Retorica - effectief spreken en schrijven

Deze woordenlijst kan afkomstig zijn van een online bron die niet meer beschikbaar is, of kan zijn samengesteld door externe bronnen. De informatie kan sinds de oorspronkelijke publicatie zijn veranderd. We raden aan om kritisch te zijn bij het beoordelen van de waarde en actualiteit ervan.
Categorie: Taal en literatuur > Retorica
Datum & Land: 17/11/2012, NL offline
Woorden: 2239


Magnum opus
Een meesterwerk; het levenswerk

Maieutiek
De kunst van het uitvragen om de ondervraagde tot een helderder inzicht te brengen Afgeleid van het Griekse maieutikôs (het verlossen betreffend)

Major term
De hoofdstelling Zie bij syllogisme

Majuskel
Een hoofdletter

Makame
Een verzameling berijmd proza afgewisseld met versjes Al zijn de verhalen zelfstandig, vaak hebben ze een gemeenschappelijke held die op zijn tocht door het land allerlei moeilijkheden overwint Afgeleid van het Arabische makâma (een plaats waar men verzameld is voor een gesprek).
Bijvoorbeeld: Makamat van Hamadhani (1007)

Makron
Een lange zin in de parabasis in hypermetrische anapesten, die in één adem werden uitgesproken door de koorleider Ook pnigos genoemd

Malapropisme
Een vulgaire fout door een poging intellectueel te lijken

Maledictie
Een vervloeking

Mandement
Een herderlijke brief

Maniërisme
Een zeer gekunstelde stijl

Mannelijk rijm
De vorm van eindrijm waarbij de versregel eindigt op de rijmende (beklemtoonde) lettergreep zonder iets meer Ook staand rijm genoemd.
Bijvoorbeeld: `Is de wijn in de man, is de wijsheid in de kan`

Mantra
Een taalritueel waarvan de betekenis of herkomst onbekend is.
Bijvoorbeeld: `simsalebim` of `abacadabra`

Marginalia
De glossen in de kantlijn

Marinisme
Het schrijven van zeer gekunstelde, gezwollen taal Genoemd naar de Italiaanse schrijver Giambattista Marino (1569-1625) Ook concettismo of secentesimo genoemd Een vorm van maniërisme Vergelijk euphuïsme, gongorisme, preciositeit en Schwulst.

Marivaudage
Het schrijven in gekunstelde stijl, gevoelens en intrigue Genoemd naar de Franse schrijver De Marivaux (1688-1763)

Martyria
Iets bevestigen (in een (juridische) rede) vanuit de eigen ervaring

Martyrologium
Een martelaarsboek

Masculinum
Het mannelijk grammatisch geslacht.
Een mannelijk substantief.

Maskil
Mogelijk een beschouwend, bespiegelend gedicht Deze dichtvorm komt uitsluitend in het Hebreeuwse gedeelte van de Bijbel voor en wel in Psalm 32 (zie opschrift daarvan) Een afgeleide vorm van het grondwoord komt echter voor in 2 Kronieken 30:22, waar dit de betekenis heeft van `met voortreffelijk doorzicht handelen` Ook in Psalm 53:2 draagt het woord `maskil` de betekenis van `inzicht hebben; met doorzicht handelen`

Massora
De traditionele Hebreeuwse tekst van het Oude Testament

Maxime
Een spreukachtige grondregel van het menselijk handelen; een spreukachtige stelregel Vergelijk spreekwoord, spreuk, gnome, en aforisme

Mediopassivum
De werkwoordsvorm die formeel wel, maar naar de betekenis niet tot het passivum behoort

Medium
De werkwoordsvorm waarbij het subject de handeling verricht in zijn eigen belang Het staat qua zelfstandig geslacht tussen het activum en passivum in

Medius
De middelste term van een syllogisme Overgenomen van het Latijnse medius (middelste)

Medeklinkerrijm
Zie bij acconsonantie

Medela
Excuses voor onloochenbare beledigingen of overtredingen van een vriend

Media
Een stemhebbende of zachte plofklank Afgeleid van het Latijnse medius (middelste).
Bijvoorbeeld: `b`, `d` en `g`

Mediaeval
Een moderne nabootsing van oude Hollandse letteren, vooral die uit de middeleeuwen

Meerslachtig
Meer dan één geslacht hebbend.
Bijvoorbeeld: `vraag` of `groep`

Meervoud
De vorm van een naamwoord waardoor wordt aangeduid dat van een aantal personen of zaken sprake is Ook pluralis genoemd

Meerzinnigheid
Homonymie, zie bij homoniem

Megalopropeia
Een schitterende en verheven uitspraak

Meiosis
Verkleinen, vaak door gebruik van een troop die bestaat uit één woord.
Zie minutio

Meistersang
De burgerlijke opvolger van de middeleeuwse Minnesang De bekendste Meistersinger is Hans Sachs uit Neurenberg (ruim 4000 Meisterlieder)

Melioratie
Het verkrijgen van een gunstiger betekenis Afgeleid van het Latijnse melior, de comparatief van bonus (goed)

Melioratief
Een gunstige eigenschap aanduidend Afgeleid van het Latijnse melior, de comparatief van bonus (goed).
Antoniem: pejoratief

Melodrama
Een sentimenteel, vaak volks spel, waarin grote aandacht geschonken wordt aan de deugdzaamheid van de underdog

Melopee
Het ritmische gezang dat een declamatie begeleidt.
Een klankexpressief gedicht.

Membrum
Een geleding binnen een periode, zoals een voorzin, parenthese (tussenzin) of apodosis (nazin), tussen het begin en het einde Ook colon genoemd Afgeleid van het Latijnse membrum (lid, deel)

Memoires
Gedenkschriften; vaak een autobiografische beschrijving van voorvallen uit het leven van een bekend persoon

Memoria
Het van buiten leren van de redevoering als onderdeel van de intellectio Eén van de vijf pijlers van de retorica

Mempsis
Klagen over onrecht en om hulp smeken tijdens een rede

Mesostichon
Een gedicht waarin de middelste lettergrepen van alle verzen, van boven naar onderen gelezen, een woord vormen Afgeleid van het Griekse mesôs (midden) Zie acrostichon

Mesozeugma
Een vorm van zeugma waarbij een werkwoord in de middelste zinsnede staat

Metabasis
Zie bij aversio

Metafoor
(soms: Metafora) Een vergelijkingsbeeldspraak, in overdrachtelijke betekenis; het te vergelijken object wordt vervangen door het beeld Overgenomen van het Griekse metafôra (overdracht van betekenis) Zie allegorie, antropomorfiseren, reïficatie en synesthesie.
Bijvoorbeeld: `Verlate dan de ziel haar vleeschelijke woning` (J.C Bloem), waarbij de `vleeschelijke woning` een metafoor is van het lichaam

Metafora
De verzamelnaam voor overdrachtelijke stijlfiguur, berustend op overeenkomst.
Bijvoorbeeld: `De dood komt als een dief in de nacht.`
Wanneer een `als`-vergelijking zeer breed wordt uitgewerkt, spreekt men van een homerische vergelijking

Metafrase
Het overzetten in andere woorden ter verklaring

Metalepsis
Een figuurlijke uitdrukking waarbij in plaats van een woord een ander geplaatst is dat synoniem is met zijn homoniem.
Bijvoorbeeld: `Ik breng mijn geld naar de sofa`.
Het stijlfiguur waarbij het voorafgaande wordt verwisseld met het volgende, de oorzaak verwisseld met het gevolg.
Bijvoorbeeld: van het `graf` spreken in plaats van van de `dood`

Metanalyse
Een verkeerde ontleding van de bestanddelen in een woord waardoor secundaire vormen ontstaan.
Bijvoorbeeld: het Laatlatijnse woord voor `noteboom` is nucârius Daarvan werd het woord `nokernote` afgeleid, wat veel later werd vervormd tot onze `okkernoot`

Metanoia
Een uitspraak beperken door deze te herroepen en beter te formuleren

Metaplasma
Het verplaatsen van letters of lettergrepen van hun oorspronkelijke plaats in een woord Ook metathesis genoemd

Metastase
Snel over een zaak heen stappen.
Een belediging of tegenwerping retourneren aan de persoon die ze maakte

Metataal
De taal die voor een beschrijving (van een taal) wordt gebruikt, bestaande uit semantische primitieven

Metathesis
Het verplaatsen van een letters binnen het woord Ook metaplasma genoemd Afgeleid van het Griekse meta (als prefix meestal een verandering aangevend).
Roemrucht voorbeeld is de klankverspringing van `weps` in `wesp`

Metathesis quantitatis
De in het Grieks voorkomende klankomzetting, waarbij bij opeenvolging van een lange en een korte klinker in een woord, de lange kan worden verkort en de korte verlengd

Methexis
De relatie tussen beeld en idee Overgenomen van het Griekse methexis (het deel hebben aan)

Metonomasia
De vertaling van een naam in het Grieks of Latijn Afgeleid van het Griekse metônômazo (anders noemen).
Bijvoorbeeld: `Gnapheus` voor De Volder

Metonymia
(Metonymia, Metonymie) Een naamswisseling, waarvan gesproken wordt als de beeldspraak niet berust op vergelijking, maar op een zekere betrekking tussen het genoemde en het bedoelde Afgeleid van het Griekse meta (als prefix meestal een verandering aangevend).

Metonymie
(Metonymia, Metonymie) Een naamswisseling, waarvan gesproken wordt als de beeldspraak niet berust op vergelijking, maar op een zekere betrekking tussen het genoemde en het bedoelde Afgeleid van het Griekse meta (als prefix meestal een verandering aangevend).

Metri gratia
Ter wille van de maat

Metriek
De leer van de versbouw Zie metrum (zie hieronder)

Metronymicum
Een van de moedersnaam afgeleide achternaam Afgeleid van het Griekse mêtrônumikôs (genoemd naar zijn moeder).
Bijvoorbeeld: `Aagtjens`

Metrum
De regelmatige afwisseling van sterker en zwakker beklemtoonde syllaben

Minimaal paar
Een vrijwel identiek woordpaar waar alleen door een gering (klank)verschil een betekenisonderscheid plaatsvindt.
Bijvoorbeeld: `goal` en `coal`

Mimus
Een literair genre, verwant met de satire, nauw verwant met de Griekse mimos Deze volkse en vaak ook platvloerse schetsen uit het dagelijkse leven werden uit Sicilië en Magna Graecia naar Rome gebracht De oudste vorm hiervan was een gebarenspel met muziekbegeleiding Langzamerhand werd de mimus een concurrent van de atellanae, en werd even grof, lichtzinnig en onzedelijk Juist door deze eigenschappen was deze literatuurvorm enorm populair in Rome In feite verdrong de mimus tijdens de Keizertijd de eigenlijke komedie

Mimos
Een literair genre, verwant met de satire Oorspronkelijk stamt deze vorm uit Sicilië (in het Latijn heet deze vorm mimus) en hoofdzakelijk uit Syrakusae, waar Sophron, die daar woonde, het dagelijkse leven in literaire termen schetste Dit was rond de tweede helft van de 5e eeuw v.G.T Deze volkse schetsen werden oorspronkelijk niet gemaakt om op het toneel te worden voorgedragen, maar, vanwege de vorm, monoloog of dialoog, was het voor een handig acteur niet moeilijk de mimen geschikt te maken voor het toneel

Mimesis
Afgeleid van het Griekse mimôs (imitator) Een kunstige nabootsing van de natuur, zoals bij een onomatopee.
Een nabootsing van gebaren, uitspraak of (veronderstelde of verzonnen) uitingen bij een persoon.
Bijvoorbeeld: `Dan keerde Abe Lincoln zich tot zijn moeder en zei: `Eens ga ik in dat grote witte huis in Washington wonen.`` Over het algemeen wordt aangenomen dat de woorden `Veni, vidi, vici` een mimesis bij Julius Caesar zijn

Middelnederlands
Het Nederlands van de 12e eeuw tot het einde van de middeleeuwen

Miktam
Boetepsalm, epigram Deze stijlfiguur is uniek voor de Hebreeuwse taal Er zijn zes psalmen in de Bijbel die dit opschrift dragen (Psalm 16, 56-60) Deze gezamenlijk zouden derhalve epigrammen zijn van de talrijke episoden die erin worden beschreven

Middelhoogduits
Het Duits van de 12e eeuw tot het einde van de middeleeuwen

Minnedicht
Een liefdesgedicht

Minnesang
Een belangrijke vorm van middeleeuwse wereldlijke lyriek Ze stond in het teken van de onbereikbaarheid van de liefde van een geïdealiseerde dame en heeft dan ook een wanhopige ondertoon

Minor term
Een stelling die ondergeschikt is aan de hoofdstelling Zie bij syllogisme

Minuskel
Een kleine letter

Minutio
Het deel van de genus judicale waarin de verdediger de daad van zijn cliënt minder erg voorstelt dan ze eigenlijk was, of pleit hij verzachtende omstandigheden Ook attenuatie of meiosis genoemd Overgenomen van het Latijnse minutio (vermindering).
Antoniem: amplificatie

Mirakelspel
Een middeleeuws, religieus drama, waarin de wonderlijke tussenkomst van Maria, een heilige of een relikwie verlossing brengt Het bekendste en beste Nederlandse voorbeeld is Marieken van Nieumeghen (±1500)

Moneem
De kleinste betekeniseenheid Vergelijk het morfeem

Monodie
Een elegie in een Griekse tragedie.
Een monoloog in verzen

Molossus
De klassieke versvoet: - - -

Modificatie
Een bepaling

Modulatie
De stembuiging

Modus
De wijs van het werkwoord.
Het syllogismepatroon

Modaliteit
De subjectieve verhouding of beoordeling van de taalgebruiker ten opzichte van de inhoud van een (deel van een) zin

Modernisme
Een neologisme

Modale bepaling
Een zinsbepaling; het zinsadverbium

Modaal syllogisme
Een syllogisme waarin tenminste één van de premissen de wijze aangeeft van zijn of kennen

Monoftong
Een éénklank.
Antoniem: diftong

Monoftongeren
Het tot één klank samentrekken.
Bijvoorbeeld: de `ê` vanuit het Germaanse `ai`

Monografie
Een verhandeling over één onderwerp

Monogram
Een woord dat uit één letter bestaat.
Bijvoorbeeld: `u`

Monoloog
Een alleenspraak

Monometer
Een uit één voet bestaand voetvers

Monopedie
Een uit één voet bestaande versmaat Afgeleid van het Latijnse pes (voet)

Monosyllabe
Een éénlettergrepig woord

Monotonie
Het verschijnsel dat een taal binnen de vocaal geen differentiatie kent.
Antoniem: polytonie

Mora
De tijdseenheid van de lange en korte lettergrepen in het Grieks en Latijn Aangezien er een vaste verhouding tussen lange en korte lettergrepen bestond (1 op 2), kon er isochronisme worden toegepast

Moraliteit
Een middeleeuws, ernstig toneelspel, die in inhoud en sfeer bij de mysteriespelen aansluiten en talrijk allegorische personen (bijvoorbeeld de deugd) op het toneel brachten

Morfeem
Het kleinste bestanddeel van een taal dat een eigen betekenis of functie heeft

Morfologie
De vormleer in het algemeen, dat wil zeggen de kennis van woorden en van de regels om nieuwe woorden te vormen