9 letters |
sijpeling ∙ slijpring ∙ sluiering ∙ soldering ∙ speenling stadsring ∙ standring ∙ steekring ∙ stoerling ∙ streaking taalkring ∙ tafelring ∙ taphoning ∙ tegenging ∙ terugging ∙ tijgering ∙ timmering ∙ toebeding ∙ toespring ∙ tokkeling ∙ tordering ∙ toverring ∙ turnkring ∙ uitdoving uithaling uitkeping ∙ uitlozing uitmaling ∙ uitneming ∙ uitreding uitspring ∙ uitvening ∙ uitzaging ∙ veekering ∙ veralging ∙ verenging verijling ∙ verpoting verspring ∙ verweving verzoling vochtring ∙ volmaking ∙ voordring ∙ voortging ∙ walharing ∙ wapenring ∙ wegspring ∙ weihoning ∙ wellbeing ∙ wijdeling ∙ witboring ∙ zeekering ∙ zesdeling ∙ zevenling ∙ zevenring ∙ zijlading ∙ |
10 letters |
| aandijking aandikking ∙ aaneenhing ∙ aanfokking aanhitsing ∙ aankanting ∙ aankoeking ∙ aanlanding aanlegging aanmenging aanmonding ∙ aanpunting aanstoting aantakking ∙ aanvatting aanvoeging aanwenning aanzoeking ∙ aanzuiging acculading achtdeling ∙ achterging ∙ afbranding ∙ afdruiping ∙ afdwinging ∙ afglijding afgrenzing ∙ afknelling afknijping afknotting afnaveling ∙ afplakking ∙ afpluizing ∙ afprijzing ∙ afscheping ∙ afschuring afslijping afslijting ∙ afsnuiting ∙ afspatting ∙ afstrating ∙ afstuiving aftroeving afzwarting ∙ agendering armronding ∙ asbepaling ∙ asbewaring ∙ asdraaiing ∙ autokaping ∙ autolening ∙ automering ∙ autotuning ∙ balkleding ∙ banklening bardancing ∙ bedrijving ∙ bedrukking beenweking ∙ beklamping ∙ beklanting ∙ bekramming bekrimping belvorming bergwoning ∙ beschening ∙ bespuiting bestaffing ∙ bestiering ∙ bestijging bevlagging bezwijming ∙ bijboeking ∙ bijeenhing ∙ bijlegging ∙ bijligging ∙ bijsturing bijtelling ∙ bijvoeging ∙ bijzetting ∙ binnenging ∙ bladhoning ∙ blancseing ∙ blikkering ∙ blikseming ∙ blondering bluspoging bokzitting ∙ bolvorming ∙ bookmaking boomwoning ∙ |