Wijn Encyclopedie On-Line
Deze woordenlijst kan afkomstig zijn van een online bron die niet meer beschikbaar is, of kan zijn samengesteld door externe bronnen.
De informatie kan sinds de oorspronkelijke publicatie zijn veranderd.
We raden aan om kritisch te zijn bij het beoordelen van de waarde en actualiteit ervan.
Categorie: Landbouw, voedsel en voedselverwerking > Wijn
Datum & Land: 15/02/2007, NL offline
Woorden: 1886
Gaillac
Frankrijk - Gaillac Zeer oud, vrij groot AC-gebied bij de gelijknamige stad, centraal in zuidwestelijk Frankrijk. Men produceert er een grote verscheidenheid aan wijnen van een al even grote verscheidenheid aan druivenrassen.
Gaida
grote doedelzak met twee melodiepijpen en een bourdon uit Bulgarije, Servië, Albanië en Griekenland. Ook gespeld als gajda en gaide
Gadulka
peervormig strijkinstrument met 3 melodiesnaren en 6 resonantiesnaren. Deze Bulgaarse vedel wordt, net als de Indiase sarangi verticaal, en op de schoot bespeeld. Ook bekend onder de naam rebec
Gabbi
dwarsfluit uit Baltistan
Gabbang
1#) bamboe xylofoon van de Tausug uit het zuiden van de Filippijnen
2#) éénvellige, kleine houten trommel bespannen met een vel van wild zwijn. Dit instrument wordt door de Tagbanua en de Pala`wan (Filippijnen) met twee stokken bespeeld
Gaab
Thaise bekkens, ook bekend onder de naam shaab
Gattinara
Italië - Piëmonte - Gattinara Bekendste teeltgebied van de Piëmontese Voor-Alpen. Vrijwel geheel beplant met spanna (nebbiolo). De wijnen die worden voortgebracht zijn enigszins vergelijkbaar met Barola. Ze zijn over het algemeen ook geheel uit Nebbiolo geperst. De in 1991 toegekende DOCG bepaling staat echter toevoeging van 10% vespolina en bonarda toe (deze maken de wijn iets zachter).
Gettuvadyam
eigenaardig en zeldzaam snaarinstrument uit Zuid-India, niet te verwarren met de gottuvadyam, dat een geheel ander instrument is. De gettuvadyam lijkt veel op de tanpura, heeft ook 4 snaren, doch wordt niet getokkeld, maar met twee platte bamboe latjes worden de snaren tegelijkertijd aangeslagen. Met het bamboe latje in de linkerhand worden ritmische patronen gespeeld, terwijl met het latje in de andere hand uitbundig wordt geïmproviseerd in de stijl van de mridangam. De gettuvadyam wordt heel soms nog als begeleidingsinstrument gebruikt in Zuid-Indiase klassieke muziek
Geroempa
vedel van de Sakha uit Siberië
Gerenyun
metalen rasp van de Bambara uit Mali
Gepopin
klein trommeltje van de Fodonon uit Ivoorkust, meestal bespeeld in de velden om het werk te stimuleren
Geolo
Ghanese fluit die slechts 1 toon produceert. Het instrument wordt gewoonlijk in groepen bespeeld
Genggong
bamboe of houten mondharp uit Bali en Madura. De genggong wordt vaak in groepen bespeeld
Gender kecil
kleinere uitvoering van de Indonesische gender
Gender besar
grotere uitvoering van de Indonesische gender
Gender
Indonesische metallofoon met scheef gehangen bronzen toetsen, die ieder een eigen bamboe klankresonator onder zich hebben. Het instrument bezit een prachtig mooie, enigszins gedempte klank, die dient om de gamelanmelodie te verrijken
Gendang indungna
`masterdrum` van de Karo-Batak uit Noord-Sumatra
Gendang anakna
ostinato trommel van de Karo-Batak uit Noord-Sumatra
Gekkin
4-snarige, Japanse korthalsluit met een zeer ondiepe en ronde houten romp. Het instrument heeft enkele frets en de zijden snaren zijn bevestigd aan elegante stempennen. De opvallend ronde romp heeft ervoor gezorgd dat de gekkin bekend is komen te staan als de `maangitaar`
Gedire
bamboe mondorgel van de Kenyah uit Borneo, bestaande uit een luchtreservoir met daaraan 4 melodiepijpen en een bourdonpijp bevestigd
Gé-ling
Tibetaanse schalmei
Gezabbih
kleine darbukka uit Iraq
Gewürztraminer
Witte druif. Dit druiveras wordt ook wel Traminer. Zeer geprononceerd en kruidig van geur en smaak. Dit karakter maakt de wijn minder geschikt als aperitief. Na de maaltijd is hij meer op z`n plaats. In de Elzas serveert men hem dan vaak met de zeer sterk smakende Munster kaas (uit de Vogezen). Gewürztraminer smaakt ook zeer goed bij niet te zoete nagerechten. Wordt voornamelijk verbouwd in de Elzas
Ghemme
Italië - Piëmonte - Ghemme 85 ha wijngaarden. In 1997 verkreeg men de DOCG status. Er mag tot 25% vespolina en uva rara (lokale variant van bonarda) aan de nebbiolo worden toegevoegd. Fusttijden zijn gereduceerd tot maximaal 25 maanden. Na lange rijptijd ontwikkelt de nebbiolo hier een interessante geur met tonen van thee, hars, thee en drop.
Ghawazi
kleine vingercimbalen uit Egypte
Ghatam
Indiase kleipot met een brede buik en een smalle mond. Vanzelfsprekend behoort de ghatam tot de oudste percussie-instrumenten van India. De beste klei wordt gevonden in de Zuid-Indiase plaatsen Manamadurai en Panruti en wordt vóór het bakken vermengd met ijzervijlsel. De ghatam wordt met beide handen bespeeld, zowel met de vingers en de nagels als met de handpalmen en de vuisten. Verschillende delen van de ghatam hebben ieder hun eigen klankkleur en daar wordt door de bespeler handig gebruik van gemaakt. Er kunnen ontzettend snelle en gecompliceerde ritmes op worden gespeeld. In het noorden van India wordt de ghatam veel in de volksmuziek gebruikt, maar in Zuid-India heeft het instrument de status van het concertpodium bereikt
Ghanta
rijk versierde rituele handbel uit Tibet
Ghaita
dubbelriet blaasinstrument uit Marokko
Ghunguru
enkelbellen uit India, veel gebruikt in volksdansen
Ghidjak
3 of 4-snarige vedel uit Centraal-Azië, bijna identiek aan de kemenche uit de Perzische regio
Gishbah
Irakese vaastrommel
Girba
doedelzak uit Nubia en Soedan
Giomata
Lokaal begrip in Piëmonte voor een gebied dat een omvang heeft precies zo groot als twee ossen kunnen ploegen in 1 dag tijd.
Gimbal
éénvellige trommel bespannen met varaan- of geitenhuid. De gimbal is ongeveer 25 cm. hoog en heeft een holle onderkant. Dit instrument is populair onder de Tagbanua en de Batak op het eiland Palawan (Filippijnen) en wordt met twee houten stokken bespeeld
Gigondas
Frankrijk - Côte du Rhône - Vaucluse Klein dorpje (700 inwoners, 2711 ha) in het departement Vaucluse waar voornamelijk rode wijnen met veel kleur en kracht gemaakt worden. Klik hier voor meer info
Gida
pygmeeënharp met 6 à 8 snaren uit Centraal-Afrika
Gizansi
duimpiano met 8 lamellen uit Zambia, zie ook grizansi
Giwong
bamboe mondharp van de Kalinga uit de Filippijnen
Gita
kalebasratel van de Bambara uit Mali. Deze, met steentjes of zaden gevulde kalebassen worden meestal door vrouwen bespeeld
Gling-bu
Tibetaanse, driedubbele houten fluit, met identiek geplaatste vingergaten in elke pijp
Gottuvadyam
deze Zuid-Indiase luit lijkt sprekend op de vina, maar dan zonder frets. De peervormige klankkast is geheel uit één stuk hout gesneden en het instrument heeft naast 6 melodiesnaren ook nog 3 snaren voor de drone en ritmische effecten, plus nog eens een aantal resonantiesnaren, welke onder de kam doorlopen en de klankkleur doen verrijken. De gottuvadyam, niet te verwarren met de gettuvadyam - een geheel ander instrument - wordt meestal zonder begeleiding van andere instrumenten bespeeld. De bespeler legt het instrument voor zich neer - of laat de hals op de knie rusten - en door met een stukje gelakt hardhout of hoorn over de snaren te glijden - net als bij een moderne steelgitaar - kunnen er ruim 4 oktaven worden bereikt. De gottuvadyam produceert een prachtig ronde en diepe klank
Gopiyantra
andere benaming voor de Bengaalse gopichand, zie aldaar
Gopichand
1-snarig percussie-instrument uit Bengalen en zeer populair bij de Bauls, de zingende gekken van Bengalen. De hals van de gopichand bestaat uit een gespleten stuk bamboe van ongeveer 75 cm. lang dat aan de bovenkant intact is gelaten. De twee uiteinden aan de onderkant zijn bevestigd aan een klankkast gemaakt van een stuk uitgehold hout in de vorm van een vaas, of gewoon van een grote kokosnoot. De bodem van deze klankkast is bedekt met een laagje huid. Een stalen snaar met een knoop aan het eind wordt door dat laagje huid getrokken en bevestigd met een eenvoudige stemschroef aan de bovenkant van de hals. Het instrument wordt in de linkerhand gehouden en door te drukken op de beide bamboe halsdelen kan men de toon van het instrument veranderen. Met de rechterhand tokkelt men dan de snaar met een klein plectrum. De gopichand wordt ook wel gopiyantra en khamak genoemd in Bengalen. In de rest van India komt het instrument niet voor.
Goor
Kirgizische fluit
Gonyé
1-snarige gestreken luit uit Ghana
Gongue
modern percussie-instrument bestaande uit 2 met elkaar verbonden koebellen die 2 tonen van verschillende hoogte produceren als er tegenaan geslagen wordt
Gongouri
4-snarige getokkelde luit uit Georgië, die voornamelijk gebruikt wordt voor de akkoordbegeleiding bij zang en de salamouri, de Georgische herdersfluit
Gongoma
West-Afrikaanse trommel
Gong gede
andere benaming voor de Indonesische gong ageng
Gong ageng
de gong ageng bestaat uit twee opgehangen gongs met bult, die iets in grootte verschillen, gewoonlijk tussen de 60 en 90 cm. De gongs, die met een beklede stok op de bult worden aangeslagen, produceren elk een iets andere toon en maken deel uit van een Indonesisch gamelanorkest waar ze het eind afkondigen van de langste muzikale frase van een melodie
Gong
serie grote, hangende, metalen gongs uit Indonesië, die gebruikt worden in een gamelanorkest
Gomungo
Koreaanse plakciter met 6 zijden snaren. In tegenstelling tot de meeste andere Koreaanse plankciters wordt de gomungo met een langwerpig bamboe plectrum bespeeld
Gombri
3-snarige basluit van de Gnawa uit het zuiden van Marokko, Algeria en Tunesië. Het instrument heeft een simpele rechthoekige klankkast afgedekt met kamelenhuid en een ronde houten stok vormt de hals van het instrument. De gombri zorgt voor de trance in de Gnawa-muziek en is ook bekend onder de namen guimbri, guembri, hajhouj en sintir
Gok
bamboe mondharp van de Lac uit Vietnam
Gogue
1-snarige vedel waarvan de klankkast bespannen is met hagedissenhuid. Populair in de noordelijke Sahara en bij de Haussa uit het noorden van Nigeria. De gogue is een slag groter als de kukuma
Gogged rajen
primitieve vedel van de Saori uit India
Gogoynogoor
vedel uit Kirghizistan
Goeloe
contrabasxylofoon uit Mozambique
Goele
spleettrom van de Kwi uit Ivoorkust, bedoeld om de menselijke stem te imiteren
Goedjer
Mongoolse 2-snarige vedel, gelijkend op de er-hu
Godeye
muziekboog van de Baule uit Ivoorkust
Grizansi
duimpiano met 8 lamellen uit Zambia, zie ook gizansi
Grna
reusachtig grote Tibetaanse trommel
Grenache
Blauwe druif. De Grenache komt in Spanje voor onder de naam Garnacha. In Spanje is het de meest voorkomende druif. Het dunne schilletje van deze warm-weerdruif zorgt voor een soort met weinig kleur en tannine. De Grenache is uitermate geschikt om te mengen in zowel fruitige rosé-soorten, als warme, zware rode wijnen. Toevoeging van de lichte Grenache maakt dat de wijn sneller op dronk is. Op Sardinië kreeg deze soort de naam Cannonau. Daar wordt hij met name gebruikt in zachte, rode wijnen. Synoniem(en)-Variatie(s) Garnacha (Spanje) Cannonou (Sardinië) Granaccia (Sicilië)
Grantang
Balinese bamboe xylofoon, waarbij de bamboe kokers in een houten raamwerk hangen, en met rubberen hamers worden bespeeld. Ook wel tingklik genoemd
Grannacia
Synoniem voor Grenache
Guru
ongeveer 20 cm. lang fluitje van de Bariba uit Benin
Guntang
Javaanse spleettrom
Guluy
grote, met een stok geslagen Ghanese trommel
Guitarillo
kleine, 5-snarige gitaar uit Latijns-Amerika, met een halve kalebas als klankkast
Guitaron
kleine gitaar uit Latijns-Amerika met een grote klankkast. Het instrument is bespannen met 5 paar dubbele snaren
Guiro
houten rasp uit de Cariben ook bekend als ‘berenlul’
Guira
metalen rasp uit de Cariben
Guimbri
3-snarige basluit van de Gnawa uit het zuiden van Marokko, Algeria en Tunesië. Het instrument heeft een simpele rechthoekige klankkast afgedekt met kamelenhuid en een ronde houten stok vormt de hals van het instrument. De guimbri zorgt voor de trance in de Gnawa-muziek en is ook bekend onder de namen hajhouj, guembri, gombri en sintir
Guengari
Koreaanse gong, die met de linkerhand wordt vastgehouden en met de rechterhand met een vilten stok wordt bespeeld
Guembri
3-snarige basluit van de Gnawa uit het zuiden van Marokko, Algeria en Tunesië. Het instrument heeft een simpele rechthoekige klankkast afgedekt met kamelenhuid en een ronde houten stok vormt de hals van het instrument. De guembri zorgt voor de trance in de Gnawa-muziek en is ook bekend onder de namen hajhouj, guimbri, gombri en sintir
Guedra
Marokkaanse aardewerken vaastrommel die aan één zijde met geitenhuid is bespannen en met de hand wordt bespeeld
Gubah
1-snarige vedel van de Bauls, de rondtrekkende troubadours uit Bengalen, beter bekend als ‘de gekken van God’
Guan-zi
Chinese schalmei met een prachtige expressieve toon, die lijkt op die van de duduk, zijn Armeense familielid. De guan-zi, vroeger bili genaamd, deed zijn intrede in China rond de Sui-dynastie. Het instrument wordt vooral gebruikt in de volks- en blaasmuziek, maar heeft ook een plaats in boeddhistische en taoïstische religieuze muziek
Guacharaca
rieten schraper uit Colombia en veel gebruikt in de Vallenato-muziek
Gu-cheng
Chinese plankciter, bespannen met 18 a 21 snaren over even zovele verplaatsbare kammen. Vibrato wordt verkregen door de snaren aan een kant van de kam in te drukken, terwijl aan de andere kant van de kam de snaren worden getokkeld
Gusle
1#) vedel uit Servië en Albanië, met een sierlijk uitgesneden krul, een met huid bedekte, houten klankkast en een enkele snaar die gemaakt is van gedraaid paardenhaar
2#) plankciter uit de Belorus, de Oekraïne, de Oeral-republieken en Georgië. Soms ook kusle genoemd
Guyot
Term uit de wijngaard. Lage, langs draden geleide wijnstokken. Komt o.a. veel voor in Piëmonte.
Gwal
middelgrote, dubbelzijdige, met stokken geslagen trom uit Marokko
Gyil
Ghanese balafoon met 18 houten klankstaven
Gyamadudu
dubbelvellige cilindrische houten bastrommel van de Yehi uit Ghana. Het linkervel wordt met de hand bespeeld, terwijl het rechtervel met een stok wordt aangeslagen
Gyümang
Tibetaans hakkebord, vrijwel identiek aan de Chinese yang-qin. De naam gyümang of gyued mang betekent letterlijk ‘veel snaren’
Hasapi
2-snarige mandoline van de Toba-Batak uit Sumatra
Harpa
Indiaanse harp uit Mexico
Harpa creolla
29-snarige Creoolse harp uit Latijns-Amerika
Harpa paraguayana
grote harp uit Paraguay met 36 nylon snaren
Harmonium
toetsinstrument dat werkt met een blaasbalg. Het harmonium is een draagbare uitvoering van het westerse trapharmonium en werd door de Portugezen in de 16de eeuw meegenomen naar India. Daar is het inmiddels razend populair geworden en het heeft zich over het hele land verspreidt, zelfs tot in Nepal, Pakistan en Afghanistan. Het instrument is gereduceerd tot een rechthoekige kist met daarop een toetsenbord, dat met de rechterhand wordt bespeeld, terwijl het wordt gevoed door een blaasbalg, welke met de linkerhand moet worden bediend. Doordat maar één hand voor het bespelen kan worden gebruikt, worden er dus maar weinig akkoorden gespeeld en het instrument dient dan ook voornamelijk om de zang te ondersteunen. Het herhaalt de melodie en breit er omheen. Het harmonium wordt zowel in klassieke muziek als in de volksmuziek en religieuze muziek gebruikt
Hardangerfele
Noorse vedel in de vorm van een viool, maar met een rijk versierde romp en hals. De hardangerfele heeft 4 melodiesnaren en 4 meetrillende resonantiesnaren en wordt op dezelfde manier vastgehouden als de viool
Hajhouj
3-snarige basluit van de Gnawa uit het zuiden van Marokko, Algeria en Tunesië. Het instrument heeft een simpele rechthoekige klankkast afgedekt met kamelenhuid en een ronde houten stok vormt de hals van het instrument. De hajhouj zorgt voor de trance in de Gnawa-muziek en is ook bekend onder de namen guimbri, guembri, gombri en sintir
Hai-sung
set bestaande uit vijf, verschillend gestemde, keramieken potten bespannen met rubberen vellen, afkomstig uit Noord-Thailand
Hackbrett
hakkebord uit Beieren, Oostenrijk en Zwitserland met 135 snaren welke óver en onder lange kammen lopen. De snaren worden met hamertjes aangeslagen
Hazolahy
dubbelzijdige trommel uit Madagaskar
Heru
geribbelde ijzeren plaat, waarover - vaak met veel overgave - met een metalen staaf wordt geraspt. De heru produceert een schelle klank en draagt zorg voor de ritmische begeleiding in de tambú-orkesten op de Nederlandse Antillen
Herati dutar
3-snarige langhalsluit uit West-Afghanistan. Alhoewel dit instrument pas omstreeks 1950 werd ontworpen en korte tijd geliefd was, raakte het na 10 jaar alweer uit de mode. Het was een soort tussenvorm van de 2- en 14-snarige types
Heo
viool van de Meto uit Timor