Bij dwarsgeplaatste tongewelven dragen de gordelbogen zelfs het hele gewicht van het gewelf, maar dit ing...

Trommel
van zuil Wanneer de schacht van een zuil niet uit één stuk bestaat (monoliet), is hij opgebouwd uit een aantal delen, die meestal minder hoog zijn dan breed. De vorm lijkt daardoor op die van een trommel. Om te zorgen dat de trommels goed op hun plaats bli...

Tromp
De tromp en het pendentief zijn twee meest voorkomende oplossingen voor het probleem dat een rond koepelgewelf niet zomaar op een vierkant grondplan past. Je moet de hoeken van het vierkant met iets vullen, dat naar boven toe naar een cirkel neigt. Bij het pendentief steken de stenen van de hoeken n...

Trompe l'oeil
In de reeks voorbeelden van 'schone schijn' scoort de trompe l'oeil heel hoog. Deze Franse term betekent 'bedriegt het oog' en daarmee is het fenomeen eigenlijk al goed beschreven. De Romeinen hielden al van dit soort visuele spelletjes. In de romaanse kunst bleef het 'bedrog' beperkt tot bijvoorbee...

Trullo
Typisch iets voor vakantiekiekjes uit zuid-Italië: de trullo's. De toerist vindt het leuk, maar deze ronde bouwsels met een pseudogewelf zijn vaak van oorsprong armoedige schuurtjes of woningen. Nu doen ze het goed als 'primitief' vakantieonderkomen (soms compleet met televisie en andere gemakk...

Tuibrug
Een tuibrug lijkt op een hangbrug. In beide gevallen hangt het wegdek aan (meestal) twee pylonen. Het verschil zit hem in de kabels, waaraan het wegdek (brugligger) hangt. Bij een tuibrug is ieder van deze span- of tuikabels direct aan de hoge pyloon bevestigd, bij een hangbrug aan een draagkabel di...

Tuile du nord
Toen met de machinale productie van dakpannen bijna alles mogelijk was, kon dus ook een hele platte dakpan geproduceerd worden. Nou ja, plat met een forse bobbel: de tuile du nord, of - vertaald - de 'noorderpan'. Rood en gesmoord, gewoon en geglazuurd, soms zelfs in felle kleuren: hele wijken uit d...

Tuimelraam
Een raam dat aan de bovenkant scharnieren heeft en naar buiten opengaat, is een klepraam. Zitten de scharnieren aan de onderkant, dan gaat het naar binnen open en heet het een valraam. Wie een raam wil dat tegelijk naar binnen en buiten opendraait, komt er niet met scharnieren. Hij moet op de halve ...

Tuimelstang
Om de bordjes van een jaloezie te bewegen, is ieder plankje met een oogje of haakje verbonden met de tuimelstang. Deze is meestal van ijzer en op ongeveer halve hoogte voorzien van een handgreep. Soms wordt met een veer druk op de stang uitgeoefend, zodat de bordjes niet bij een beetje wind al gaan ...

Tussendorpel
De tussendorpel is het onderdeel van het raamkozijn dat het boven- en benedenraam scheidt. Bij een deurkozijn met een bovenlicht wordt zo'n zelfde functie vervuld door het deurkalf. Twee ramen boven elkaar betekent niet automatisch dat er een tussendorpel is. Een schuifvenster heeft hier een 'wissel...

Tussendorpelband
Dorpelbanden sieren de gevel ter hoogte van de boven-, tussen- en onderdorpel. De tussendorpelband sluit in de renaissance aan bij de tussendorpel van de kruisvensters. Bij natuurstenen kruiskozijnen loopt de tussendorpel als het ware door in de dorpelband, maar ook bij houten kruiskozijnen is de re...

Tussenverdieping
Een verdieping ligt boven de begane grond en onder de zolder. Het is een bouwlaag waarvan er meer in één pand kunnen voorkomen, een flatgebouw toont dit duidelijk aan. Bij oudere huizen zijn de bouwlagen meestal niet allemaal even hoog. De begane grond is dan hoger dan de eerste verdie...

Tweebeukig dwarshuis
Tot het huistype 'dwarshuis' behoren de allerkleinste huisjes, maar een dwarshuis kan ook behoorlijk ruim zijn. En voor sommigen is het dan nog niet groot genoeg. Dat 'ruimtegebrek' is op te lossen met allerlei aanbouwen, maar er is een huistype dat de oplossing structureel in zich heeft: het tweebe...

Tweelingkapiteel
Een zuil heeft een schacht die op een basement staat en een kapiteel draagt. Vooral in kloostergangen staan vaak twee zuiltjes naast elkaar, wat een fraai beeld levert en een breder draagvlak geeft. De twee schalken kunnen een eigen basement en kapiteel hebben, vaak echter zijn deze ieder uit &eacut...

Tweesnuit
Niet alle bouwkundige termen zijn voor de hand liggend. De snuit van een hond is spits. Er is dus niets op tegen om het gotische motief van de visblaas zo te noemen. Maar we komen de term 'snuit' hierbij alleen tegen wanneer een aantal visblazen samen in een cirkel gevangen zijn, zoals in de driesnu...

Tweetorenfront
Het beeld van een machtige kathedraal wordt vaak bepaald door twee torens, die de frontgevel (meestal aan de westzijde) sieren. Ze zijn aan weerszijden van de middenbeuk opgetrokken. Tussen de torens is de middenbeuk soms blind, maar meestal is deze toegankelijk door één of drie portal...

Uilenbord
De Uil is een nuttige vogel. Voor de boer is hij een bondgenoot in de strijd tegen muizen. Hij is dus heel welkom op de boerderij, zo welkom dat hij soms een eigen ingang krijgt in de vorm van het uilenbord. Dit is een rechtopstaand bord, boven in een wolfeind of eindschild. Dat 'bord' is soms niet ...

Uitgeschulpte nis
Een nis die halfrond in de wand steekt wordt een uitgeschulpte nis genoemd. In plattegrond gezien is de nis halfrond (of vormt tenminste een cirkelsegment). De bovenzijde is meestal ook halfrond. In de romaanse bouwkunst komt deze nis regelmatig voor, vooral in of bij het koor. Wanneer de nissen een...

Uitkraging
Wanneer een gevel naar boven toe opeens een stuk naar voren komt (anders dan door een verzakking) dan heet dat een uitkraging. Constructief is dat een hele opgave: het gewicht van het bovenste deel van de muur rust niet recht boven het onderstuk. Dat probleem kan op verschillende manieren opgelost w...

Uitwaterende voeg
De gevel moet het regenwater buiten houden. Daarom moet de steen niet te zacht zijn. Toch zit er altijd wel wat vocht in een gevel, zeker na een regenbui. De voegen helpen normaliter om dit af te voeren: aan de buitenkant kan het verdampen. De voeg mag dus niet te hard zijn in verhouding tot de stee...

Uitzetijzer
Om te voorkomen dat een openstaand raam in de wind gaat klapperen, kan het met een haak vastgezet worden. De windhaak zit aan het kozijn of de muur vast en haakt in een oog dat aan het raam is aangebracht. Dat is een prima constructie, alleen kent de haak maar één stand, die door de le...

Uitzicht
Het woord 'uitzicht' wordt gebruikt om een bepaald soort afbeeldingen aan te geven, namelijk de weergave van dat wat je ziet vanaf een vast hoog standpunt. Hiermee wordt het verschil aangegeven met een 'luchtfoto'; die term wordt gebruikt voor een foto vanuit een vliegtuig of luchtballon. Het gezich...

Uitziende kop
Het hoofd, of minder eerbiedig, de kop is in de beeldende kunst een geliefd thema. Afgezien van portretten in de schilder- en beeldhouwkunst is het mensenhoofd ook als abstracter ornament veelvuldig te vinden. De uitziende kop is hiervan een goed voorbeeld. Onpersoonlijk en star op romaanse doopvont...

Vaandel
Een vaandel is een soort vlag, maar dan een waarbij het textiel aan een horizontale stok hangt en veelal rijker is versierd. Een goede vlag is heel eenvoudig, enkele gekleurde banen volstaan om herkend te worden als verwijzing naar, bijvoorbeeld, een staat. Een vaandel kan niet rijk genoeg zijn, het...

Vakwerkbouw
De houten huizen die eeuwenlang het beeld van zowel het platteland als van de steden bepaalden, waren voor het grootste deel vakwerkbouw. Deze bouw bestaat uit een houtskelet, waarvan in onze streken vaak ankerbalkgebinten de hoofdstructuur vormen. De wanden zijn met tussenstijlen en regels steeds v...

Vakwerkbouw
met baksteenvulling Een vakwerkhuis of -boerderij is stevig, zolang het goed onderhouden wordt. Zelfs zonder onderhoud blijkt het, met wat geluk, nog eeuwen overeind te kunnen blijven. In het verleden had het onderhoud vooral een pragmatische inslag. Daarom is van veel ...

Vakwerkbouw met vlechtwerkvulling
Vakwerkbouw heeft wanden die uit een stevig raamwerk van balken bestaan. De daardoor gevormde gaten daarin moeten natuurlijk dicht gemaakt worden. Dat kan door planken er op te spijkeren of door de gaten dicht te metselen met baksteen. De zeker in het verleden meest voorkomende methode was het aanbr...

Valhek
Wanneer na een lange belegering de zware deuren van de poort van een kasteel of van een stadspoort het uiteindelijk begeven onder het geweld van de stormram, lijkt alles verloren. Toch is dat niet altijd zo. Veel poorten hadden aan de binnenzijde een laatste redmiddel: het valhek, door velen 'hamei'...

Vallende tand
Een breuk in een muur kan verschillende patronen volgen. Omdat de voegen zwakker zijn dan de bakstenen, zal de breuk meestal niet dwars door de stenen lopen, maar verlopen via de stootvoegen en steeds een stukje lintvoeg meenemen. Vormt de breuklijn een trapje, dan is er sprake van een vallende tand...

Valraam
Hoe ventileer je, zonder last te krijgen van tocht of een koude valwind? De mens heeft daarvoor in de loop der tijden heel wat oplossingen bedacht. Geen enkele bleek afdoende. De meest geavanceerde poging is de air-conditioning, en volgens vele ook de slechtste. Het begon met een luik, een draailuik...

Veeteelt
Toen de mens op het idee kwam om niet alleen maar achter loslopende dieren aan te jagen, maar er een aantal te vangen, ermee te fokken en als tamme kudde te hoeden, was de eerste veeteelt geboren. Een volgende stap kwam toen de nomaden zich min of meer blijvend ergens vestigden. Ze konden in een omh...

Vensteras
De breedte van een gevel kan in een beschrijving natuurlijk aangegeven worden in meters. Het zegt de lezer meer wanneer het aantal vensters in de breedte genoemd wordt, dat roept een beeld op. Wanneer een gevel minstens twee bouwlagen heeft en de vensters van de begane grond en de verdieping(en) lig...

Vensterbanktriforium
Het triforium is de loopgang die, boven de scheibogen in de muur ligt. Met zijn vaak fraaie bogen versiert dit het stuk van de muur dat blind moet zijn omdat het lessenaardak van de zijbeuk er tegenaan leunt. In sommige gevallen is dit looppad niet weggewerkt in de dikte van de muur, maar is het van...

Venstergalerij
Galerijen om hoog in een kerk te kunnen lopen, bijvoorbeeld voor onderhoudswerkzaamheden, zijn er in allerlei vormen. De bekendste en meest voorkomende is het triforium, dat tussen de scheibogen en de lichtbeukvensters loopt. In plaats daarvan, soms zelfs als aanvulling daarop, kan ook langs die ven...

Vensterkooi
Om ongewenst bezoek buiten te houden, zou een gebouw eigenlijk geen of weinig vensters moeten hebben. Dat kan: een kasteel heeft aan de buitenkant enkele lichtspleten en een heel stevige poort. Maar niet iedereen wil zo wonen. Grote vensters zijn prettig, maar vooral die van de begane grond moeten '...

Vensteropening
Het gat in de muur waarin het venster hoort heet de vensteropening. Het is dus niet hetzelfde als de raamopening: het gat dat een openstaand raam toont. In de vensteropening is (meestal) een raamkozijn geplaatst, met raam, roeden en glas. De zijkanten van de vensteropening zijn de dagkanten, de onde...

Venstertracering
De tracering van een venster is bedoeld om grote glasvakken stevigheid te verlenen. Er wordt zo een raamwerk voor het glas gevormd. Hierbij worden steeds fraaiere vormen ontwikkeld. Het begon in de lichtbeuk van Chartres met twee lancetvensters en een oculus tussen de spitse toppen. In Reims werd di...

Ventilatieopening
In een woning is tocht ongewenst. Een beetje ventileren is op zijn tijd wel nodig, maar dat kan door het raam open te zetten. Heel anders ligt dit bij een schuur, waarin bijvoorbeeld hooi of tabak wordt opgeslagen om te drogen. Dan moet de regen buitengehouden worden terwijl frisse lucht hard nodig ...

Verbeterde holle pan
Toen dankzij het machinaal produceren van dakpannen verbeteringen in de aansluitingen van de pannen op elkaar mogelijk waren, ontstonden allerlei nieuwe vormen. Natuurlijk was er eerst behoefte aan het verbeteren van de algemeen gebruikte oud-Hollandse pan. De kop- en vooral de zijsluiting van de ve...

Verblendsteen
Hoewel de uitvinding van de verblendsteen al uit 1850 stamt wordt de jongere bouwkunst in Nederland er pas rond 1900 sterk door bepaald. De baksteen valt op omdat deze heel strak is, scherpe randen laat zien en glimt wanneer de zon erlangs strijkt. Dat komt doordat deze van heel vette klei gemaakt w...

Verdiepte lintvoeg
In de meeste gevallen zijn in het metselwerk alle voegen op dezelfde manier afgewerkt. Soms liggen de lintvoegen dieper dan de stootvoegen. Dit komt vooral voor in de twintiger en dertiger jaren van de 20e eeuw. Het gevelbeeld krijg door de verdiepte voegen een sterke schaduwwerking. De horizontale ...

Vergaarbak
Om te voorkomen dat de regenpijp verstopt raakt door vuil dat er vanuit de dakgoot in terecht komt, wordt bijna steeds een vergaarbak bovenaan de pijp geplaatst. Deze kan bladeren en ander vuil opvangen en een waterspuwertje, 'verklikt' dan het probleem door vanuit de hoogte luidruchtig te gaan spuw...

Vergulde koperen daktegel
Een van de meest protserige dakbedekkingen aller tijden is waarschijnlijk toch wel te vinden op het 'gouden dak', waar Innsbruck al eeuwen pronkt. In het jaar 1500 liet de hertog tegen een bestaand gebouw een overdreven rijke erker met balkon bouwen, waarin hij eerste rang zat bij de festiviteiten, ...

Verholen laag
in metselwerk De vroege Russische bouwkunst is een navolging van wat de langs de Dnjepr gevestigde handelaren in het machtige Byzantium (nu Istanbul) gezien hadden. De Sophiakathedraal van Kiev is het oudste voorbeeld en is opgezet als een Centraalbouw - Byzantijns. Maar de Russis...

Verholen slot
Een verhaal in een jongensboek kan heel spannend worden, wanneer de held alleen aan zijn belagers kan ontsnappen via een geheime gang. Hij weet dat de ingang verborgen is achter een kast. Hij heeft de sleutel, maar hij kan het slot daarvan niet vinden. Als hij dan trillend van angst ineenzakt tegen ...

Verhoogde halsgevel
Is het een compromis tussen een halsgevel en een trapgevel? De verhoogde halsgevel heeft - naast de rechthoek van de top - één trede (van) trapgevel aan iedere kant. Dat is niet zoveel, en net als bij de halsgevel zijn vleugel- of klauwstukken nodig om te voorkomen dat de kap te zien i...

Verjonging
Als het goed is wordt een monument steeds ouder. Toch toont het soms ook een verjonging. Met deze bouwkundige term wordt niet bedoeld het gladstrijken van de rimpels, die de op de eerbiedwaardige leeftijd wijzen. Een dergelijke manier van restaureren is ongewenst. Nee: 'zich verjongen' wordt gebruik...

Verkeer
De term 'verkeer' is het verzamelbegrip voor verkeer over land, over water en door de lucht. Op het land is de mens altijd voetganger, tenzij hij een vervoermiddel gebruikt. En dat gebeurt nogal eens. De mens is al duizenden jaren geleden op paarden gaan rijden, dat was wel zo makkelijk en zeker zo ...

Verknipte voeg
Gevelreiniging is een groter probleem dan de erdoor bestreden verontreiniging. Het is jammer dat velen met goede bedoelingen een bedrijf inhuren dat niet zelden eerst de stenen kapot spuit of -straalt en daarna het oorspronkelijke voegwerk vernietigt. Is de huid van de baksteen eenmaal verloren gega...

Verkropt
Wanneer een horizontaal profiel, bijvoorbeeld een kroonlijst, een verticaal sierelement ontmoet, zoals een pilaster of risaliet, kan er een conflict ontstaan. Wanneer de kroonlijst gewoon recht doorgetrokken wordt, staat de pilaster een beetje voor schut: op de opvallendste plaats valt hij niet op. ...

Verlaagd dakvenster
Een dakvenster bevindt normaliter zich helemaal boven de dakgoot. Bij een Vlaamse gevel is er onder het venster geen goot aanwezig, de gevel loopt als het ware door tot de top van deze dakkapel. Wanneer de borstwering van de zolder erg hoog is, ontstaat de behoefte om de zolder niet alleen licht te ...

Verlichting
Verlichting is een verzamelbegrip voor alles wat licht in de duisternis brengt. In een donkere kamer is dat het venster, 's nachts op straat de straatverlichting. De lantaarn is eveneens een begrip dat zowel het licht doorlatende als het licht uitstralende in zich verenigt: de lantaarn op het dak en...

Vermetguts
Een guts is een soort steekbeitel voor behoedzaam werk. De steekguts heeft de harde kant van het staal aan de buitenkant en wordt dus zo geslepen dat die kant scherp is. Daarmee kan dan gestoken worden. Bij de vermetguts is het omgekeerd, de hardste laag staal zit aan de binnenkant en het snijvlak w...

Versnijding
Een fundament wordt naar onder toe steeds iets breder om meer draagvlak te verkrijgen. Gemetseld wordt van onder naar boven, zo gezien wordt het metselwerk dus smaller; dit heet versnijden. De term 'versnijding' wordt vooral gebruikt bij funderingen en steunberen. De sprong in een steunbeer wordt me...

Verticaal wijzend keperverband
Keperverband is een vorm van siermetselwerk. De fraaiste toepassingen zijn in de romano-gotiek te vinden. Vooral voor de achterwand van blindnissen is sierverband geliefd. Daar hoeft het niet zoveel te dragen en het vormt met de rond-, keper- of drielobboog eromheen samen een decoratief geheel. Naas...

Verticaalverband
De term 'verticaalverband' moet even uitgelegd worden. Want het meeste metselwerk is in verband gemetseld en, zolang het goed gaat, staat het ook recht overeind. Onder 'verticaalverband' verstaan we een metselverband dat als siermetselwerk bedoeld is en weinig draagkracht heeft omdat iedere steen op...

Vervanging van metselwerk
Bij renovatie of restauratie komt vroeg of laat het herstel van metselwerk aan de orde. Wanneer dat metselwerk dat in slechte staat verkeert, moeten keuzen gemaakt worden. Het minst ingrijpend is onderhoud: kleine beschadigingen aan natuur- of baksteen en voegwerk worden bijgewerkt. Vaak kan een blo...

Vierblad
van tracering Zoals de vierpas uit vier ronde passen bestaat, zo bestaat het vierblad uit vier 'spitspassen'. Deze aanpassing, waarbij de normaliter ronde pas een spitsbogig einde krijgt, is nodig wanneer het vierblad ingeschreven is in een bol gebogen sferisch vierkant...

Vierblad met bladwerktoten en drielobbladen
De opsomming van de elementen vertelt eigenlijk al het hele verhaal. Een vierblad, meestal ingeschreven in een sferisch vierkant, heeft vier spitse bladen, in dit geval ieder voorzien van twee toten, waardoor ze drielobbig zijn. De toten van de vierpas zelf vallen extra op, omdat ze versierd zijn me...

Viering
van kerk In de centraalbouw is dit het centrum, de plaats waar schip en koor elkaar ontmoeten, geaccentueerd door het kruisende transept. De kruiskerk heeft een andere richting, de lijn van west naar oost is hier de belangrijkste. Toch is de kruising ook dan een special...

Vieringruiter
De vieringruiter is een dakruiter die op de viering staat. Op deze plaats snijden de daken van het schip en koor de kap van het transept. Op deze plaats staat op grote romaanse kerken een vieringtoren. Bij gotische kerken is die een zeldzaam verschijnsel geworden. Evenals de dakruiter heeft de vieri...

Vieringtoren
Hoewel de vieringtoren een grote rol speelt in het silhouet van een kerk, is het effect in het interieur nog veel sensationeler. De romaanse kerkbouw had veel aandacht voor de viering, niet zelden stond daarop de hoogste toren. Een knap staaltje, want het gewicht ervan, zeker als deze in steen was u...

Vierkante torenspits
Op een vierkante toren past een vierkante spits zo goed, dat je je afvraagt waarom er ook andere oplossingen te vinden zijn. Maar ja, de mens (en zeker de architect) wil ook wel eens wat anders. Een vierkante spits die heel laag is noemen we een (vierkant) tentdak. Bij een zadeldaktoren zijn twee va...

Vierpas
Zoals de driepas uit drie passen bestaat (dus drie trekken met de passer), zo heeft de vierpas er vier. De punten tussen de cirkelsegmenten zijn de toten. Zijn de passen niet helemaal rond, maar eindigen ze in een spitse punt, dan spreken we van een vierblad. Verschillende gotische sierelementen met...

Vierpasvenster
Een venster in de vorm van een vierpas komt vooral in de romaanse en romano-gotische architectuur voor, maar het blijft iets bijzonders. Bij het toepassen van een vierpas in een tracering zijn de vier toten minder kwetsbaar, omdat de maat ervan dan meestal niet al te fors is. Bij het gebruik van dez...

Viersnuit
Een 'snuit' is een visblaas. Biologisch gezien klinkt dat wat raar, architectuurhistorisch valt het wel mee. 'Snuit' is een oude term voor een gebogen vorm in een tracering, die wat lijkt op de blaas van een vis, vandaar dus. Naast de viersnuit kennen we ook de tweesnuit, driesnuit en nog rijkere sn...

Vijfsnuit
Zoals bij de tweesnuit, de drie- of viersnuit respectievelijk 2, 3 of 4 visblazen ingeschreven zijn in een cirkel, zo zijn het er vijf bij de vijfsnuit. Maar hoe meer visblazen, hoe moeilijker het wordt om het centrum van de cirkel te vullen. De visblazen zouden hun gebogen druppelvorm verliezen wan...

Vijl
Zowel bij houtbewerking als bij metaalbewerking worden vijlen gebruikt. Deze gereedschappen bestaan uit een stuk staal met groeven, voorzien van een spits toelopende punt ('arend') waarop een houten handvat ('hecht') gestoken wordt. Het gaat bij het vijlen om de groeven die in het metaal geslagen zi...

Vinger
van draaispanjolet Een spanjolet kan op verschillende manieren werken. In alle gevallen loopt over de volle hoogte van het raam, luik of zonneblinde een stang (die soms uit twee tegengesteld werkende delen bestaat). Meestal beweegt de stang omhoog en omlaag, maar bij de eenvoudigs...

Visblaas
De late gotiek, de flamboyante oftewel de vlammende genoemd, heeft haar naam te danken aan de 'flakkendere' traceringen, waarvan de vormen vooral door de visblaasmotieven lijken te bewegen. Het visblaasornament bestaat uit een drielobbig afgesloten vorm, waarvan de spitse 'staart' eerst recht naar b...

Vits
De vits is een onderdeel van vitswerk, een vorm van vlechtwerkvulling, zoals die voorkomt in de vakwerkbouw. Wanneer de vlechtstok van het vlechtwerk niet op de vakwerkconstructie gespijkerd is, maar daarin opgenomen, heet de stok 'vits'. In de vakken tussen de stijlen en regels van het vakwerk zijn...

Vitsgat
Vlechtwerk van de vlechtwerkvulling van vakwerkbouw kan op verschillende manieren opgebouwd zijn. Wanneer er sprake is van vitswerk zijn over verticale vitsen (als vlechtstokken) als schering vitsroeden als inslag geweven. De vitsen zijn in een vak van het vakwerk geklemd. Hiervoor werden in de bove...

Vitsroede
Vlechtwerk in een vlechtwerk-wand of als vulling in vakwerkbouw bestaat vaak uit een soort 'weefsel': de vitsen zijn hierbij de schering, de vitsroeden de daaromheen gevlochten inslag. Voor de roeden wordt meestal gebruik gemaakt van soepele takken en twijgen van bijvoorbeeld wilgen en berken. Dit v...

Vitswerk
De vlechtwerkvulling van vakwerkbouw bestaat uit om vlechtstokken gevlochten buigbaar materiaal, waarop een afdichtende laag aangebracht wordt. Wanneer deze vlechtstokken niet tegen de balken gespijkerd zijn maar er in opgenomen, is er sprake van vitswerk. Daartoe is in de balk aan de onderzijde van...

Vlaamse goot
Een dakgoot die opgenomen is in de kroonlijst heet een Vlaamse goot. Het is dus de rijkste vorm van de dakgoot. In een iets minder luxe vorm, met alleen een geprofileerde lijst, heet deze plansiergoot. Tekst: Jean Penders, 06-2005. Bronnen: zie literatuurlijst. Foto: Jean Penders

Vlechtboog
Een vlechtboog is pas een vlechtboog als hij met één of meer andere vlechtbogen vervlochten is. Eén boog kan dus geen vlechtboog zijn. Meestal zien we heel wat elkaar kruisende bogen - meestal rondbogen - op een rij. Als ze niet al te hoog zijn vormen ze samen een fries, we spr...

Vlechting
De gevellijn van een topgevel is een kwetsbare plek. Een trapgevel kan gebouwd worden van hele bakstenen. Om de driehoek van een puntgevel op te kunnen trekken zou je van alle stenen een schuine hoek af kunnen slaan. Maar dat zou na de eerste bui al erg onverstandig blijken: de kapotte stenen zuigen...

Vlechtstok
Vlechtwerk bestaat, net als geweven stof, uit twee elementen. Bij het weven wordt eerst de 'schering' opgezet. De 'inslag' is de draad die dan beurtelings over en onder de scheringen loopt. De volgende draad doet dat precies andersom en zo ontstaat een stevige lap textiel. Bij vitswerk fungeert de v...

Vlechtwerk
met strobanden Vlechtwerk dat bestaat uit vlechtstokken, waaromheen twijgen als vitsroeden gevlochten zijn, heet vitswerk; de stijlen heten dan vitsen. Wanneer er géén vitsroeden zijn, is om de vlechtstokken ander materiaal gewonden. Dat is dan vaak tot la...

Vlechtwerk-wand
Een wand die bestaat uit om stevige stokken gevlochten buigbare elementen is een vlechtwerk-wand. Wanneer de stijve stokken met punten in een raamwerk steken, spreken we van vitswerk. De buigbare delen, zoals twijgen, zijn dan de vitsroeden. Bij vlechtwerk met strobanden spreken we van vlechtstokken...

Vleermuisvenster
Heel subtiel, net even opwelvend uit het dakvlak: het vleermuisvenster. Het is een kleine dakkapel, die bijna wegvalt in de dakbedekking, maar die moet daar dan wel geschikt voor zijn. Met de strak aansluitende tuiles du nord zal het niet lukken. Maar bijvoorbeeld daktegels en riet zijn heel geschik...

Vliegende steiger
Een steiger die niet op de grond staat, 'vliegt' als het ware. Nou kan dat niet zomaar en eigenlijk kun je ook beter zeggen dat deze steiger aan de gevel 'hangt'. De loopplanken ervan rusten op uit de muur stekende korte balken, de kortelingen. Natuurlijk is het vooral bij onderhoudswerkzaamheden he...

Vliering
De vliering is de 'zolder boven de zolder'. Op de dekbalken van de spanten van een kap liggen de flieringen. Meestal kun je van de zoldervloer tot de nok kijken, maar soms is in de kap meer bergruimte gemaakt door een extra vloer in te brengen ter hoogte van de flieringen. Dat is dan de vliering. De...