Pilocarpus racemosusLet op: Spelling van 1914 Vahl. Fam. Rutaceae. Boeraatsji, ar. Heestertje met tweetallige, dikke, leerachtige bladeren, die duidelijk voorzien zijn van lichte puntjes, waarin olie; de bloemen staan in aarvormige bloeiwijzen.
PilonLet op: Spelling van 1914 pap. Groote houten vijzel, uit een boomstam gemaakt; dient voor het uit den kolf stampen van kleine hoeveelheden maïs. (Zie ook
MATTA).
Pimba, pimba-dotiLet op: Spelling van 1914 n.e. Witte leem. Bij de godsdienstige gebruiken der Boschnegers speelt de pimba een groote rol. Het woord en het gebruik zijn uit Afrika medegekomen. (Kongo: pemba = wit [p. 563] zijn, mbundu pemba = gips; Duala: pemba = witte leem, krijt, enz.). Bij hunne ritueele plechtigheden en dansen bestrijken zij zich daarmede voorhoofd en borst of een groot…
Pimenta acrisLet op: Spelling van 1914 Lindl. Zie
AMOMIS.
PinaLet op: Spelling van 1914 n.e. Zie
EUTERPE.
PinarenLet op: Spelling van 1914 sur. (n.e. Pinà). Armoede, gebrek lijden, zich behelpen, tobben. Alleen als werkwoord in gebruik. Hangt waarschijnlijk samen met het in Nederland gebruikelijke penarie, in de penarie zitten. Kan ook van het Spaansche penar zijn afgeleid.
PingwingLet op: Spelling van 1914 bov. e. Zie
BROMELIA.
PinpinLet op: Spelling van 1914 n.e. Zie
HIPPEASTRUM EQUESTRE.
PintriLet op: Spelling van 1914 n.e. Zie
IRYANTHERA.
PiokoLet op: Spelling van 1914 n.e. Zie
ACARINA.
Pipa americanaLet op: Spelling van 1914 Swampoe todo, n.e. De Surinaamsche pad of pipa is, zoowel uit een anatomisch als uit een biologisch oogpunt bezien, een van de merkwaardigste dieren van Suriname. Systematisch behoort deze vorsch tot de interessante onderorde der Aglossa, gekenmerkt door het ontbreken van eene tong, doordat de eustachiaansche buizen van de rechter- en de linkerzijd…
Pipa-tikiLet op: Spelling van 1914 n.e. Zie
MABEA.
Pipa-todoLet op: Spelling van 1914 n.e. Naam van kleine kikvorschen in 't algemeen; niet van de Pipa americana, die swampoe-todo wordt genoemd.
PiperLet op: Spelling van 1914 Fam. Piperaceae. Anijsblad, Aneisi-wiwiri, n.e. Heesters behoorende tot verschillende soorten van dit geslacht worden om de geur aldus genoemd. Enkele soorten, die meest met elkaar verward worden, onderscheidt men als Boesi-aneisi, Man-aneisi, Oeman-aneisi, Witti aneisi, etc. Ze worden voor het meerendeel als volksgeneesmiddelen gebruikt. Boesi-ane…
Piper reticulatumLet op: Spelling van 1914 L. Fam. Piperaceae, Wild cane, bov. e. Een plant met dikke op bamboe gelijkende takken en eenigszins hartvormige, leerachtige bladeren met 5 hoofdnerven; bloemen in lange dunne aren geplaatst. Komt voor in de bosschen.
PipridaeLet op: Spelling van 1914 MANAKIN. De naam manakin van dezen vogel is een verbastering van het Hollandsche woord manneken. De mannetjes hebben meestal fraaie kleuren; de wijfjes zijn veelal groen. Pipra aureola, zwart met rooden kop en borst en met geel en wit aan de vleugels, is in Suriname onder den naam van kardinaal bekend.
Piptadenia communisLet op: Spelling van 1914 Bth. Fam. Leguminosae. Tan-pikien-so, n.e. Een zeer stekelige liaan met kleine witte, welriekende bloemen. De naam tan-pikien-so = Wacht een beetje, duidt op de bijna volslagen onmogelijkheid in een wildernis, waarin deze liaan veel voorkomt, door te dringen.
Piptadenia suaveolensLet op: Spelling van 1914 Miq. Fam. Leguminosae. Koesa, n.e. Een liaan met meermalen gevinde bladeren en talrijke kleine, witte, welriekende bloemen.
PiratineraLet op: Spelling van 1914 Zie
BROSIMUM.
PirinLet op: Spelling van 1914 n.e. Zie
PYGOCENTRUS.
PiscesLet op: Spelling van 1914 VISSCHEN, zijn gewervelde, rood- en koudbloedige, in het water levende dieren. Hoewel er velerlei vormverschillen voorkomen, mag men als hoofdtype zich een langwerpig, zijdelings min of meer platgedrukt dier voorstellen in horizontale houding. Een hals ontbreekt; de kop gaat geleidelijk in den romp over en deze naar achteren in den staart. De kop h…
Piscidia piscipulaLet op: Spelling van 1914 Sarg. Fam. Leguminosae. Dogwood, Stinkwood, bov. e. Boom met veervormig samengestelde, 7-tallige bladeren en vruchten met vier vleugels.
PisiLet op: Spelling van 1914 n.e. Zie
NECTANDRA.
Pisonia aculeataLet op: Spelling van 1914 L. Fam. Nyctaginaceae. Cockspur, bov. e. Boom met langwerpige bladeren en voorzien van eenigzins gebogen scherpe doornen, die bij tweetallen op gelijke hoogte van den stengel staan; komt voor in de bosschen.
Pisonia bonairensisLet op: Spelling van 1914 Bold. Fam. Nyctaginaceae. Laabra, Mahoebaari, Masjibaari, ben. e. Moesti sambo, bon. Een boom met aan basis en top spits toeloopende, glimmende, tegenoverstaande bladeren, die aan de onderzijde dof zijn; bloemen klein in een saamgestelde, pluimvormige bloeiwijze.
Pisonia fragransLet op: Spelling van 1914 Dumont. Fam. Nyctaginaceae. Black loblolly tree, bov. e. Boom met doffe, donkergroene, ellipsvormige, tegenoverstaande bladeren; de vruchten zijn fleschvormig, 0.5 cm. lang.
Pisonia subcordataLet op: Spelling van 1914 Sw. Fam. Nyctaginaceae. Mappoo, bov. e. Boom met glimmende, leerachtige, hartvormige, tegenoverstaande bladeren; takken grijs.
PissebeddenLet op: Spelling van 1914 Zie
CRUSTACEA.
PistoolLet op: Spelling van 1914 ben. e. Zie
RUELLIA.
PitaLet op: Spelling van 1914 pap. Op de Benedenw. eilanden komen eenige plantensoorten voor, met den naam pita aangeduid, en behoorende tot een der geslachten Fourcroya en Agave, fam. Amaryllidaceae. Een paar ervan zijn zeldzaam, de anderen komen in belangrijk aantal voor. 1o. Pita trankeer of Pita trankera, pap. Agave Trankeera Trelease, een waarschijnlijk inheemsch gewas met…
Pitcairnia ramosaLet op: Spelling van 1914 Jacq. Fam. Bromeliaceae. Klapper, bov. e. Bladeren geplaatst in een wortelrozet, meer dan 5 dm. lang en overtrokken van een wit waas; de bloeiwijze is een langgerekte, ijle pluim, met duidelijk gesteelde bloemen. Pitcairnia-soorten komen ook in Suriname voor. Zie o.a. Plaat I in Pulle's An enumeration of the vascular plants known from Surinam. Leid…
Pitch pineLet op: Spelling van 1914 Zie
HOUT EN HOUTHANDEL, blz. 368.
PitheciaLet op: Spelling van 1914 Apengeslacht behoorende tot de familie der Cebidae (zie
SIMIAE); het is gekenmerkt door een langen, naar beneden hangenden pluimstaart, terwijl vooral bij de mannetjes een dikke baard aanwezig is. Er komt in Suriname een soort voor, welke daar Joodaap en door de…
Pithecoctenium echinatumLet op: Spelling van 1914 K. Sch. Fam. Bignoniaceae. Kapellendoos, sur. Boesi-kan-kan, Kis-kissi-kan-kan, n.e. Een liaan met sterk gestekelde, 2-kleppige doosvruchten, die men als een kam zou kunnen gebruiken; vandaar de beide inlandsche namen, die bosch- en apenkam beteekenen. De naam Kapellendoos heeft betrekking op de gevleugelde zaden. Zie de afbeelding van de vrucht bi…
Pithecolobium pedicellareLet op: Spelling van 1914 Bth. Fam. Leguminosae. Plokoni, n.e. Een groote boom, die vóór den bloei de bladeren verliest en tijdens den bloei kaal is. De bloeitijd valt in Juli tot Augustus. Het hout wordt als bouwhout gebruikt.
Pithecolobium platylobumLet op: Spelling van 1914 Bth. Fam. Leguminosae. Daabaroeieda, Jaaga, Unguis di gaatoe, ar. Boom met dubbel samengestelde bladeren en bloemen waar de meeldradenbuis ver buiten uitsteekt; aan den voet van den bladsteel zijn kleine doornen; peulen zeer plat.
Pithecolobium unguis-catiLet op: Spelling van 1914 Bth. Fam. Leguminosae. Unguis di poesji, Unguis gaati, ben. e. Crabwood, bov. e. Boom met viertallige, veervormig samengestelde bladeren en zeer bochtige peulen; aan den voet van den bladsteel scherpe doornen.
Plaaka sjikietoeLet op: Spelling van 1914 ben. e. Zie
ANTIRRHOEA en
RHACOMA.
Plaatselijk bestuurLet op: Spelling van 1914 Suriname.: Zooals uit het artikel
BESTUURSREGELING blijkt, heeft decentralisatie niet in de bedoeling gelegen van de opvolgende wetgevers. Behalve onder vigeur van het octrooi van 1682 was aan de ingezetenen weinig of geen invloed op het bestuursbeleid toegekend…
Plaatwerken, prenten, schetsen, schilderijen, teekeningenLet op: Spelling van 1914 enz. Dr. H. ten Kate, de eenige die dit onderwerp heeft behandeld - zie zijn geschriften bij het art.
BENOIT - maakt de opmerking dat er in onze West, in vergelijking met Oost-Indië, door schilder-teekenaars al zeer weinig is gedaan. In de oudere werken over Sur…
PlacerLet op: Spelling van 1914 Zie
GOUDINDUSTRIE, blz. 313.
PlakaLet op: Spelling van 1914 pap. Zie
MUNTWEZEN. curaçao.
PlantageLet op: Spelling van 1914 Suriname.: De eerste plantages in Suriname zijn reeds bij het begin van de volkplanting, in den Engelschen tijd, aangelegd. In den tegenwoordigen tijd worden feitelijk geen nieuwe plantages aangelegd; wil men een nieuwe plantage beginnen, dan koopt men een stuk grond, dat vroeger in cultuur geweest is, maar nu begroeid met secundair bosch, in Surin…
Plantage-leeningenLet op: Spelling van 1914 Zie
NEGOTIATIËN.
Plantage-rubberLet op: Spelling van 1914 In Suriname zijn de volgende rubbergevende gewassen aangeplant: Hevea brasiliensis, Ficus elastica, Kickxia africana (Funtumia), Castilla Nicoyensis en Costaricana, Manihot Glaziovii. Hevea brasiliensis (Fam.: Euphorbiaceae), Pararubber, is de 't meest aangeplante rubbersoort in Suriname, de eenige boom, die in het groot is aangeplant. In het begin…
PlantengroeiLet op: Spelling van 1914 A. Suriname.: Floristisch-plantengeografisch behoort Suriname tot het Neotropische Flora-gebied en tot de onderafdeeling van de Hylaea of het gebied van de Amazone-rivier. Klimatisch is dit gebied gekenmerkt door den overvloedigen neerslag, die vrij gelijkmatig over het geheele jaar verdeeld is, en door den in verhouding tot de geografische breedte…
PlantenhaarLet op: Spelling van 1914 sur. Zie
TILLANDSIA USNOIDES.
PlanterLet op: Spelling van 1914 Met dezen naam worden in Suriname speciaal aangeduid de leidende personen bij den grooten landbouw; ook de eigenaar van een plantage.
PlanterspartijLet op: Spelling van 1914 Zie
ADMINISTRATEURS (VAN PLANTAGES) en
BESTUURSREGELING, blz. 122.
Platkop-kwikwiLet op: Spelling van 1914 sur. Zie
HOPLOSTERNUM THORACATUM.
Platonia insignisLet op: Spelling van 1914 Mart. Fam. Sapotaceae. Geelhart, sur. Pakoeli, n.e. Een groote boom, die in Aug. of Sept. de bladeren laat vallen en dan met groote gele bloemen bloeit. De vruchten worden in Brazilië (ala Bacury) veel gegeten. Het hout is goed timmerhout; ook worden er korjalen van gemaakt.
PlatvischLet op: Spelling van 1914 Zie
PLEURONECTIDAE. [p. 575]
Platystacus cotylephorusLet op: Spelling van 1914 Bl. Trompetter, sur. Fam. Aspredinidae. Zoetwatervisch. Verspreiding: Suriname en Rio Para. Zie Platystacus nematophorus, waarvan hij verschilt, doordat zijn eerste rugvinstraal niet verlengd is en de buitenste stralen van zijne staartvin een weinig verlengd zijn; ook is zijn kop veel grooter. Volgens W.C. van Heurn komt deze visch algemeen in rivi…
Platystacus nematophorusLet op: Spelling van 1914 Blkr. Trompetter, sur. Fam. Aspredinidae. Zoetwatervisch. Verspreiding: Suriname. Kop breed en plat; oogen zeer klein; zes voeldraden, doch geen bij de neusgaten. Eene kleine kieuwopening zit voorden borstvinstekel. Huid zonder schubben. De korte rugvin heeft geen stekel, doch de eerste straal is verlengd tot een draad. Vetvin ontbreekt. Buitenste …
Plecostomus plecostomusLet op: Spelling van 1914 (L.) Eigm. Warra-warra, kar. en n.e. Fam. Loricariidae. Zoetwatervisch. Verspreiding: Suriname, Brazilië, Venezuela, La Plata tot Trinidad; niet in zuidoostelijk Brazilië. De mond is aan den onderkant van den bek. Kop en lichaam met schilden bedekt, borst en buik bijna geheel met zeer kleine schildjes. Rugvin middelmatig lang, de eerste enkelvoudig…
PleuronectidaeLet op: Spelling van 1914 -soorten worden in het Papiamentsch Tapa Tapa en Sobra di dios genoemd. Platophrys lunatus (L.) J. Fam. Pleuronectidae. Platvisch. Verspreiding: West-Indië. Kop niet symmetrisch, beide oogen aan den linkerkant. Deze oogkant is de bovenzijde, en gekleurd.
Pleyte (mr. Thomas Bastiaan)Let op: Spelling van 1914 Zie
MINISTERIE VAN KOLONIEN.
PlokoniLet op: Spelling van 1914 n.e. Zie
INGA ALBA en
PITHECOLOBIUM PEDICELLARE.
Pluchea OdorataLet op: Spelling van 1914 Cass. Fam. Compositae. Wild tobacco, bov. e. Heester met langwerpige, grof getande bladeren, die witviltig zijn aan den onderkant; de bloemhoofdjes staan in zeer samengestelde vlakke bloeiwijzen.
Plum roseLet op: Spelling van 1914 bov. e. Zie
EUGENIA JAMBOS.
Plumbago capensisLet op: Spelling van 1914 Thunb. Fam. Plumbaginaceae. Quakerblossom, bov. e. Heester met tot 4 cm. lange, smalle, aan den top iets breedere bladeren; de bloemen zitten in aarvormige bloeiwijzen; de kelk is voorzien van gesteelde klieren en de bloembuis steekt ver buiten de kelk uit. Gekweekt.
Plumbago scandensLet op: Spelling van 1914 L. Fam. Plumbaginaceae. Blisterbush, bov. e. Heestertje met breedere bladeren dan P. capensis en met bloemkroon buis, die niet meer dan 1 cm. buiten de kelk uitsteekt.
Plumiera albaLet op: Spelling van 1914 L. Fam. Apocynaceae. White frangepane, Pigeonwood, bov. e. Boom met tot 30 cm. lange en 1 cm. breede bladeren, waarvan de hoofdnerf aan den onderkant van het blad sterk uitsteekt; de witte bloemen staan in pluimvormige bloeiwijzen aan het eind van een langen steel; de plant bevat veel melksap.
Plumiera rubraLet op: Spelling van 1914 L. Fam. Apocynaceae. Frangepane, sur. Red frangepane, bov. e. Boom met leerachtige langwerpige, naar top en basis spits toeloopende bladeren die tot 28 cm. lang kunnen zijn; de zeer welriekende, bleekroode bloemen staan in pluimvormige bloeiwijzen; de plant bevat veel melksap. Gekweekt.
PodicipedidaeLet op: Spelling van 1914 FUTEN, watervogels met breedgelobde teenen en zonder uitwendig zichtbaren staart. Drie soorten, behoorende tot de geslachten Podiceps, Aechmophorus en Podilymbus, komen in Suriname voor.
PoeciliaLet op: Spelling van 1914 -soorten, in het Papiamentsch Barigondjie genoemd. Poecilia vivipara Bl. & Schn. Fam. Poeciliidae. Zoetwatervisch. Verspreiding: Martinique, Suriname, Guiana, Rio Grande do Sul en Paraguay. Een klein levendbarend vischje. De aarsvin is kort, en bevindt zi
Poecilurichthys polylepisLet op: Spelling van 1914 (Gthr.) Eigenm. (Syn. TETRAGONOPTERUS POLYLEPIS Gthr.) Makà-sribà, n.e. Fam. Characidae. Zoetwatervisch. Verspreiding Engelsch en Nederl. Guiana. Korte rugvin midden op den rug, kleine vetvin, lange aarsvin, gespleten staartvin. De schubben met sterken weerschijn. Zijkanten en rug gestippeld voornamelijk in een lengte band in dezelfde lijn met de s…
PoedjaLet op: Spelling van 1914 n.e. Zie
MUZIEK-INSTRUMENTEN. [p. 576]
PoeploemoesoeLet op: Spelling van 1914 n.e. Zie
CITRUS DECUMANA.
PoeroentjieLet op: Spelling van 1914 pap. Zie
BODIANUS.
Poeroentjie kabritoeLet op: Spelling van 1914 pap. Zie
PETROMETOPON.
PoestiesLet op: Spelling van 1914 sur. Zie
KLEURLINGEN.
Poinciana regiaLet op: Spelling van 1914 Boj. Fam. Leguminosae. Julytree, bov. e. Flamboyant, sur. en ben. e. Boom afkomstig van Madagaskar met dubbel samengestelde bladeren en groote vuurroode bloemen. Te Paramaribo veel als straatboom geplant.
PoinsettiaLet op: Spelling van 1914 Zie
EUPHORBIA PULCHERRIMA.
Poison treeLet op: Spelling van 1914 sur. Zie
HURA.
PokhoutLet op: Spelling van 1914 sur. en ben. e. Zie
GUAJACUM.
PokkenLet op: Spelling van 1914 Zie
EPIDEMIEËN.
Polanisia viscosaLet op: Spelling van 1914 D.C. Fam. Capparidaceae. Wild massamby, bov. e. Hoog opgrooiend kruid met handvormig saamgestelde, vijftallige bladeren; vrucht zeer langgerekt; geheele plant kleverig behaard.
Polber sjimaronLet op: Spelling van 1914 ben. e. Zie
ARGEMONE.
PolderLet op: Spelling van 1914 Zie
PLANTAGE.
PolitieLet op: Spelling van 1914 A. suriname.: In de eerste tijden der volkplanting was er van een beroepspolitie geen sprake; de handhaving van de inwendige rust en orde was de taak van de gewapende burgerij (Zie
KRIJGSMACHT, blz. 426). Alleen waren aan den Fiscaal (zie aldaar) toegevoegd een …
Politieke raadLet op: Spelling van 1914 Zie
BESTUURSREGELING, blz. 119.
Polydactylus virginicusLet op: Spelling van 1914 (L.) J. & Ev. (Syn. POLYNEMUS PLUMIERII (Lac.) Gthr.) Sardijntje, sur. Fam. Polynemidae. Zeevisch. Verspreiding: West-Indië, noordelijk tot Florida Keys. Oogen zijn groot, gelijk aan de tusschen-oogruimte. Rand van het voorkieuwdeksel gezaagd; het lichaam hoog, zijdelings gedrukt De eerste rugvin heeft acht stekels, de tweede heeft een stekel en ne…
PolygamieLet op: Spelling van 1914 komt voor bij de Boschnegers en Indianen. Voor de Benedenl. Indianen zie aldaar blz. 108; voor de Bovenl. zie aldaar, blz. 173 en 176.
Polygonum acreLet op: Spelling van 1914 H.B.K. Fam. Polygonaceae. Pikien-fowroe-pepré, n.e. Een onkruid met een scherpen smaak. De bloemen staan in dichte aren aan het eind van den stengel.
PolypenLet op: Spelling van 1914 Zie
COELENTERATA.
Polypodium lycopodioidesLet op: Spelling van 1914 L. Fam. Filices. Bastard cat claw, bov. e. Een varenplantje met lancetvormige, min of meer spits toeloopende blaadjes, die duidelijk gesteeld zijn en voortkomen uit een van schubben voorzienen dunnen wortelstok; de blaadjes dragen aan den achterkant bruine groepjes van sporangien en zijn veelal tot 6 cm. lang en 1 cm. breed.
PomLet op: Spelling van 1914 sur. en n.e. Zie
AARDVRUCHTEN, blz. 27.
Pomatomus saltatrixLet op: Spelling van 1914 (L.) J. & G. Schobbejak, pap. Fam. Pomatomidae, blauwvisschen. Verspreiding: Atlantische en Indische oceanen. Het lichaam is langwerpig ovaal met kleine schubben. De eerste rugvin bestaat uit acht lage stekels, verbonden door een vlies en die in een groef neergeplooid kunnen worden. De tweede rugvin en de aarsvin lang, twee zeer kleine, vrije aarss…
Pomegranate treeLet op: Spelling van 1914 bov. e. Zie
PUNICA.
Pomme (de) cythereLet op: Spelling van 1914 sur. Zie
SPONDIAS DULCIS.
PommerakLet op: Spelling van 1914 sur. Zie
EUGENIA MALACCENSIS.
PommeroosLet op: Spelling van 1914 sur. Zie
EUGENIA JAMBOS.
Pompadour cotingaLet op: Spelling van 1914 Zie
COTINGIDAE.
PompelmoesLet op: Spelling van 1914 sur. Zie
CITRUS DECUMANA.
PompoenLet op: Spelling van 1914 sur. Zie
CUCURBITA PEPO. ben. e. Zie
C. MAXIMA.
Pompoena di aawaLet op: Spelling van 1914 pap. Penicillus-soorten, groenwieren, voorstellende een steel met kwast. Alle deelen zijn met kalk geïncrusteerd, ook de draden die de kwast vormen.
PomponLet op: Spelling van 1914 n.e. Zie
ICTERIDAE.
PomsteriLet op: Spelling van 1914 n.e. Zie
SPONDIAS DULCIS.
PonsenLet op: Spelling van 1914 sur. Ponsoe, n.e. Het bedwelmen van visschen door middel van vischvergiften (zie aldaar). Het woord is waarschijnlijk, via het Neger-Engelsch, van poison afkomstig.